The Divine Comedy
Foreverland (vinyl reissue)
Dat er meestal een paar jaar tussen albums zit bij het Noord-Ierse The Divine Comedy, de band rondom Neil Hannon, maakt hun catalogus wel duidelijk. Maar zes jaar tussen Bang Goes The Knighthood en het daarop volgende Foreverland leek ineens wel heel erg lang.
Luister naar Napoleon Complex, de opener van het nieuwe album, maakt die zes jaar moeiteloos goed. Alles wat The Divine Comedy zo opmerkelijk maakt zit alweer in die ene song. De melodie, dat superrijke arrangement vol onverwachte wendingen en heerlijk klinkende strijkers en die hilarische prachttekst maken het gelijk een prachtig overweldigende albumopener.
Ook van de geweldige titeltrack, een fraai ingetogen vol Ierse elementen opgebouwde song die daarop volgt, spat het plezier in muziekmaken al net zo af. Een song die maar weer eens goed laat horen hoe een weergaloos arrangement een fraai songidee tot een geweldige apotheose leidt. Het aanstekelijke Catherine The Great kenden we natuurlijk als eerste kennismaking met het nieuwe album. Erg fijne song blijft dat toch. Vintage The Divine Comedy. Net als het fijne met partner Cathy Davey gezongen duet Funny Peculiar. Tijdloze klasse.
The Pact met zijn heerlijke accordeon en rijke strijkers is alweer zo’n topsong. Een song waarin meer gebeurt dan bij veel andere bands op een geheel album. Ongelooflijk hoe Hannon de briljante songs weer uit de mouw geschud heeft. En dan moeten we het meer dan geweldige To The Rescue, de nog maar zesde track op het album, nog krijgen. Met het horen van die song weet je dat je dat Foreverland een nieuw meesterstuk van The Divine Comedy is. Opgebouwd met gitaar, bas, drums en klavecimbel (!!), uitgebouwd met een weergaloos strijkersarrangement, teruggebracht met gitaar, bas, drums en orgel en vervolgens naar de eeuwigheid doorgeduwd met strijkers en blazers. Wat een onwaarschijnlijk mooie climax bereikt The Divine Comedy hier. Een van hun aller, allermooiste!
Het super aanstekelijke How Can You Leave Me On My Own, met alweer zo’n verschrikkelijk grappige tekst breekt het album mooi in tweeën. (Trouwens, klinkt die hobo niet net zo fijn en onvoorspelbaar als op de eerste twee solo albums van Julian Cope?)
Het wel weer heel erg mooie I Joined The Foreign Legion (To Forget) (met een fijne muzikale kwinkslag naar Kate Bush’ Army Dreamers) maakt wederom diepe indruk. Wat een prachtig arrangement toch weer. My Happy Place, een hartverwarmende tegelijk stijlvolle popsong, sluit daar, met een wederom ingenieus arrangement, naadloos op aan.
A Desperate Man, met zijn verrukkelijke latin ritme, heeft een volle uitbundigheid in opbouw met een ijzetrsterk arrangement vol met strijkers en blazers. In 2:44 minuten gebeurt weer zoveel moois. Ongelooflijk hoe Hannon met die ongelooflijke overdaad in het arrangement volledig wegkomt. Alles wat er gebeurt windt de song alleen maar meer op.
Met het sobere Other People en die prachtig realistisch romantische tekst weet Hannon plots de traan te vinden. De albumafsluiter The One Who Loves You, waarvan Hannon dan weer als heerlijk understatement zegt: ‘Bit of banjo, bit of orchestra, nice shuffly rhythm, two key changes, bish bash bosh, job done’ is de droomafsluiter. Zo simpel als Hannon het zegt zo geniaal uitgevoerd weer. Wat een bizar mooi strijkarrangement, zo vreselijk vol meesterlijke ideeën.
Over het hele album zijn de teksten van Hannon weer zo aanstekelijk en vol van frases die je nooit meer vergeet. Met elke luisterbeurt hoor je weer nieuwe opvallende, super geestige teksten voorbij komen. ‘When did you say you’re coming home? When you leave I become a dickhead, a bad-smelling, couch-dwelling dickhead / I drink too much tea and eat too many biscuits … I look at naked girls because I’m too weak to resist it’ in How Can You Leave Me On My Own of het prachtig duidelijk makende ‘Who pulls the strings? Who makes all the deals? Five-foot-three in Cuban heels’.
