×

Concert

07 juli 2022

Rock Werchter 2022 – En toen deden ook de grote festivals weer mee…

Geschreven door: Hendrik Vanhee

Jammer toch, geen pers- en fotoaccreditatie gekregen van de firma Rock Werchter, want RW gelooft blijkbaar niet in Written in Music en muziek-online-media. Dikke foei, maar uw dienaar is toch helemaal in zijn eentje naar binnen geslopen. Uw fotograaf werd naar moeilijker schietposities verbannen. Zie hier wat hij er met kritisch oor aanhoorde, wat hij met wisselend tot zeer groot genoegen aanschouwde…

Op dag 1, donderdag 30 juni…

The Dead South – 4 sterren.

Wat een leuke folkbluegrassband uit Canada. Heel het instrumentarium en de sfeer van de begindagen van Mumford & Sons kwam voorbij. Grote opkomst en vroege bijval voor nog maar het tweede optreden van de dag, de band voelde een boost komen en het publiek had alles terecht al bijna bij voorbaat goedgekeurd. (Klub C)

Fontaines D.C. – 4,5 sterren.

Fontaines D.C., sterrenkoningen van de postpunk. Na het loslaten op de wereld van hun weergaloze nieuwe album, Skinty Fía, kunnen ze met dat loslaten nu eindelijk weer nóg verder: eindelijk weer de podia op. Heb je hun album binnen je eigen huiskamer grijs gedraaid, bejubeld en even laaiend ‘gereviewd’, komt dan toch eindelijk het moment van opwachting van de band op de jongste Rock Werchter. Frontman Grian Chatten wordt er uiteraard enthousiast onthaald, maakt onmiddellijk, voortdurend zijn hyperkinetische walsjes met of rond zijn statief. Maar al die bijna hilarische tics-nerveux doen geen spetter af van het nonchalante charisma van onze luchtgitarende meesterfilosoof van Fontaines D.C. Uiteraard moet ‘Ireland’ prominent op zijn slobber-t-shirt en op zijn trainingbroek mogen enkel iersgroene strepen. Het monotoon dreinerige Irish parlando van brombeer Grian is ingebed in een grootse, bijna U2-sound van gitaren en rammende drums. Maar dit alles best heel indrukwekkend noemen is een understatement. Als een echte supergroep klinken ze als een perfecte samenspelende, geöliede machine, ze verbluffen en overdonderen, alles past hen intussen als gegoten. Grian’s onophoudelijke, schrapende praatsolo’s zitten vol agitatie, ingehouden agressie. Nou en of het publiek zo’n groepje lust, gretig wordt alles verslonden en meegelipt. Maar zo jammer ook, zo gaat dat nu eenmaal op festivals, 45 minuutjes, hoe kort is dat. En zoals bij elk festivalact, het ordewoord: speel geen bisnummers, ga zelfs geen minuut in ‘t rood. Maar dat optreden, dat was super, we kunnen niet wachten het hier mede te delen, ‘t was het best mogelijke klankbord voor de weergaloze kwaliteit van hun Skinty Fía, de setlist was er dan ook voor de helft mee gevuld:  A Lucid Dream, Sha Sha Sha, Roman Holiday, Televised Mind, Nabokov, Big Shot, Hurricane Laughter, I Love You, A Hero’s Death, Jackie Down the Line. (Main Stage)

Haim – 3,5 sterren.

De Amerikaanse Selah Sue in drievoud. De drie zingende zusjes Haim zijn hier met hun Women In Music-tour. Professionele en zelfs degelijke performance, bij wijlen behoorlijk pittig en heavy, massa’s meeval, maar toch… honderd procent van dat Amerikaans plat en glad. Flauw geacteerd soms ook op het podium, een al te lang ‘toevallig’ inkomend telefoontje. Met ook nog een toffe peer, in een niet achterhaald enig nummer ergens, die toch wel erg fantastisch spelende sax-adonis. (Main Stage)

First Aid Kit – 4 sterren.

