Das Wesen, Bazooka, Braak
Deel 21 in de reeks Postpunk Nederland, een serie artikelen over interessante Nederlandse bands die opkwamen na de punkgolf van 1977, 1978. Eigenzinnige, vaak ondergewaardeerde bands die blijvend applaus verdienen. Deze week drie bands: Das Wesen, Bazooka en Braak.
Das Wesen
Het Nijmeegse Puber Kristus maakt eigenzinnige, kunstzinnige en sterk ritmische muziek. De band lijkt geïnspireerd door New Yorkse no wave en muziek van bands als The Birthday Party, Talking Heads en Joy Division. Puber Kristus doet vanaf 1980 meer en meer van zich spreken en speelt ook op de invloedrijke Ultra-avonden in Amsterdam. Het is niet verwonderlijk dat de groep later dan ook met twee nummers te vinden is op de compilatiecassette Ultra, uit 1981. Uit beide nummers blijkt dat Puber Kristus een grote rol inruimt voor drums en percussie. De teksten en voordracht komen van Hans Dekkers (tevens gitarist) en Boudwijn van der Wagt (tevens drums en percussie).
Puber Kristus treedt steeds vaker op en hun intense optredens trekken meer en meer publiek. Begin 1980 doet de band in het Nijmeegse Doornroosje zelfs het voorprogramma van Joy Division. Een kleine twee jaar later, op 8 november 1981 verzorgt Puber Kristus het voorprogramma van The Birthday Party, de roemruchte Australische groep met zanger Nick Cave, in de Amsterdamse Posthoornkerk.
In hetzelfde jaar brengen de Nijmegenaren onder de naam, Das Wesen, de 12” Serie Serie uit, samen met stadgenoten Bazooka. Bazooka levert de A-kant, Das Wesen vult met drie nummers de B-kant. Pictures is grimmig en spannend. Das Wesen creëert uit haar eigen inspiratiebronnen een volstrekt eigen geluid. Skizzofree en Mind Faces de andere nummers op de plaat zijn live-opnamen en laten de meer opzwepende en chaotische kant van de band horen.
In 1982 doet Puber Kristus weer van zich spreken door drie nummers te leveren voor de maandelijkse flexi van het blad Vinyl. De vierde track op het plaatje komt voor rekening van Theatre of Hate.
De bandnaam is inmiddels definitief gewijzigd in Das Wesen en in die hoedanigheid brengt de groep in 1982 de eerste eigen plaat uit. Op Torso verschijnt de 12 inch Anyone. De hoes toont een fraaie oude foto, gemaakt door Ed van der Elsken. Op het treffend getitelde Beat Kongress, brengt Das Wesen een boeiende mix van gesproken woord en bijna tribale muziek. In This Dreary Land eisen rollende en knallende drums en krassende gitaren de aandacht op. Zanger Hans Dekkers zet hier een mooie, eerlijke zanglijn tegenover. Via het wat sinistere Loosing Anger laat de band een moment van kalmte en berusting toe.
In hetzelfde jaar verschijnt de tweede plaat: Who Had A Heart. Deze nieuwe release van Das Wesen opent met de zorgvuldig opgebouwde spanning van Pictures! Hierna schakelt de band om naar staccato ritmes en scherpe gitaren in Love Target en laat men de waanzin toe in Tanz Der Raserei. Ook Das Werkstück confronteert weer. Het korte, stuiterende, Crack is meer gangbare postpunk maar niet minder boeiend.
In de zomer van 1983 maakt Das Wesen opnamen in de Salisbury Sound Studio te Dordrecht. Het eindresultaat, de 12” Nocturne wordt in een oplage van 1000 stuks uitgebracht. Het titelnummer opent met een mooi intro van hobo, bas en gitaar. Nocturne is een melancholieke en contemplatieve parel: “…and there’s no one left, you you do have to pick up yourself”. Met Mind Faces gaat Das Wesen weer opzwepender en net als eerder bijna tribaal te werk. Het nummer verscheen al in 1981 op de split-plaat met Bazooka. Hier en daar duikt een akoestische slaggitaar op. De band sluit met het lange experimentele stuk Kabalistik de plaat af.
