The Tapes: maatwerk
Deel 1 in de reeks Postpunk Nederland, een serie artikelen over interessante Nederlandse bands die opkwamen na de punkgolf van 1977, 1978. Eigenzinnige, vaak ondergewaardeerde bands die blijvend applaus verdienen.
1978: de eerste elpee op het jonge Nederlandse Plurex-label is You Just Can’t Sleep van de Amsterdamse band The Tapes. De plaat laat een voor een Nederlandse band opvallend geluid horen. Oké, het is gitaarpop, maar de songs zijn hoekiger, puntiger en dwarser dan die van andere alternatieve Nederlandse bands. Het is ook geen punk. De muziek is complexer en zit vol inventieve gitaarpartijen en afwijkende ritmiek. Gemakshalve wordt de band als new wave getypeerd. Het enige referentiemateriaal in Nederland is afkomstig van stadgenoten The Nits, die in 1977 hun debuutelpee hadden afgeleverd en eind jaren zeventig de aandacht trekken met spitsvondige nummers als Yes Or No en Tutti Ragazzi.
The Tapes wordt in het najaar van 1977 door een aantal studenten van de Rietveld Academie opgericht. De eerste bezetting bestaat uit de broers Rolf en Fred Hermsen, Mick Brandes, Igor Roovers en Dick van der Vaart. De band oefent in de kelder van Paradiso en staat er ook al snel regelmatig op de planken, zoals op combinatie-avonden als Binnenpret, met The Nits en Door Mekaar, de voorloper van Sjako! In januari 1978 schoppen The Tapes het zelfs tot voorprogramma van de Talking Heads.
Maatwerk
The Tapes nemen in oktober 1978 samen met Sam Tjoe (voorheen van The Tits) in de BASStudio te Vuren hun debuutalbum op. Er is niet veel budget en de plaat wordt opgenomen op een achtsporenrecorder, hetgeen een optimale geluidskwaliteit in de weg staat. De vele optredens hebben echter wel effect gesorteerd: The Tapes is een hechte band met muzikale bagage. You Just Can’t Sleep staat vol inventieve, hoekige en dansbare gitaarpop. De gitaren van Mick Brandes en Rolf Hermsen trekken onverbiddelijk de aandacht, maar ook de ritmesectie, met Igor Roovers op bas en Dick van der Vaart op drums, laat horen dat hier een band aan het werk is waar rekening mee gehouden moet worden. Het dwingende, opvallende stemgeluid van Rolf Hermsen, die in een eerder stadium de zang van broer van Fred had overgenomen, doet de rest.
The Tapes vormen een originele exponent van een nieuw puntig en dwars popgeluid dat door bands als Talking Heads en XTC de wereld ingeslingerd is. Opener A Little Trick We All Know is exemplarisch voor de plaat: zonder aan pop appeal in te boeten gooien de leden van The Tapes hier meer gitaarlijntjes, accenten, breaks en wendingen op tafel dan menige wave- of punkband überhaupt kan verzinnen.
You Just Can’t Sleep krijgt – ondanks het matige geluid – goede kritieken en de verkoop is veelbelovend. Al snel wordt de plaat opgemerkt door het label Vertigo (van Phonogram), dat aanbiedt de distributie te verzorgen. De plaat krijgt bij Vertigo een nieuwe hoes. Ook buiten Nederland wordt de band nu opgemerkt; het gezaghebbende Engelse magazine NME schrijft over The Tapes: ‘The Tapes have that undefinable something.’ In januari 1979 trekt de band met stadgenoten The Nits door het land in het kader van een toer met de welluidende naam Elfstedentocht.