Pleinvolle The Barn voor de pure feeërieke liedjes van de zusjes Söderberg uit Zweden. Show heel cuty ingeleid met schattige beeldjes van een ronddartelend vossenjong en zo. Net zo snoezig verloopt ook dit optreden. Gaat het ritme maar even omhoog, gaat telkens onmiddellijk het summum van de ambiance mee, met een gehoor dat blijkbaar ook alle songs woord voor woord kent en de zusjes dan ook in hogere sferen meezingend in overtreffende trap bijstaat. De evergreens van First Aid Kit die door een blind meeklappende massa vaak helemaal ingehaald en overstemd worden. Logisch dus dat de bomvolle tent op bepaalde momenten spontaan ‘het woord krijgt’, dat de band goedkeurend enkel voor ‘t muzikaal behang zorgt.

Ook deze zusjes kunnen weg met een hoger volume, staan ook niet voor niks met z’n vijven op dat podium. Bovendien, hun repertoire aan countryfolk en Zweedse americana is gekend heel uiteenlopend. Vergeten we vooral hun engelachtige meerstemmigheid niet. Ja, da’s intussen hun grootste handelsmerk. Die pracht dringt ook hier dus overal door van ‘t begin tot eind. Maar, en voor sommigen misschien heel spijtig, geen Leonard Cohen-tributesongs te bespeuren in de set. En toch, de meute, neen, die was absoluut niet ontevreden. Die kreeg als afsluiter een joelend onthaald My Silver Lining. Ha, zie, zelfs First Aid Kit raakt nog geheel onder de indruk van al die Rock Werchterse bijval. Zo gaat dat nu eenmaal in die silly Vlaamse tenten als The Barn. Moest de kudde dan toch wel weer naar buiten, onder een even hard meegezongen Zweedse eindgeneriek Dancing Queen, allen nu wel eerder mistroostig de plensregen in… (The Barn)

Setlist: King of the World, It’s a Shame, Angel, The Boys of Summer (Don Henley cover), Rebel Heart, The Lion’s Roar, Wolf, Out of My Head, Emmylou, Fireworks, My Silver Lining.

Pixies – 4 sterren.

Al starten ze met de hemelsluizen open, het kan de massa echt geen ene moer schelen. Heel de cavalerie aan Pixies-gitarenhits trekt voorbij met telkens minder dan seconden tussenpauze. Blijkt plots heel de wei The Pixies te kennen. Frank Black, met constant gekweld mediterende blik, nog steeds even lelijk (mooi?), maar toonvast in het ernstig doortrekken van zelfs zijn grilligste engels-spaanstalige repertoire. Zingen, strelen, krijsen, ie kan het allemaal weer zó goed. The Pixies dus constant op speed en alles heerlijk, andermaal. Een strak en professioneel spelende bunch weet zelfs zonder Kim Deal het volle enthousiasme van duizenden trouwe aanhangers binnen te rijven. (Main Stage)

Setlist: Cactus, The Holiday Song, Here Comes Your Man, Vamos, There’s a Moon On, Gouge Away, Broken Face, Hey, Human Crime, Isla de Encanta, Crackity Jones, Caribou, Cecilia Ann (The Surftones cover), Rock Music, Gigantic, Head On (The Jesus and Mary Chain Cover), Where Is My Mind?, Wave of Mutilation, Winterlong  (Neil Young Cover).

The War On Drugs – 4 sterren.

Trekt weer massaal en uitgelaten – no rain! – de hele goegemeente op naar de Main, naar de grote vice-headliner van Dag Eén. Opstijgende nevels, galmende gitaren, pulserende elektronica in een genoegzaam zwevend ritme, vloeiend voorzien van ijle stemstoten van een frontman met nu langgekrulde manen, Adam Granduciel, intussen vrijwel Dylan’s heilige nasaliteit waardig. In zijn overwelmende trancerende sea of sound vol virtuositeit laat een mens zich voor veel minder gewillig onderdompelen. De man is ontroerd dat ie net vóór Pearl Jam opmag. Maar niet voor Adam’s geweldige presence of causerieën staan ze daar, wel voor zijn telkens uit diepe concentratie voortkomende originaliteit. Voor zijn toch nooit vermoeiende, uniek uitdijende TWOD-klankschappen die in gelukzaligheid resoneren tot zelfs tegen Werchter-dorp’s ver vereenzamende kerk. De publieksblikken hier telkens songslang op oneindig, spaarzame danspasjes links, danspasjes rechts, in een oneindige reeks. Precies nà elke grootse séance schieten toch weer de handen alert en driftig op elkaar. Passender dan TWOD de duisternis oproepen? Onmogelijk! (Main Stage)

