×

Artikel

16 december 2011

Why Pink Floyd...?

Why Pink Floyd? (Deel 1)

Geschreven door:

Voor het team van WrittenInMusic.com behoren de re-releases van Pink Floyd tot de mooiste van 2011. Al is het maar omdat de diverse redactieleden elk zo hun eigen verhalen bij de Britse band hebben. Na de uitgebreide recensies die je hier kon lezen, haken we nu dus in op de titel van de campagne. Why Pink Floyd? Edgar Kruize is het eerste redactielid dat antwoord mag geven.

Exact op het moment dat Pink Floyd in november 1974 de concertreeks in het Londense Wembley gaf waarvan de opnames nu verspreid over de Immersion Editions van Dark Side Of The Moon en Wish You Were Here zijn verschenen, zag ik het levenslicht. Leuk detail, maar het betekent ook dat ik de hoogtijdagen van de band nooit bewust heb meegekregen. Mijn liefde voor muziek begon zich pas goed te ontwikkelen op het moment dat de band al aan interne strubbelingen ten onder gegaan leek. Maar goed, dat wist ik toen nog niet. Pink wie?

Als puber met een behoorlijk zwartgallige kijk op het leven, werd mijn aandacht eind jaren tachtig getrokken door allerhande briefkaarten die in de locale platenwinkel werden verkocht met daarop de tekeningen van Gerald Scarfe, afkomstig uit de geanimeerde delen van de The Wall film. Pink Floyd kende ik op dat moment alleen van het hitje Learning To Fly, wat ik maar saai vond. Maar die kaarten maakten me nieuwsgierig naar meer. The Wall werd aangeschaft, tegelijk met Animals, een album dat ik puur op basis van de prachtige hoes wilde hebben. Mijn aanvankelijke aantrekkingskracht tot de band zat ‘m dus niet eens zozeer in de muziek, het waren de tot de verbeelding sprekende albumhoezen. De albums deden me inhoudelijk echter meteen het artwork vergeten en spraken voor een licht depressieve puber met een grote afkeer van andere mensen enorm tot de verbeelding. Het zijn nog altijd mijn favoriete twee Pink Floyd albums, al is Animals in de loop der jaren het album geworden dat het meest regelmatig uit de speakers komt rollen. Tekstueel is het nog steeds ijzersterk, maar Roger Waters’ bijtende cynisme is muzikaal nog niet zo misantropisch ingekleurd als de twee albums die zouden volgen, waardoor dat ‘mijn’ ultieme Pink Floyd beleving is.

wpf-kuipDoordat ik de band net te laat ontdekt had, zag ik ze in 1994 voor het eerst (en het laatst) live in De Kuip. Waters was er toen natuurlijk niet bij, Gilmour leidde de band. Maar dat deerde niet. Twee avonden, waarbij ik de eerste helemaal vooraan stond en zo de helft van het visuele spektakel miste. Pas op de tweede dag (toen Pink Floyd Dark Side Of The Moon integraal speelde) zag ik vanaf de tribune bijvoorbeeld dat er een grote glitterbal in het midden van het veld omhoog rees tijdens Comfortably Numb. Was me op dag een gewoonweg ontgaan omdat ik naar de musicerende bandleden stond te turen. Maar het was sowieso nooit het visuele spektakel dat me aantrok in de band. Het was altijd de muziek. Al vond ik het een jaar later wel erg geinig dat de varkens uit de show, die tijdens One Of These Days aan weerszijden van het podium bungelden, doodleuk door Mojo Concerts/Loc7000 ter aankleding van het Lowlands terrein waren gebruikt.

