×

Interview

27 februari 2023

Bettie Serveert

30 jaar Palomine: we blikken terug met Bettie Serveert

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Matador

Palomine, het legendarische debuutalbum van Bettie Serveert, is 30 jaar oud en krijgt dit jaar een welverdiende reissue. In het kader van de Revisionist History Series van Matador verschijnt de plaat op 23 juni van dit jaar op doorschijnend oranje vinyl, samen met de Brain-Tag 7-inch single die destijds ook bij de originele persing werd geleverd. Tevens zijn er geremasterde video’s van Kid’s Allright, Palomine en Tom Boy op YouTube te zien. Een mooie aanleiding voor een Bettie Serveert special dit voorjaar. Een special waarin alle albums van de groep, en voorloper De Artsen, een voor een zullen passeren. Hoe mooi dat Written in Music hieraan voorafgaand Carol van Dyk en Peter Visser te spreken kreeg om terug te blikken op het album dat alles veranderde.

WiM: Wisten jullie al langer dat Matador Palomine opnieuw zou uitbrengen, of was het een verrassing?
Carol: Het was een totale verrassing. We waren wel bezig het jubileum voor te bereiden voor onszelf en toen ineens kwam dat voorstel van Matador. ‘Wat?’, zeiden wij. ‘Serieus?!’.

WiM: Jullie hebben zelf het album ook al een keer opnieuw uitgebracht.
Peter: Ja, dat via onze eigen platenmaatschappij, samen met PIAS en Concerto Records. Deze reissue met Matador heeft een grotere reikwijdte. We krijgen nu ineens ook berichten binnen die we helemaal niet kunnen lezen. In het Japans of Russisch of zo.

WiM: Jullie reissue had destijds nog een aantal bonustracks, B-kantjes van singles. En nog een nummer dat ik niet kende; Maggot?
Carol: Maggot stond op de eerste demo.
Peter: In de eerste instantie kwam Palomine als cd uit. Toen werd het album door Matador in de VS en Guernica, een onderdeel van 4AD, wat weer een onderdeel van Beggars Banquet is, in Europa ook op elpee uitgebracht. Maar er konden maar 20 minuten per kant op een elpee. De cd was langer. Toen moest er één lang nummer van de plaat af. Dat werd Brain-Tag, dat kwam op een 7-inch single. Op de single was nog ruimte over. Zodoende zijn Smile en Get the Bird erbij gekomen. Later, in 2000, is de cd in Nederland opnieuw, geremasterd, uitgebracht. Met Maggot. Toen waren er dus drie bonusnummers.

Artwork Bettie Serveert-Palomine

WiM: Jullie staan straks in september weer feestelijk in Paradiso, net als met het 20-jarig jubileum van Bettie Serveert.
Carol: Het was tak tak tak, en ineens was er een datum. Paradiso was verder volgeboekt tot eind van het jaar. Heel toevallig kwam er een datum tevoorschijn. Dus we moesten heel snel beslissen: willen jullie dit? Als je effe te lang wacht dan heeft iemand anders ‘m te pakken. Er waren heel veel bands die 22 september ook wilden.
Peter: Het is ook zo dat alle optredens die tijdens corona gepland waren, doorgeschoven zijn, ook nog naar dit jaar. Onze boeker had zoiets van: we moeten kijken of dit voor elkaar komt, want anders wordt het 2024. Maar dan is het geen dertig jaar meer.

WiM: Strikt genomen is Palomine alweer meer dan 30 jaar oud… 
Peter: In Nederland was de release eind 1992. In de rest van de wereld was het 1993.
Carol: 7 januari 1993.

WiM: In de eerste helft van de jaren negentig speelden er veel toffe Amerikaanse gitaarbands in Nederland. En er was ook een Britse gitaargolf. Het klimaat was goed. Jullie moeten je als een vis in het water hebben gevoeld.
Peter: Nou, wij waren toch wel een rare vis in de vijver.
Carol: In Nederland zeker. We hadden vooral affiniteit met veel bands in Boston.
Peter: Zoals Lemonheads, Dinosaur Jr. en ….
Carol: Belly.

WiM: Toch zijn jullie goed opgepikt in Nederland, ondanks dat jullie anders waren.
Carol: In het begin niet, hoor. De undergroundliefhebbers vonden het wel heel tof. In de gewone media werden we wel een beetje als een rommelpopbandje gezien.
Peter: Men werd nieuwsgierig nadat we door Matador waren uitgenodigd om naar New York te komen om daar op het New Music Seminar te komen spelen. Toen was het bij de media van: hè, hoe kan dat nou? Dat kennen we helemaal niet. Waar komt dat vandaan, wat is dat? Je hebt New York Seminar en tegen de zomer heb je SXSW in Austin. In New York speelden we in de Knitting Factory, een klein zaaltje. Daar hebben we iets minder dan drie kwartier gespeeld. Dat was het startsein. Daarom zitten wij nu weer met jou te praten. Toen begon het allemaal te rollen. Wij waren totaal flabbergasted. Wat overkomt ons nu? Er komt iemand van Sonic Youth naar ons toe… Wat gebeurt hier?