Setlist: Nothing to Find, Pain, An Ocean in Between the Waves, I Don’t Wanna Wait, Victim, Strangest Thing, Harmonia’s Dream, Red Eyes, Under the Pressure, I Don’t Live Here Anymore

Pearl Jam – 4,5 sterren.

Het uur: 23:07. Good evening, roept superstar-frontman Eddie met toepasselijk sterrenjasje en vertrokken is ie met zijn Pearl Jam. Gelooft niet in mirakels, gelooft in een betere wereld voor hemzelf en ons allen. Eddie schreeuwt zijn eerlijke boodschappen uit, houdt bij herhaling echt van ons. Maar staat na drie songs al vol in ‘t zweet, terwijl de grungegitaren, de vele bekende schitterende riffs en solo’s ongenadig over hem razen en de doffe drums ongeremd wild de nacht aan flarden slaan. Pearl Jam sprokkelt zo achteloos vrijuit uit heel dat al drie decennia aangroeiend hitarsenaal. De drommen festivalgangers staan nu op zijn dichtst. Ze zijn op en top in beweging voor Pearl Jam. Eddie heeft, na Roskilde ooit, nog steeds zijn trauma, kijkt verschrikt en roept, “geef een teken als het te druk of benauwd wordt”. Maar krijgt vooral de handjes vlot op elkaar, gekruist, links-rechts of eender wat hij het fanlegioen maar opdraagt. Pearl Jam oogst luchtgitaren, de anthems worden op z’n hardst meegeschreeuwd. Met Alive en finaal een langgerekte Rocking In The Free World van father of grunge Neil Young voert de meute een laatste maal de geluidsoverlast tot ver over Werchter naar een hoogtepunt. Euforie, want deze headliner maakte het toch weer waar. 12:58 uur. “Thanks for helping us through the night!” Beleefd, abrupt en twee minuten te vroeg valt het doek over Pearl Jam en de eerste podiumdag. (Main Stage)

Setlist: Rain (The Beatles), I Believe in Miracles (Ramones), Why Go, Even Flow, Corduroy, Elderly Woman Behind the Counter in a Small Town, Quick Escape, Dance of the Clairvoyants, Whipping, Daughter (met Another Brick In The Wall), Unthought Known, Do the Evolution, Given to Fly, Nothingman, Jeremy, Long Road, Porch, Black, Alive, Rockin’ in the Free World (Young)

Op dag 2, vrijdag 1 juli…

Werchter, vrijdagvoormiddag. Lopen op de Haachtsesteenweg in de meute ook een vijftal langgrijsgebaarde heren op weg naar hun Metallica, waaronder een authentieke Schotse kiltdrager. Horen we naderend de hele bende wel gewoon in het Limburgs bezig. Ik tegen McDonald. “Amai, ook al goed bezig in ‘t Limburgs, goed geïntegreerde Schot.” Hij: “Ben wel Limburger jazeeeker, maar evengoed een echte Schot. Ik, wijzend: “Kan je dat daaronder ook bewijzen dan?” Hij, terstond grabbelend naar zijn roodblauwe textiel. Zag de hele stappende Haachtsesteenweg, daar ineens bengelend, de klepel én de klokken van Werchter…

Stikstof – 4,5 sterren.