Mijn persoonlijk mooiste Pink Floyd live ervaring stamt uit 2001. Roger Waters was op dat moment al twee jaar bezig geweest met het herwinnen van ‘zijn’ stukje Pink Floyd historie en deed dat iets te agressief naar mijn smaak door zichzelf te adverteren als ‘the creative genius of Pink Floyd’. Dit terwijl David Gilmour zijn interesse in muziek verloren leek te hebben. Toen was daar in mei 2001 ineens het bericht dat laatstgenoemde een maand later zou optreden als onderdeel van het door Robert Wyatt (Soft Machine) gecureerde Meltdown Festival in de Londense Royal Festival Hall, met nota bene het machtig mooie Sparklehorse als voorprogramma. Het bemachtigen van kaartjes bleek tegen alle verwachting in behoorlijk makkelijk en zodoende zat ik 22 juni 2001 op het balkon, eerste rij toen Gilmour met alleen een akoestische gitaar het podium op stapte. Na wat gepingel hoorde ik pas dat hij gewoon in zijn eentje, akoestisch Shine On You Crazy Diamond had ingezet. Een magische uitvoering, met originele Dark Side Of The Moon/Wish You Were Here saxofonist Dick Parry die het nummer ‘uitblies’, gevolgd door Syd Barrets Terrapin, waarna als klap op de vuurpijl het van Atom Heart Mother afkomstige Fat Old Sun gespeeld werd. Het optreden was pas drie nummers oud en je kon me al wegdragen. Prachtig! Opvallend genoeg lag de nadruk die avond verder op covers en veel materiaal van The Division Bell. Die relatief uitgeklede uitvoeringen waren zo veel mooier dan de bombastische versies die Gilmour met Pink Floyd in 1994 ten gehore bracht, dat daardoor de muziek op dat laatste Floyd album voor mij persoonlijk een enorme opwaardering heeft gekregen. Het was een magische avond.

In januari 2002 deed Gilmour het kunstje nog eens drie maal over in dezelfde Royal Festival Hall. Weer naar Londen gevlogen, maar ondanks gastbijdragen van Kate Bush, Bob Geldof en Pink Floyd toetsenist Richard Wright wist Gilmour de magie van die eerste keer niet meer te herpakken. Gilmour pakte mij persoonlijk live daarna nooit meer zo in als toen die zomeravond in Londen. Ook tijdens zijn twee shows in de Heineken Music Hall in 2006 verslapte mijn aandacht regelmatig (al waren de sublieme uitvoeringen van Pink Floyd-klassieker Echoes alleen al de prijs van het kaartje waard). Roger Waters deed het bij mij live niet veel beter, wat ik persoonlijk jammer vond. Inhoudelijk was ik namelijk altijd meer ‘kamp Waters’ dan ‘kamp Gilmour’ geweest. Waters’ Amused To Death is een van de beste albums van de jaren ’90, maar lijkt veel mensen te zijn ontgaan. Ik zou het bijna ‘het beste album dat Pink Floyd nooit maakte’ willen noemen. Hoe dan ook, live wist hij het tussen 2002 en 2008 bij mij steeds niet waar te maken doordat er tijdens zijn shows te veel op tape stond, je toch de gitaar van Gilmour miste in de Floyd nummers en hij wel erg opzichtig op oude roem teerde.
wpf-wall
Vol scepsis ging ik dan ook naar het GelreDome eerder dit jaar, waar Waters integraal The Wall opvoerde. The Wall was tenslotte het album waarmee mijn liefde voor Pink Floyd startte, dus niet gaan was geen optie. Ook hier weer stond veel op tape, ook hier miste je her en der Gilmours gitaar en ja, Waters stond daadwerkelijk met een ‘surrogate band’ op het podium. Maar verdorie, wat een impact maakte de show. The Wall live is zo’n volledig andere beleving dan The Wall op LP, als film of op cd. Het is – als gezegd – nooit het visuele spektakel dat me getrokken heeft in Pink Floyd. Maar feit is dat de muziek van het The Wall album aangedikt met krachtige en soms schokkende beelden geprojecteerd op een tientallen meters hoge en brede muur alleen maar aan kracht wint. Een ultieme stadionshow, die bijzonder genoeg is ontstaan omdat Waters eind jaren ’70 zelf zo’n hekel aan onpersoonlijke stadions had. Die paradox maakte het een ervaring die surrealistisch was. Zelden had zo’n grote show op mij het effect van een intiem en bijna persoonlijk optreden. Met een klein traantje in de ooghoek verliet ik het GelreDome weer. Die had ik niet aan zien komen!