WiM: Bekend is jullie samenwerking met Buffalo Tom in die jaren.
Peter: We hebben nog steeds contact met de manager, Tom Johnston. We hebben een héél lange toer van tien weken gedaan met Buffalo Tom. Twee bands in één grote toerbus. Eerst in Amerika, toen in Engeland… Scandinavië… Het was waanzinnig. Behalve in Engeland, daar kwam de griep in de bus. Tom Maginnis, de drummer van Buffalo Tom kreeg als eerste de griep en die kon zijn armen bijna niet meer omhoogtillen. Berend (Dubbe) heeft toen de soundcheck overgenomen. Toen heeft iedereen in de bus de griep gehad, behalve ik, vreemd genoeg.
Carol: Ik ook niet. Ik reed met de crewbus mee, vooruit. Ik ben niet besmet door jullie!

Bettie Serveert + Buffalo Tom - Kopenhagen 5 dec 1993 poster

WiM: Die tour zal soms best zwaar geweest zijn en er zullen ook best gekke dingen zijn gebeurd, maar toch moet het anders zijn geweest om 10 weken met Buffalo Tom op tournee te gaan als met bijvoorbeeld een grunge band, een ‘Seattle band’. Heeft het dan toch met dope te maken, waardoor dat allemaal naargeestiger werd?
Carol: We hebben nooit met die bands getoerd dus dat weten we eigenlijk niet. Maar we deden geen drugs. En nog steeds niet.
Peter: De bands met wie wij speelden hadden ook wat meer dames in de gelederen, The Breeders, Belly. Dan is het ook iets minder agressief. De jongens van Bettie Serveert zijn ook niet zo van dat macho en het maken van seksistische grapjes. Het is wel zo dat toen het ineens heel groot werd alles aan de kant moest. Je had een dagschema aan het ‘band zijn’. Fotosessies en zo. Aan Carol werd van alle kanten getrokken. Zo van: ga jij eens vooraan staan bij die sessie. Nee, we hoeven de andere bandleden niet te spreken. We willen alleen haar voor het interview. Dat soort dingen. Dat trok wel een zware wissel op Carol, zeker als je zo introvert en verlegen bent als zij was.
Carol: Ik ben nog steeds introvert maar niet meer zo verlegen, dus dat scheelt. Maar ik hoef nog steeds niet zo nodig vooraan te staan.

WiM: Je noemde Belly al. Die hadden dertig jaar geleden succes met het album Star en nummers als Feed the Tree. Hoe was het om met hen te toeren?
Carol: Dat was onze eerste toer. In Engeland, ja. We hadden sowieso nog maar weinig opgetreden. We waren totaal onervaren, hadden nog nooit getoerd. We hadden nog twee shows in Nederland in kleine clubjes. Ik geloof dat daar maar 20 man op af kwam want niemand kende ons. Toen hebben we dat toertje gedaan door Engeland, met Belly. Superlief waren ze. Ze hebben echt geprobeerd voor ons te zorgen: ‘Jullie zijn nog zo groen…’. In die periode kwam ook Tom Boy, de single uit. Toen we terugkwamen in Nederland stonden ze ineens rijen dik voor de clubs. Héél raar….
Peter: Ik zal de rij bij VERA, de hoek om, niet snel vergeten.

WiM: Dan volgen onder meer Pinkpop, Roskilde en wordt het podium met nog meer bekende muzikanten gedeeld. Hoe was het bijvoorbeeld om met Jeff Buckley te spelen?
Carol: Zijn soundchecks waren zó waanzinnig. Dan speelde hij allerlei covers waarvan je totaal niet dacht dat hij dat leuk zo vinden. Die waren misschien nog wel bijzonderder dan zijn optredens.
Peter: Hij deed hele stukken Captain Beefheart bijvoorbeeld. Daar keken wij behoorlijk van op.