Loeiend onthaal om 13:40u al voor het gezette Stikstof-duo, de MC’s Jazz en Zwangere Guy, in wit en blauw, plús petje. Berappen de volle ruimte van ‘t podium. Astrofisiks en DJ Vega zijn er ook, achteraan. “Rock Werchter alles goe!?” Geen probleem, duizenden wijzende handjes gaan met de Brusselaars massaal wiegend mee op en neer. Hangen ze aan de lippen van die gerenommeerde baarden die al dichtend alleen maar de oprechte shit uit hun hart laten gulpen. Ze sloven zich uit, ongegeneerd zwetend wordt al het getatoeëerde dikke buikje van de Guy zichtbaar, maar o zo vlot zetten ze de hele tent naar hun hand. Cuty emo-moment, mag ook even het gekoptelefoonde peuterje van Jazz komen opdraven. Zwangere Guy is aangedaan, na Werchter Classic tweemaal in korte tijd op het Werchterpodium mogen en staat al 46 dagen zonder alcohol. Fier is hij daarover tegenover de hele tent. Overdovend applaus is zijn deel en maar verder opzwepen en scanderen. “Familie boven! Rock Werchter jullie zijn met velen, maar alles gaat kapot. Zijn jullie klaar om de hele tent te slopen?” Die rappende mannen moet je echt live gezien hebben. Creëren alsof het niks is zomaar een dampende, wervelende moshpit. Enorm, over de halve lengte van de volgepakte publieksruimte. De handjes blijven spontaan en geestdriftig zwaaien. Wat is het publiek toch al weer wild vandaag! Stikstof: da’s een ontlading! (The Barn)

Tin Fingers – 4 sterren.

Kregen hun Werchteriaanse vuurdoop al op Parklife in 2021. Nu dus al een schavotje hoger: half uurtje The Slope. Toch behoorlijk wat staande toehoorders daar ondanks die luimakende zon. Maar je herkent zo weer de melancholische stem van zanger Felix Machtelinckx. Ergens het midden tussen die van Antony, Blaudzun en Thom Yorke. Bijt daarmee ook in deze set sterk de spits af. Ondanks ‘s mans gekende zwaarmoedige overpijnzingen verwijzen ze ook niet weinig naar de dansvloer. De frisse ritmiek van Arsenal, denk je. Juist, dat is ook Felix’ tweede muzikale thuishaven. Arsenal dus nooit veraf. Maar hij croont ook als een Bryan Ferry ten tijde van Avalon, die retro-mind zit er evengoed in. Een band hier die na jaren zoeken en herbronnen plots zijn evenwicht, samenhang én een overspannende sound van de eighties heeft gevonden. Al de gekende sterke singles zitten in de set. Glow, met z’n gelaagde synths en vrolijke dansbeat. Een kleine festivaltopper, daar helemaal opzij aan The Slope.

Idles – 5 sterren.

Idles staat met zijn laatste kraker Crawler voor de grote doorbraak. Leon ‘s laaiende review nog eens herlezen én opgesnoven hoe ook in ‘t publiek hier op Rock Werchter 2022 de verwachtingen torenhoog gespannen staan. Het begint te dagen: straks op de Main Stage wordt het hun grote lakmoestest. Vrijdagnamiddag, 1 juli, staat de Idles-bom op ontploffen?

We komen intussen al van ver van over de wei, maar precies als vanuit de underground waait de Bristol-postpunk van Idles al toe. De verre vocals van zanger-frontman Joe Talbot brengen Jim Morrison in trance terug onder de Werchterse hemel of ook een dan héél furieuze Iggy Pop. We zien Talbot, met zijn Verhofstadt-tandspleetjes en beaderd voorhoofd, hij staat daar wild ogend oog in oog met zijn publiek. Wees gerust, hij spreekt ze even vaak, doorleefd smilend, heel open en innemend toe. Ha, hilarisch is Idles wildbebaarde leadzanger, Mark Bowen. In zijn met fiftiesbehang bebloemde lange jurk beenschaart ie voortdurend als een psychiatrische AC-DC-er over het podium en uiteindelijk duikt ie, netjes onder de stagediving-verbodsbordjes, mooi de massa in. Bassist Adam Devonshire doet zijn werk niet minder vervaarlijk. Goed, samen met slaggitarist Lee Kiernan en mokerende John Beavis doen ze eigenlijk allemaal niks onder in totale weirdness. Nog maar eens een heftig scanderende band hier. Wilde postpunk. Het leven in Idles’ moshpit oogt helemaal op zijn ruigst. Een massa adrenaline hebben die kerels, constant Engelse f**ck-offs, geweldige drums, microfoons tierend bijna half afbijten, een totaal imponerende sound! Zanger Joe doet geen moeite, nee, geen moeite om mooi in de toon te zingen. Zelfs in zijn ‘zoetere’ nummers als ‘Kill Me’ niet, waar het foute zo charmant opvalt. Maar wat een karakter en power stralen hij en zij samen uit. Dan kom je meteen met héél veel weg. Maakt zo dat de halve zopas nog zonnende wei al uit het lome zand is rechtgeveerd. Indrukwekkend. Kennen ze nu plots Idles, dat zijn verraste toehoorders stelselmatig alleen maar ziet vermenigvuldigen. Wordt het ook even tijd om met de al uren vooraf vooraan insijpelende mentaal afwezige Metallica-fans te dollen. Ze zijn er al overal, ze zijn net als het nu weer goeie weer, dé vaststelling van de dag. “Save your energy, nooit gedacht ooit met jullie de frontstage te delen“, grapt ie, geen greintje kwaadaardig. Maar behoorlijk maatschappelijk gedreven ook, Idles. “Long live the immigrants in your country en in mine” en nog zo wat items.