Na 1983 brengt Das Wesen geen platen meer uit. In 2008 brengt het Franse label Infrastition echter een verzamel-cd uit: Embracing All, Vanishing All. Op de cd zijn de platen van Das Wesen uit 1982 en 1983 bijeengebracht, aangevuld met live-opnamen uit de Arnhemse Stokvishal uit 1983 en een niet eerder uitgebracht nummer: In Passing. De cd is opgedragen aan de in 1999 overleden Boudewijn van der Wagt.
Bazooka
Het Nijmeegse Bazooka ontstaat eind jaren zeventig vanuit de Vlooienband. De groep maakt Nederlandstalige muziek maar is veel confronterender dan de meeste andere bands die in de eigen taal werken. Theo Hoek speelt als gitarist, toetsenist, bassist en zanger een belangrijke rol. Hans Dekkers, die ook actief is met Das Wesen, zingt en speelt gitaar en toetsen in Bazooka.
In 1980 verschijnt de debuutplaat Er Is Meer Dan Dit Hier op het eigen label Rukpiloot. Bazooka is op ritmisch gebied vernieuwend: men werkt soms met twee ritmes door elkaar. De plaat staat dan ook vol tegendraadse en dwarse songs. Opener Hoe Het Is zet de toon: “ik spreek hier in mijn eigen taal” en “melodie ist kaputt”. De Rukpiloot is snel en venijnig (“hij kon niet met zijn tijd mee”) en Rompen opent verraderlijk melodieus maar wordt allengs dissonanter.
In 1981 verschijnt een split-plaat Serie Serie, uitgebracht met Das Wesen, wederom op Rukpiloot. De nummers van Bazooka zijn wederom energiek en overtuigend. Das Fest heeft een bijna industriële basis als ritme: een noest voortpompende bas en drums als mokerslagen waarover een surfgitaar dwarrelt. Het nerveuze, met een orgeltje doorspekte, Blauwe Vlammen zit vol ritmewisselingen en brengt de muziek van bands als XTC en The Tapes in herinnering.
Das Wesen is bij optredens als vast voorprogramma aan Bazooka verbonden. Hans Dekkers vertelt in OOR: “Nadat we een optreden van Teenage Jesus & The Jerks hadden gezien hebben we als een soort parodie daarop Puber Kristus opgericht. Twee keer gerepeteerd, acht nummers van een halve minuut, en die in de pauze van een Bazooka-optreden gespeeld. Dat ging zo leuk dat we ermee doorgegaan zijn, wat tevens inhield dat ik steeds meer energie in Das Wesen ben gaan steken en Theo het merendeel van de Bazooka-nummers schrijft.”
Theo Hoek in OOR vertelt hoe Bazooka zijn vorm vond en steeds verder van vierkwartsmaat verwijderd raakte. Als invloeden noemt hij Wire, Devo, Siouxsie & The Banshees én Strawinsky. “Een geniaal ritmicus”, aldus Hoek.
In 1982 brengt Bazooka À Igor S. uit op het label Torso, een werkstuk opgedragen aan Igor Strawinsky die zoals gezegd in de ogen van de band een begenadigd ritmicus was. De plaat is in een prachtige zwart wit hoes gestoken. Een beeld dat terugkomt in de fraaie zwart-witclip die later bij het nummer D-Dans is gemaakt. Bazooka lijkt met de samenwerking met Dirk Polaks Torso qua muziek ook wat meer afstand te hebben genomen van de dwarse en hoekige songs die de eerdere platen karakteriseerden. De muziek is nog steeds experimenteel maar ademt nu meer jazz, klassiek en theater uit.
In 1983 brengt Bazooka op het Akzidanz-label, dat ook werk van Das Wesen en Vice uitbrengt, Zwevende Vlakken uit. De plaat is opgenomen in april van dat jaar in de Salisbury Sound studio te Dordrecht. Zwevende Vlakken herbergt de eerder uitgebrachte nummers Blauwe Vlammen en Das Fest.