Bettie Serveert in London- photo by Steve Gullick

WiM: Gitaarrock kan hard en tegendraads zijn maar toch iets vriendelijks houden, zoals bijvoorbeeld Dinosaur Jr. Herkennen jullie dat?
Carol: Het melodische, vooral.
Peter: Ik heb dat meer bij Sebadoh, dat vind ik eigenlijk een nóg leukere band. Hoewel ze er af en toe wel van die ‘kijk-ons-eens-punkrock-zijn-nummers’ door moeten gooien. Sebadoh vond ik wel een ontdekking. Wél harde gitaren maar óók heel emotioneel zingen over onzekerheid. Fragiel in de teksten. Dat was wel mooi, daar konden we ons wel mee vereenzelvigen. Veel meer dan met dat machogedoe. Het gaat mij meer om het liedje. Ik ben sowieso niet van ‘wie mijn favoriete gitarist is’. Eerst zang, dan gitaar.

WiM: Palomine en Kid’s Allright zijn ook online populair. Maar er is wel wat veranderd de afgelopen jaren. Met tv-series, films en covers kun je onverwacht flink scoren. Ook jullie.
Carol: Never Be Over is in Goede Tijden Slechte Tijden en in de film Kleine IJstijd gebruikt. Het is ook heel veel gedraaid op Radio 2.
Peter: We hebben ook een cover gemaakt van Lover I Don’t Have to Love van Bright Eyes. Er zat ook een nummer in een tv-serie The O.C. (You’ve Changed). Elke maand krijgen we van PIAS (distributeur) statements wat waar is gestreamd en wat er is gekocht… ‘Hee, nu is dat nummer ineens in Chili heel vaak beluisterd.’ Dan blijkt dat die aflevering van The O.C. die maand net in Chili is uitgezonden. Dat zijn wel interessante dingen.
Carol: Zeker als je de achterdeur van Spotify ingaat en die statements ziet. Daardoor kwamen er dus ook achter dat we heel populair zijn in Brazilië.

WiM: Jaren negentig vinyl is duur en zeldzaam. Kunnen we misschien ook nog reissues van Lamprey en Dust Bunnies tegemoet zien?
Peter: Laten we eerst maar kijken wat deze plaat gaat doen. Palomine was toen al veel populairder dan de twee platen daarna. Met de rechten die wij hebben… als we dat zelf zouden laten doen, kost dat heel veel geld. De vraag is of dat zinvol is. Dat Matador hiermee kwam was dan wel fijn. Die helpen ons waanzinnig. Ook met andere dingen, zoals You Tube kanalen.

WiM: Nu Matador er vanuit Amerika flink aan trekt ga je dan ook weer denken aan een toer daar? Het is alweer lang geleden dat jullie in Amerika speelden. Die laatste tour daar was nogal problematisch qua logistiek hebben jullie ooit verteld.
Carol: Het is zó onbetaalbaar geworden. Je zit al met werkvergunningen van bijna 5000 dollar. En last minute tickets. Dat is nóg duurder. Je kunt pas een ticket kopen als je een stempeltje in je paspoort hebt. Daardoor zijn er destijds shows uitgevallen. Ook al doe je alles vijf maanden van tevoren – dat deden we altijd – kan het gebeuren dat ze toch shows moet cancellen want de administratie ‘hangt nog ergens in de lucht’.
Peter: ‘Uw aanvraag is geweigerd. U kunt uw aanvraag wel in een andere staat poneren…’
Carol: Voordat je überhaupt naar een show gaat daar ben je al gauw 10, 15 duizend euro kwijt. In de tussentijd hebben we ook gemerkt dat een hoop clubs waar we altijd speelden… die bestaan niet meer! Die zijn gewoon weg. We hebben in Amerika 28 tours gedaan dus me dunkt, het lijkt me wel genoeg, haha.
Peter: Wat Engeland betreft, die Brexit heeft ook niet echt geholpen.
Carol: Dat je nu weer een carnet moeten hebben, zoals in de jaren tachtig en begin jaren negentig (een internationaal douanedocument dat gebruikt wordt bij tijdelijke uitvoer van goederen buiten de EU), dat je met de bus naar de haven moet en dan op een carnet gezet moet worden. We waren zo blij dat dat niet meer hoefde. Eén Europa, geweldig. Nu zijn we weer terug bij af.

WiM: Het zal een drukker jaar worden, vooral qua pers. Merk je dat al?
Carol: Ja, die aanvragen komen nu allemaal via Matador binnen. Het is heel vreemd voor ons. Na al die jaren met ons kleine labeltje heb je nu er ineens teams van Matador en Beggars bij. Dingen worden vanuit New York geregeld. Zo van: ‘Jullie hebben dan en dan een meeting!’.
Peter: Ja, die hele internationale dimensie is weer hélemaal terug. Dat is zeker leuk.

Bettie Serveert speelt op 22 september in een uitverkocht Paradiso. Op 13 oktober staat de band in TivoliVredenburg.

Foto Bettie Serveert in Londen: Steve Gullick.