De passage van Idles, da’s gewoonweg een verpletterende nieuwe festivalact aan het firmament, uniek om die te zien en te herzien. Voldoening tot in het lyrische bij iedereen die er al spontaan voor openstond. Een groep sindsdien fier vermeld door wie daar ter plekke door hen werd omgewalst. Zo was het, je zag het zo, op en heel ver over de Werchterwei, een zuivere vijf sterrenprestatie!
Setlist: ‘Colossus’, ‘Car Crash’, ‘Mr. Motivator’, ‘Mother’, ‘Divide and Conquer’, ‘The Beachland Ballroom’, ‘Never Fight a Man With a Perm’, ‘Crawl!’, ‘A Hymn’, ‘The Wheel’, ‘Danny Nedelko’, ‘Rottweiler’.
. (Main Stage)

Inhaler – 3,5 sterren.

Inhaler is een ferme Ierse indierockband uit Dublin met in zijn rangen een bevallige frontman Elijah Hewson, eminente zoon van Bono. Ogen als jonkies en trotseren met hun mooie catchy jasjes zolang mogelijk de Barn-hitte. Zeer grif toegegeven, onderwijl spelen ze als de besten. Hebben in Ierland al een immense aanhang. Toch werpen ze zich hier door omstandigheden nu pas, coronalockdown gehad, met een al drie jaar oude debuut voor de leeuwen, in The Barn. Hoho, zie, de trucs om het publiek bespelen heeft Hewson duidelijk van zijn papa geleend (naast ook behoorlijk wat van zijn stemgeluid), maar voor de rest behoeft ie Bono eigenlijk echt niet meer zo nodig. Na wat afwachtende onzekerheid, gaat ook de Vlaamse zaal, gevuld met veel tieners, net als Ierland helemaal overstag. Geen overrompelende nieuwe rock met scherpe tanden à la Idles die ze produceren, neen, het is muziek van een veel toegankelijker soort. Nergens ingewikkeld, vriendelijk, innemend en krachtig. Op het einde staat Elijah zoals gepland toch uitbundig rockend te croonen, schoon wit marcelleke intussen en de vurig klappende vrouwelijke handjes zijn niet meer te tellen. Gepassioneerd optreden, dat toch zeker wel. Weliswaar ook voor al die piepjonge rockfans in spe. (The Barn)

Lewis Capaldi – 3,5 sterren.