Ondanks een bezettingswijziging – Dick van der Vaart wil zich concentreren op zijn studie medicijnen en wordt opgevolgd door Peter Meuris – rollen The Tapes soepel verder richting een tweede album. In de zomer van 1979 maakt de band opnamen in de Music Farm Studio in Baambrugge, de studio waar The Beach Boys zeven jaar eerder hun elpee Holland opnamen. Producer is Don Willard, sinds 1975 eigenaar van de studio. De nieuwe Tapes-plaat, Party, laat een helderder geluid horen en is alleen daarom al een stap voorwaarts. Gevatte teksten, gevatte muziek. The Mating Season verschiet van kleur als een kameleon, zonder gefreakt over te komen. Op de single Blue Thighs (‘…Ol’ blue thighs is back…’) lijkt er aanvankelijk weinig aan de hand, maar beetje bij beetje draait de sologitaar steeds verder door. Ook het springerige Into Action verrast: halverwege geeft een ronkende bas samen met aantrekkelijke funky gitaren een nieuwe dimensie aan het nummer. Het zijn dit soort vondsten die, samen met de altijd spannende ritmiek en het avontuurlijke gitaarwerk, bevestigen dat The Tapes een van de interessantste postpunkbands van Nederlands is.
De band kan door deze snelle opvolger van het debuutalbum hopelijk snel de fanbasis in Europa vergroten. Het lukt echter niet om een deal met Plurex te bewerkstelligen, met als gevolg dat Party op de plank blijft liggen. Pas na lang zoeken wordt een label gevonden dat de plaat wil uitbrengen; het Amerikaanse Passport biedt The Tapes een contract aan. Met een flinke vertraging bereikt Party in 1980 dan eindelijk de schappen. Tegen die tijd is de band alweer bezig met de toekomst. De complexe arrangementen van Party moeten immers ook live waargemaakt kunnen worden. Een vijfde bandlid is geen overbodige luxe en de groep gaat verder met voormalig Minny Pops-lid Dennis Duchhart op toetsen.
Drie keer scheepsrecht?
De derde Tapes-plaat zal weer bij Passport verschijnen. Een wereldwijde release ligt in het verschiet en het is de bedoeling de plaat toegankelijker te laten klinken. Rolf Hermsen vertelt in de zomer van 1981 tegen OOR: ‘Het verzoek van Passport om ‘commercieel’ materiaal liep parallel met een behoefte binnen de band om wat rechtlijniger muziek te gaan maken. We wilden naar een vloeiender geheel toe, geen blokjes meer van een halve minuut en hup een verandering.’
Achter de knoppen in de Dali Press Studio in Nederhorst den Berg zit niemand minder dan John Leckie, gerenommeerd producer van onder meer XTC, Human League, Simple Minds en Magazine. Igor Roovers in OOR: ‘Een ongelofelijke ervaring. Vanaf het begin dat we met muziek bezig zijn, was hij iemand die vaak vermeld stond achterop de hoezen van platen die je goed vond. En een paar jaar later blijkt dat hij met jou wil werken.’
Achtergrondzang op de nieuwe plaat komt van onder meer Mathilde Eleveld (Santing) en Henk Hofstede van The Nits. De band hoopt dat drie keer inderdaad scheepsrecht is. Een definitieve doorbraak zal slechts een kwestie van tijd moeten zijn.
Het album, On A Clear Day verschijnt in 1981. De plaat is niet echt veel toegankelijker dan zijn voorgangers, al kunnen de sterke opener Night After Night en het beheerste Concern zo de radio op. Good Riddance is gejaagd maar catchy, een nummer dat niet misstaan had op een XTC-elpee. Nummers als het Hot Line, Mouth Of The World, Bits And Pieces en Strategy zijn experimenteler, rijk aan ideeën en tillen de plaat naar een hoog niveau. De kritieken op On A Clear Day zijn dan ook positief. The Tapes gaan op tournee met Mathilde Santing als voorprogramma én achtergrondzangeres. Tot dan toe lijkt er weinig aan de hand. Echter, met het verstrijken der tijd wordt het pijnlijk duidelijk: het platenkopend publiek laat het, ondanks de goede recensies en de optredens, afweten.
De bandleden, teleurgesteld over uitblijvend succes, besluiten dat het mooi is geweest. Op 12 februari 1982 geeft de band zijn laatste optreden. De locatie is treffend: Paradiso. Kraamkamer en eindstation voor The Tapes.
Volgende artikel Postpunk Nederland: Minny Pops (deel 1)