Foreverland biedt alles wat The Divine Comedy zo ontzettend aanstekelijk, tijdloos en dierbaar maakt. Een album vol ontzettend aanstekelijke popsongs met zoveel verrukkelijk muzikaal enthousiasme en muzikale genialiteit geschreven en uitgevoerd dat je er volledig van achterover slaat. Een album ook dat meer dan duidelijk maakt dat Hannon en consorten vanaf 1989 een zeer belangrijke plek binnen de muziekgeschiedenis vervullen.
De reissue op vinyl en CD van Foreverland kennen een extra CD wederom propvol extra tracks. In dit geval zelfs 20! De aftrap met een flink andere, iets meer ingetogen, versie van Napoleon Complex en een met hobo en andere tekst iets steviger gedreven How Can You Leave Me On My Own overtuigen gelijk.
De vaudeville van het korte Them Chattering Teeth is hilarisch (de tekst alleen al) de demo’s van The Pact en A Desperate Man buitengewoon. Ongelooflijk wat Hannon in zijn thuisstudio toch al voor elkaar krijgt. Luister toch wat hij al thuis al flikt met het complexe en briljante arrangement van A Desperate Man. Wat een geweldige songs zijn het toch ook.
Your Lucky Day met z’n losse sixties vibe is dan weer zo’n heerlijke Divine Comedy novelty waar het ‘first idea’ van I Joined The Foreign Legion (met het eerste tekstidee: ‘I joined The Foreign Legion to forget, I joined The Foreign Legion to forget, I joined them last December. Why? I can’t remember, I joined The Foreign Legion to forget’).
Ook sterk is de To Our Fathers In Distress demo van Breakfast, wederom zo’n onuitgebrachte songs waarvan deze versie naar een ‘origineel’ doet verlangen. Ook fijn in de instrumentale eerste idee versie van To The Rescue getiteld Reconnecting. Hannon alleen achter de keyboards. Op de daarop volgende demoversie van dezelfde song blijkt hij de structuur al volledig omgegooid te hebben en komt de albumversie dicht in de buurt. Absoluut briljante popsong.
Het ook niet eerder op album uitgebrachte folky One Ear Up, One Ear Down, hier in een demoversie te horen, is een echt andersoortige The Divine Comedy song die juist door zijn bluesy ondergrond verrast. Rijk in arrangement klinkt Catherine The Great vervolgens alweer in wat een demoversie genoemd is en dus door Hannon in zijn thuisstudio opgenomen is. Bizar.
Erg mooi is ook Pictures, een volledig andere versie van de titeltrack van het album met Hannon pratend (let toch op die prachttekst!!) over prachtige gitaar en pianoklanken. Juist door die geweldige tekst die je wel moet volgen vergeet je bijna hoe geweldig de gitaarpartij en de piano klinken.
ARP Break is weer zo’n elektronisch uitprobeersel van Hannon waarbij je je afvraagt waarom hij dat nog nooit een heel album gedaan heeft. Ook de demoversie van My Happy Place is een elektronische aangelegenheid en dus volledig anders als de versie die op het reguliere album verscheen.
De bezoekers van de concerten van The Divine Comedy, en vooral de soloconcerten van Hannon, weten dat hij een geweldige tegelijk hilarische Don’t You Want Me van The Human League in huis heeft. Zijn versie van Depeche Mode’s Just Can’t Get Enough op piano en gitaar, met iets van percussie, is al net zo fris en dus geweldig. Ook te vinden op deze extra disc.
The One Who Loves You is ook in demo versie als een pareltje. C’est Si Bon heft dan weer die fijne vaudeville vrije stijl die de grote songschrijvers in het verleden zo knap hanteerden en die Hannon moeiteloos overpakt. Weer een andere, maar wederom erg mooie, versie van I Joined The Foreign Legion, met Hannon achter de piano en strijkers uit de keys volgt.
Een verrassend orkestraal Who Were We sluit deze extra disc af. Een als de titeltrack van een soundtrack klinkende song die met de dromerige stem van zangeres Cathy Davey de perfecte uitwerking krijgt. Hannon nam dus zes jaar de tijd om tot Foreverland te komen maar zat bepaald niet stil. De 20 extra songs en ideeën voor songs laten dat op deze extra disc duidelijk horen.