Die jongen van Someone You Love, Lewis Capaldi, Schotse singer-songwriter. Wat triest voor hem toch? Gaat ie zich daar in zijn beste Schotse dialect tegenover de prominente horden Metallica-fans vóór hem gaan verontschuldigen, vraagt hen – laat het ironisch zijn – er samen toch het beste van te maken. Want al zijn geliefde tienerfans die smachtend hun idool op de woorden van zijn breekbare nummers navolgen, staan noodgedwongen meer achterop op de wei. Ook de festivalcamera moet zo veel verder op zoek naar presenteerbare enthousiaste handjesaantallen. De respons voor de zanger met nochtans vele miljoenen streams op de Spotifies, die hele zalen vult en samenspeelde met Sam Smith en Bastille, is navenant schraal. Zijn show is oerdegelijk, uitgekiend, fraaie visuals, alles in zich om ijzersterk te zijn. Maar ondankbaar. ‘Another two songs and I will fuck off!’ Zijn trieste intieme zelfmoordhit Before You Go weerklinkt met de laatste regels voortdurend op repeat hier dan dus wat dubbel. Zijn afscheidswoord: ‘If you loved it, go and tell it to others. If you did not love it, keep it to your fucking self…’ Grimlachend af, Lewis Capaldi. Maar kom, ernstig, het was toch volhardend op sarcasme gespééld, Lewis, die sympatieke man grapt en grolt altijd, zo zit ie gelukkig in elkaar. Zo kon hij trouwens, met zijn bijtende humor, altijd al omgaan met nog véél donkerder aangelegenheden dan deze in zijn voorbije jonge leven. Chapeau dus, Lewis, it is what it was. Maar hier zal het toch voor een andere keer zijn. En intussen de fans? Geen zorg, die waren er en ze bleven continu goed gezind… (Main Stage)

Turnstile – 5 sterren.

Door een ongelukkig wenden van het lot, corona bij Greta van Fleet! Wordt Turnstile ineens naar de Main Stage gekatapulteerd… Maar gelijk als een orkaan razen deze hardcore-lefgozers uit Baltimore over het podium. Bulderend genereren ze een kinetische energie die we zelfs bij Idles nog niet zo intens zagen. Kippenvel! Turnstile leert je wat moderne gitaarmuziek is en ze sprokkelen hierbij in hun blote jonge bovenlijven royaal uit hun prille meesterwerk Glow On. De frisse wind die opkomt is dus niet enkel voor rekening van de vallende avond. Ze gooien Nirvana, At The Drive-In, Weezer, Beastie Boys, Rage Against The Machine in hun supercatchy kolkende hardcore-blender. De energieke vocals van de ononderbroken kronkelende frontman, de punkrockanthems, de full-speed ritmes, pompende riffs en mokerende drums ze gaan hand in hand met verrassing en ijzersterke melodie. Turnstile shakete hier klankenchaos eenvoudig en simpelweg met gelukzaligheid. Zij allerminst onder de indruk van hun ondankbare opdracht, ook voor hen, om net voor het grote Metallica te moeten spelen. Ze maken er, vlot glijdend als door de boter, een voor iedereen welwillende en meeslepende ervaring van. Er zit zowaar ook inlevende beweging en ritmiek in de zwarte horde. Zo ontwapenend en onbevangen presenteren zich daar die jonge, driest rond zich heen slaande honden. (Main Stage)

The Chats – 4 sterren.

Drie charmerende Australische jongelui die onder de aandacht kwamen van gerenommeerde namen Grohl, Homme en Iggy Pop, de bal zou voor minder al gaan rollen. Stevige Foo-Fighers-like set inderdaad, maar constant een paar versnellingen hoger. Full-energy-punkrockers die weeral heel verfrissend – remember Turnstile! – brutaal, luid en vooral heel snel staan te wezen. Op een half uur tijd vlot een massa knallers erdoor rammen, geen seconde om tussenin te lullen, respect, dat presteren zij en, for the Werchter-history, ze deden het ook fantastisch! (The Slope)

Metallica – 3,5 sterren.

