The Divine Comedy
Victory For The Comic Muse (vinyl reissue)
Het negende album van The Divine Comedy werd opgenomen pakweg twee maanden nadat Neil Hannon een documentaire had bekeken over het opnameproces van Pet Sounds en dat bracht de gedachte met zich mee om toch ook een studio in te duiken, met band en orkest en er in korte tijd een album uit te stampen omdat dat nu eenmaal makkelijk gaat als je met zijn allen bij elkaar bent én alles live in één keer weet vast te leggen. Liefst analoog. Liefst met de studiomogelijkheden van toen. Mogelijkheden van toen die in de schaduw staan van wat er nu allemaal kan en waar het ook voor studio engineers moeilijk is om mee te werken, om juist datgene te doen wat je als creatief brein in gedachten hebt. De uitkomst in het geval van Victory For The Comic Muse? Analoog opnemen én waar nodig naderhand verder aan de slag in productionele zin. Met het gegeven dat band en strijkers en blazers in dezelfde studio moesten opnemen, betekende het wel dat er de nodige moeite gedaan moest worden om het opnameproces in goede banen te leiden.
De studio was er, een nieuwe band was er en inderdaad 25 strijkers en blazers waren er. Het probleem deed zich voor dat Neil snipverkouden was, hetgeen ertoe leidde dat zijn zang niet in één keer kon worden opgenomen. Vergeet ook niet dat het leiden van de opnames in het overzien van het geheel de nodige energie nog kostte. Dat werd wel veel bij elkaar. Bovendien, het bepalen van de richting van het album was nog niet zo vanzelfsprekend als dat bij voorganger Absent Friends het geval was. Temeer daar het ten tijde van de release van het album singles nog steeds in fysieke vorm verschenen, wist Neil in ieder geval dat hij ook moest zorgen voor B-kantjes van eventueel te releasen singles. Dat nam hij mee in zijn overwegingen én in de opnames. Het orkest was er, de band was er, dus opnemen maar. Met engineer Guy Massey als partner bij het opnemen werd er begonnen aan wat uiteindelijk een mooi en veelzijdig album werd.
Opener To Die A Virgin komt snel op stoom, verhit en wel, met Neil die prachtig de zielenroerselen van een jongeling bezingt die de vervolmaking van zijn leven ziet in het moment suprême van eenwording met zijn lief. Een dunne lijn die hij tekstueel bewandelt maar met de flair waarmee Neil het bezingt én met vooral de pracht waarmee hij het nummer neerzet, een sterke opener voor het album. Mother Dear, oorspronkelijk bedoeld, voor de soundtrack van de donkere comedy Keeping Mum. De soundtrack moest het zonder doen; het nummer werd afgewezen voor de film. Met zijn in gepaste staat van beneveling ingespeelde banjo weet Neil er een speels nummer van te maken dat met zijn humoristische tekst en vooral zijn fraaie zanglijnen toch ook een warm gevoel richting moeders weet te duiden, de ironie van het nummer ten spijt.
En dan is er Diva Lady, heerlijk ritme en met een subtiel bijtende tekst “She’s got thirty people in her entourage just in case her ego needs a quick massage” naar alle dames in de wereld van glitter en glamour die zich verwaardigen flarden van hun levens met gewone stervelingen te delen. Ritme, orkestratie, tekst, een perfecte combinatie zoals we gewend zijn van The Divine Comedy. Dan moet A Lady Of A Certain Age nog volgen. Hier komen de talenten van Neil samen: een werkelijk schitterende song, diep geworteld in Franse muziek en romantiek, met prachtige tekst geïnspireerd door Noël Coward en zo beeldend een schets van het leven van de dame van zekere leeftijd, de zang van Neil stijgt tot eenzame hoogte en het smaakvolle arrangement van Andrew Skeet maakt het helemaal af. Ga er maar eens aan staan om zo zorgvuldig een nummer neer te zetten. Een reis door de tijd voor wat betreft de muziek van het nummer, een reis door de tijd voor wat betreft de tekst over het leven van de dame. Als het ware een muzikale caleidoscoop en teletijdmachine in één, maar zelden zó tot in de puntje uitgewerkt en met gepaste emotie gebracht. Een zeer, zeer mooi nummer.
Liefde en hoe die zich ontwikkelt? De bitterzoete humor van Neil kennen we, maar verdorie, hij weet ook een zeer rake tekst over het onderwerp te schrijven en in een buitengewoon mooi nummer als The Light Of Day onder te brengen. Muziek én teksten schrijven, het is niet iedereen gegeven. En ook hier weer een prachtig arrangement. Vervolgens de instrumental Threesome: compact en fraai.