De Platte Pet, met op de hoes een Bazooka Joe-poppetje, verschijnt in 1984 en laat horen dat Bazooka de muzikale bakens verder heeft verzet. De composities van Theo Hoek zijn modern klassiek te noemen, al blijven de oude structuren nog wel enigszins intact. Meerstemmige zang opent Rood, de fraaie eerste track, die gaandeweg treffend door drums, piano en gitaren wordt ingekleurd. Dezelfde soort koorzang komt geregeld terug op de plaat. Ook de piano speelt een prominente rol, hetgeen al blijkt uit twee titels: Piano Rose en Piano Blauw. Bazooka anno 1984 is een geheel andere band dan het Bazooka van vier jaar eerder. Strawinsky wordt niet voor niets als inspiratiebron genoemd.
Theo Hoek is inmiddels meer en meer geïnteresseerd geraakt in klassieke muziek en wil zijn ideeën niet meer uitvoeren in een rockband, hoewel dat stempel eigenlijk al niet van toepassing was op Bazooka. Jaren later, in 2004, komt de band nog eens bijeen voor een reünieconcert in Nijmegen. Bazooka treedt aan met een rockmuzikanten, blaasinstrumenten en een zangeres en voert in deze bezetting ook een aantal oude nummers uit. De band weet na twintig jaar wederom te verrassen. In 2010 brengt het Franse label Infrastition de compilatie 1980-1984 Plus uit.
Braak
De elpee die door Stichting Popmuziek Nederland in 1979 wordt uitgegeven, Uitholling Overdwars, betekent voor een aantal hierop gepresenteerde groepen de eerste stap naar bekendheid. Bands als Toontje Lager, Doe Maar en Noodweer zullen enkele jaren later de hitparades bestormen. Ook Nasmaak zal later als Nasmak hoge ogen gooien, zij het in veel kleinere kring. Uitholling Overdwars wordt afgesloten door Braak met het nummer Gatenplant. De Volkskrant schrijft: “De interessantste groep is ongetwijfeld het Utrechtse Braak…” “Hun teksten vertonen veel aandacht voor het werken in min of meer literaire stijl.”
Braak was al in 1978 opgericht door een viertal ex-leden van de begeleidingsgroep van Lenny Kuhr: Simon Been, Theo Mackaay, Dolf Koch en René Brom, die zich later versterkten met Hans Kosterman en Cherry Wijdenbosch. De eerste single volgde al vrij snel: Uche uche / Bunnikzijde. In 1979 kwam de band met de mini-elpee Demo’s.
Ook Braak doet na Uitholling Overdwars meer en meer van zich spreken. De band roerde zich eerder in 1979 al op het politieke vlak door aan te treden op de Nacht Tegen Van Agt in het Amsterdamse bos en een actie tegen het regime in Argentinië. In het najaar van 1979 brengt Braak de single Het Gat/S.O.S. uit, met teksten die handelen over vervreemding en angst.
Braak hanteert één centraal criterium: directheid. Persoonlijke angst en weerzin tegen de huidige maatschappij dienen verwoord te worden, zonder rekening te houden met de gevoelens van het publiek. De band wil zich uiten in de eigen taal zonder muzikaal te vervallen in imitaties van Amerikaanse groepen of tekstueel tegen kleinkunst en amusement aan te schurken.