Voor ruim de helft van de massa gitzwarte shirts voltrekt zich eindelijk ritueel de heilige vervulling. Metallica, bij de meest succesvolle bands ter wereld, opent zijn hoogst sacrale seance met een AC/DC-song en weids imponerend, met Morricone’s Extacy of Gold. Het ment zijn inmiddels klassiek geworden thrashmetal kristalhelder naar de hunkerende massa. De setlist doorploegt de hele discografie. Ze bevat heel wat lekkers om voluit op mee te brullen. De podiumopstelling met enkel opgehangen, voordurend anders belichte vierkanten oogt veel eenvoudiger dan bij hun laatste passage. Maar gaandewel wordt alles flitsend duidelijk, je ziet laserlicht en zelfs… vlammenwerpers à la Rammstein all over the place. James Hetfield ziet er stralend en fris uit nu hij zijn alcoholverslaving blijkbaar weer onder controle heeft, maar owee, onder de minutieus klare gitaren zingt ie wel eens vals. Staat nimmer stil, want Metallica stormt erop los en de aardige man met de duivelse stem heeft bovendien als vanouds weer tal van lieve boodschappen voor al zijn Metallica-hongerige, maar – hoe komt het toch? – globaal toch stillere en makkere fans.
00:55u., laatste gulp vuurwerk. Podium totaal afbraakwit en leeg. Vijf minuten later, elk Metallicalid draaft nog eens op voor de micro, schreeuwen elk individueel uit hoezeer ze van België, Werchter en al de al naar de Haachtsesteenweg vertrokken fans houden…

Hier de heilige setlist voor de die-hards :
It’s a Long Way to the Top (If You Wanna Rock ‘n’ Roll) – AC/DC, The Ecstasy of Gold – E. Morricone, Whiplash, Creeping Death, Enter Sandman, Ride the Lightning, No Leaf Clover, Wherever I May Roam, Sad but True, Dirty Window, Nothing Else Matters, For Whom the Bell Tolls, Moth Into Flame, Welcome Home (Sanitarium), Seek & Destroy. (Main Stage)

Op dag 3, zaterdag 2 juli…

Werchter, zaterdagmiddag. Hmm, het op de Main openende Nederlandse Goldband klinki en passant toch wel vrij goed. Maar dit moest en zou mijn chill-dag worden en de dag start sowieso al altijd resoluut in de Aperotent. Dus recht naar ‘t aperitief om er mijn Imbev-Victoria in glas te sommeren. Was het daar warempel al vrij druk met Nederlanders die ook hun bloedeigen Goldband links lieten, wat in hun geval toch al veel minder sympathiek was. Me daarom wijselijk aangesloten bij een duo New-Yorkse stadsambtenaren-democraten, die me heel goed ontvingen en soigneerden en we hebben er o.a. de recente Amerikaanse arbortuswet behandeld en het federale onderzoek inzake de US Capitol-raid.

Sloper – 4 sterren.

Sloper, haha, Sloper in The Slope, maar nee, goed, da’s het muzikaal project van Mario Goossens en Cesar Zuiderwijk, ouwe rotten van Triggerfinger en Golden Earring. Met zijn vieren, twee (!) drummers én gitarist Fabio Canini plus zanger-gitarist Peter Shoulder, klinken ze ergens tussen Queens Of The Stoneage, The Black Box Revelation en Rage Against The Machine. Genieten zelfs al enige bekendheid sedert hun singles I’m Alive en Mind Melter. Leveren hier een korte enthousiaste, druk bijgewoonde en, heel eerlijk, uitstekende stonerset af, daar aan The Slope. Kan dan ook moeilijk anders eigenlijk, met die (letterlijk dan) immer hevig doorslaande topdrummers. Weer zes Nederlanders naast mij, jongens toch, kenden die Sloper helemaal niet, tot Golden Earring’s Radar Love in de set opdook. In Sloper-versie, op nog meer speed en adrenaline. Héél toffe beginner! (The Slope)

Måneskin – 4 sterren.