Het nummer dat volgt is een cover. En niet zomaar één. Neil verrast ons met zijn versie van Party Fears Two; ooit een grote hit voor het legendarische The Associates, het duo dat gevormd werd door Billy Mackenzie en Alan Rankine. De originele zang van Billy is absoluut van een andere orde, maar Neil klinkt geweldig en het rijk geschakeerde arrangement van Andrew Skeet brengt het nummer volledig naar de wereld van The Divine Comedy. Het origineel kent een heel andere instrumentatie, maar wat doet deze versie, al is deze compleet anders, juist ook recht aan het unieke karakter van het nummer.
Verslapt The Divine Comedy naar het einde van het album? Wis en drie niet! Arthur C. Clarke’s Mysterious World is alweer zo’n verhalend plaatje van allure. En ook hier weer prachtige zanglijnen. Het album mag dan minder coherent zijn dan de voorganger, maar wat is het palet van Victory breed en rijk. Heb je net de mysterieuze wereld bezocht, dan luister je ineens naar het magistrale The Plough. Durven te duiken in de rijke muziekgeschiedenis en tegelijkertijd er zo een eigen stempel op drukken én het zo indrukwekkend mooi maken, ja, dat is niet aan velen gegund. Wonderbaarlijk mooi. En door gaat de reis. Deze keer bijna letterlijk. Count Grassi’s Passage Over Piedmont. Neil is nog steeds op zoek naar de exacte achtergrond van de afbeelding die hij ooit zag in een hotel in Parijs waar dit het bijschrift bij was. Een bijzonder uitgedoste man in een heteluchtballon, vliegend. Voor Neil een peulenschilletje om er een tekst bij te bedenken. Het rijk georkestreerde nummer geeft je het idee dat je in een film zit. Erg mooi wederom.
Snowball In Negative is een persoonlijke optekening van Neil. Het idee dat hij gaf en bleef geven en dat hij er uiteindelijk zelf bij inschoot. Voor Neil dichtbij zichzelf én daarom kan hij er zoveel beleving in leggen. De orkestratie, het is al gezegd, die is op het hele album meer dan dik in orde. Waar hij ooit eerder bouwde op Joby Talbot is Andrew Skeet hier zijn zeer vaardige maatje die de nummers rijk, maar nooit té, in arrangementen weet te vangen.
Extra: deze nieuwe, 2020 editie van het album, zowel op vinyl als op CD, gaat vergezeld van een compleet extra album. Daarop vinden we 18 demoversies, thuisopnames en onuitgebrachte nummers. Hier, op dit extra album bij Victory For The Comic Muse, vinden we 18 extra tracks. Zoals Neil zich al bedacht had: met band en orkest toch aanwezig, nemen we maar meteen meer nummers op. Nummers als Births, Deaths & Marriages, het jachtige en James Bond achtige Pamplemousse, Don’t Blame The Young, Guantanamo en Premonition Of Love, ze hadden, ook naar Neils eigen zeggen zó op het album gekund. Een muzikaal prentenboek met scherpe randjes, met rake tekeningen, met levens in miniatuur gegoten, met een zeer fraaie afwisseling tussen gewone nummers en instrumentale tracks. Dan waren er natuurlijk nog geen B-kantjes geweest. En met het al eerder genoemde Pamplemousse, Don’t Blame The Young, Premonition Of Love en een fraaie thuisopname van Lili Marlene voorziet dat tweede album daar nadrukkelijk in. Geen wegwerpmuziek zoals we dat bij andere acts nog wel eens tegenkomen, maar volwaardige muziek, eveneens met aandacht gecomponeerd, gearrangeerd en uitgevoerd.
Ook deze tweede langspeler verdient het om met aandacht beluisterd te worden. Een mooie demo voor het nummer Home dat Neil schreef voor Jane Birkin (aan wie hij ook dacht toen hij bezig was met A Lady Of A Certain Age) en dat hier zeker niet misstaat. Trafalgar is weer zo’n historisch moment dat Neil vastlegt in muziek. Ook de moderne politiek krijgt hier aandacht. De tekst van Guantanamo spreekt boekdelen. Bovendien is het een erg, erg mooi nummer. Victory For The Comic Muse, nee, het is niet opeens een erkenning en verering van Fanfare For The Comic Muse. Het is een zinsnede uit een van Neils favoriete films, A Room With A View. Al met al is ook deze langspeler van The Divine Comedy weer een meer dan fraaie toevoeging aan het rijke oeuvre van de band. Weer eentje om door een ringetje te halen. Mooi. Meer dan mooi. Prachtplaat.