De single Het Gat/S.O.S. is de voorbode van de eerste volwaardige elpee van Braak. Deze plaat verschijnt in 1980 en heet Suite Voor Een Hypochonder. Een niet alledaagse naam voor een bepaald niet gangbare plaat. Braak confronteert de luisteraar met nummers over zwaarmoedigheid, verwarring, angst en zelfs paranoia: de verzorgingsstaat loopt anno 1980 op zijn laatste benen en welvaart is een hol begrip. Vervreemding, isolement, drugs en waanzin liggen op de loer:
“Dit is de welvaart die ik kreeg
Ik vreet me vol maar voel me leeg”
En:
“Ik loop nu door de straten en m’n hart klopt in m’n keel
’t Krioelt er van de mensen en ’t is me echt te veel
Vormeloze koppen en ze kijken me maar aan
Of komt het door m’n bange ogen die wijd open staan”
De Suite gaat niet alleen over verwarring, de plaat zaait ook verwarring. Het is niet altijd duidelijk wanneer de groep ironisch is en wanneer het bittere ernst is. De sfeer op het album loopt nogal uiteen: Braak brengt vlotte en gevatte, Nederlandstalige pop zoals Dokter, Dokter en Ik Ben Klaar Voor De Champagne (“… de sauna en het naaktstrand, ik doe mee / …ik heb hp gelezen en de volkskrant / ik val nooit meer door de mand…”). Hier staan tracks als het bizarre Vette Worst tegenover, waar de flinterdunne en intrigerende kopstem van Hans Kosterman vrijwel onverstaanbaar is. De plaat opent en sluit met hetzelfde koppel: het instrumentale Oma en de beklemmende piano-dramatiek van Kramp. Belangrijkste verschil is dat de afsluitende versie van Kramp in een panische eruptie eindigt: “Nu ben ik zo bang dat ik vereenzaam!”
Braak speelt de Suite zeer regelmatig in 1980 en levert een memorabel optreden af tijdens New Pop in Rotterdam, waar de band aantreedt naast onder meer Hazel O’Connor en The Ramones. In het voorjaar van 1981 stappen Been, Wijdenbosch, Swinkels en Brom uit de band. Met Bart Houwink (drums) en Jan van de Berg (bas) maken de overgebleven bandleden de elpee Heldenkermis. Op deze plaat zijn Robert Jan Stips, Fay Lovsky en Jetty Weels (later Mai Tai) te horen. OOR vindt de plaat wat teleurstellen door het ontbreken van hooks en pakkende refreinen, maar complimenteert de band met de single Dans Van De Maagd (“ijzersterke melodie”) en Petten (“…door zijn synthesizers opmerkelijk modern”).
Braak weet in 1982 en 1983 niet te profiteren van de populariteit van de nederpop. De toch vrij radiovriendelijke single Donker Om Je Heen doet in ieder geval niet veel. Opvallend is wel dat Cherry Wijdenbosch en Simon Been als Cherry wél een hitje scoren met Vang Me. In 1984 haalt André Hazes bovendien de Top 40 met een cover van Donker Om Je Heen.
De mini-elpee Ik Weet Wat Je Lust is in 1984 een nieuwe poging van Braak om wat meer publiek te bereiken. Het werkstuk bevat een aantal singles waaronder Donker Om Je Heen. OOR is bijzonder kritisch: “gestileerde mainstreampop- en mainstreamrockinstrumentaties en Drukwerk- en V.O.F De Kunstachtige midlife-crisisteksten van een stel intellectuele dertigers, dat overduidelijk bezig is zich op een te laken wijze te verlagen om maar in de smaak van Jan Met De Pet te vallen…” De “oude Braak”, “doordacht” en “militant”, komt volgens OOR slechts terug in Skinny Poison en Lachen Met De Meiden.
Teleurgesteld door het uitblijvende succes geeft Braak er later in 1984 de brui aan. Het blijft stil tot 1996, als de single Ik Ben Klaar Voor De Champagne wordt uitgebracht. Uit het niets. Helaas leidt deze release niet tot hernieuwde belangstelling voor de band.
In 2005 en 2006 staat de band wél weer even in de belangstelling. Dit is vanwege de reissue van Suite Voor Een Hypochonder . Het album is nu eindelijk op cd verkrijgbaar, in een nieuwe mix en opnieuw gemasterd. Beter laat dan nooit. De band doet een aantal optredens in de de bezetting Wijdenbosch, Been, Kosterman, Mackaay, Koch, Van de Berg met invaller Jos Hermeler op drums. Er blijken toch nog behoorlijk wat oude fans te zijn. Zo krijgt een bijna vergeten nederpopklassieker terecht nog even de nodige aandacht.
Volgende artikel Postpunk Nederland: Ensemble Pittoresque, Vice
Voorgaande aflevering Postpunk Nederland: Gruppo Sportivo