Prince
The Beautiful Ones
Wat te doen als een artiest die aan zijn memoires werkt komt te overlijden? Gaat alle werk de archieven in? Breng je het alsnog uit? En indien dat laatste, laat je het door een ander afmaken? Los je het anders op? Prince’ deze week als The Beautiful Ones verschenen memoires zijn een prachtig voorbeeld van hoe je van een schetsmatig en allesbehalve compleet werk toch een coherent geheel kan maken.
The Beautiful Ones is een atypisch boek, omdat de uitgever met erg weinig moest werken. Ghostwriter Dan Piepenbring heeft diverse gesprekken gehouden met Prince, die voor zijn vroegtijdig einde op zijn beurt weer zevenentwintig en een half velletje aan handgeschreven werk had aangeleverd. Lang niet voldoende om af te maken, nog niet eens voldoende om inhoudelijk überhaupt aan zijn muzikale carrière toe te komen. Goddank is er niet voor gekozen om Piepenbring dat handgeschreven werk aan te laten vullen to ‘biografie’. Dat had een grote deceptie geworden. In plaats daarvan is de keus gemaakt om de auteur in het eerste deel van het boek zijn verhaal te laten doen. Hoe heeft hij het contact ervaren? Wat heeft hij met Prince besproken? Welke plannen hadden ze voor het boek? Het levert fascinerend en bij vlagen hilarisch leesvoer op. Prince laat Piepenbring bijvoorbeeld helemaal naar Australië vliegen (waar Prince optredens doet in het kader van zijn Piano & A Microphone tournee) en staat hem als hij daar na 23 uur vliegen aankomt aanvankelijk alleen maar telefonisch te woord. Het zijn van dat soort kleine anekdotes die de waanzin van het werk met een wispelturig artiest aantonen en die tegelijk ook heel goed laten zien hoe Prince met mensen omging. Als hij iemand nodig had, wist hij die persoon te vinden en had deze zich maar te schikken.
Het boek vervolgt met de integrale als facsimile gedrukte tekst zoals Prince die met de hand schreef. Toegegeven, het is lastig lezen, maar het geeft een fascinerende inkijk in zijn geest en tevens een vrij duidelijk beeld hoe bepaalde zaken in zijn hoofd al in zijn vroege jeugd zijn gevormd en uiteindelijk zijn latere gedrag (zoals in het eerste deel van het boek) bepalen. Ooit zei Prince dat alles wat je over hem moest weten in zijn muzikale werk verstopt zat. Deze teksten bewijzen dat eens te meer. Een belangrijk deel gaat over zijn ouders en hun onderlinge relatie. Er is echt weinig fantasie voor nodig om hier (een deel van) de tekst van wereldhit When Doves Cry naast te zetten. Het segment over zijn epileptische aanvallen, die stopten nadat hij ‘werd bezocht door een engel’ verdiept wat we muzikaal al eens hoorden in bijvoorbeeld The Sacrifice Of Victor. Dat zijn vader hem meeneemt naar de Woodstock-film en zijn eerste gitaar dezelfde kleur had als die van Jimi Hendrix op dat zelfde festival, duidt de tekst van een nummer als June wat meer. Zo zal de oplettende lezer steeds dingetjes ontdekken die rechtstreeks te relateren zijn aan Prince’ muzikale werk, zelfs al komen zijn hoogtijdagen zo goed als niet aan bod in de tekst die hij zelf heeft aangeleverd.
Die handgeschreven tekst wordt overigens gevolgd door een uitgewerkte versie daarvan, wat het leesgemak behoorlijk verhoogt. De Engelstalige versie bedient zich letterlijk van Prince’ taalgebruik, met een ‘U’ als hij ‘you’ bedoelt, een ‘2’ als ‘to’ of ‘4’ als ‘for’. Gelukkig heeft men in de – overigens uitstekende – Nederlandse vertaling niet getracht dat krampachtig over te nemen. Ook dat verhoogt als je de Nederlandstalige versie hebt het leesgemak aanzienlijk. Om het geheel meer body te geven volgt zodra Prince’ eigen schrijfsels klaar zijn een integrale afdruk van een fotoboek dat Prince eind jaren zeventig zelf in elkaar heeft geplakt en van commentaar heeft voorzien. Op die manier wordt op een heel natuurlijke manier het verhaal vervolgd, ook al is dit geen werk dat oorspronkelijk voor het boek bedoeld was. Ook de originele handgeschreven eerste versie van het verhaal van de Purple Rain-film was niet voor dit boek bedoeld. Echter, het zet de lijn die is ingezet ook hier weer fraai door, daar het een semiautobiografisch verhaal is. In deze eerste versie zien we dat er nog een rol is voor Vanity en het meest opvallend is het geheel andere einde waarin Prince de strijd met aartsrivalen Morris Day & The Time verliest. Ook hier geldt dat het handgeschreven deel integraal is afgedrukt, gevolgd door een uitgewerkte versie die makkelijker leest.
Het boek zit naast genoemde teksten bomvol (zeldzaam) fotomateriaal, handgeschreven liedteksten, memorabilia en meer. Het is daardoor eerder een bladerboek geworden waar je vaker naar zal teruggrijpen, dan een recht-toe-recht-aan verzameling memoires. Hoewel de 28 velletjes die de start van een volledig ander boek hadden moeten zijn absoluut naar meer maken, zou je kunnen stelen dat op deze uit nood geboren manier van samenstellen wellicht wel een interessanter boek is ontstaan. Een boek waarin je nog altijd geen grip krijgt op ‘de artiest’ Prince, maar tegelijk ook een uitgave waarin de superster voor het eerst ineens een mens van vlees en bloed is geworden. En dat is veel waard. Puristen zullen voor het uitgewerkte taalgebruik van Prince’ handgeschreven tekst kiezen voor de Engelstalige versie. Echter, op alle andere vlakken wint de Nederlandstalige editie. Foto’s zijn daarin net even wat mooier uitgelijnd en dus beter zichtbaar, de bindwijze maakt het openslaan en lezen prettiger, de omslag is mooier en ligt lekkerder in de hand. Met de handgeschreven teksten is verder niet gerotzooid, dus ‘Prince’ eigen woorden’ krijg je in beide edities integraal en ongefilterd geserveerd. Een uniek muziekboek, dat door de vorm even wennen is, maar waar je ongetwijfeld vaker naar zal teruggrijpen.