Ja, in het rockleven als een komeet naar de sterrenhemel omhooggeschoten, want ze wonnen het songfestival daar in Rotterdam 2021, weetjewel. Dus dan hier ook maar direct de Main Stage op. Presenteren er hun vlotte op vroeger geïnspireerde rock. Is die nu in ‘t Engels of in ‘t Italiaans, altijd is daar wel de prominent wapperende Italiaanse vlag. Hebben met hun bevallige Damiano David een continu entertainende frontman met altijd melodieuze stemrasp. Van het opruiend het publiek bespelen heeft hij al serieus wat pap op. Samen zijn het heel vrijgevochten jongelui die zeker in die zaterdagse hitte als vanzelf muteren in rondhossers in halfblote, volgetatoueerde lijven. De witte, wulpse, ook al bevallige Victoria de Angelis op hoge hakken mag in dit spektakel niet ontbreken. ‘Gecamoufleerd’ rondborstig trekt ze in haar eentje de aandacht van heel Werchter. Bij hun eerste Amerikaanse optreden ooit waait hiermee, in deze ‘outfit’, gegarandeerd, een nog veel groter Nipplegate op dan in de Hollywood Bowl ooit met het duo Timberlake en zedige Janet Jackson. In hun Iggy Pop-danksong gaat vandaag nu ook Måneskin’s gitarist Tomas Raggi, ‘gitaarspelend en al’ vrijdiven over de hoofden van het frontstagepubliek. Tijdens het laatste nummer, vol Italiaanse chaos, de hele stage vol joelende kindfans. Måneskin speelt zo z’n uitstekende set, doen het met overgave en al direct met bakken flair. Hun rock&roll is eerlijk en attractief, voilá, tot spijt van wie ‘t benijdt. Uitgebreide respons is dan ook royaal hun deel. Bravissimo! (Main Stage)

Charlotte Adigéry & Boris Popul – 4,5 sterren.

Pas onlangs zijn mama en papa Charlotte en Kamagurka-zoon Boris hun eerste kindje rijker, staan ze hier recht vanuit de afkolftent iets verderop dan toch maar op ‘t podium van Klub C. Nog nagenietend van hun zwaar opgemerkte BBC-Jools Holland-passage laatst. Charlotte mist dus intussen het sierlijke bolle buikje waarmee ze nog de hoes van hun bejubelde topplaat Topical Dancer opfleurde, maar staat ze nu des te meer slank en gorgious zwarte queen te wezen in haar wapperend zwarte outfit. Maar ze kent haar kleine Werchterse voorgeschiedenis nog, als hardwerkend Coca Cola-meisje ooit, hier. Flitsende Bolis dan, eerder teruggetrokken is hij in alles het tegengestelde van zijn schattige vrouwtje, flitsende techno-man wel, in ‘t stralendste wit. Hun spirituele alternatieve elektropop waaiert over de hoofden en de scirocco aan ritmes die niemand stilhouden wordt de dance waaraan de Klub zich met volle graagte en wild klappend laat verslingeren. Het duo etaleert het onbevangene van het verre Bananarama en Fun Boy Three en het gelaagde van een gouwe ouwe David Byrne, maar ze turnen de stage er nu geheel mee om naar 2022. Charlotte is trouwens een geknipte artieste die in haar talent om overrompelend te entertainen en te charmeren momenteel al héél ver staat. Ze experimenteren vrank en vrijelijk verder met hun gradaties van stoeierige guitigheid en oogsten daarmee schittering en speelse echtheid. Het pakkende van de Dewaele-brothers, die alles vaderlijk voor hen superviseerden, klinkt door, imponeert. Out of the box of bassend met gitaar, de staalharde minimale beats, zweemt de intense techno-aankleding à la Soulwax, die een en al springerigheid oplevert, constant positieve vibes en pulserende Afrikaanse ritmes. Er pal tussenin is daar steeds de ontwapenende Charlotte die met al haar lieve tussenkomsten de kudde vertedert. Het enthousiasme alom was dus, over en out, o-ver-ver-diend! (Klub C)

Leon Bridges – 4 sterren.

Een in de tijd van toen, maar ook bijna als een ‘Elvis met een hoedje’ opgeklede Sam Cooke-adept die singer-songwriter werd en de wereld nu op fragiele, hartverwarmende wijze de hedendaagse soul, gospel en r&b serveert. Heeft daarvoor zijn fameuze iele falsetto in huis, maar ie floreert evengoed in al de lagere registers. Bovendien is al dadelijk te horen dat de man naast Otis Redding-soul ook verre van vies is van Kendrick Lamar-hiphop, dancebeats, synths, funk, scheurende blues en rock met keiharde drums. Zijn veelkoppige band, mét keurig danspassende sixties-backing vocals, bedient hem foutloos op zijn wenken en zorgt voor de geweldige orkestratie van de set. Die variatie wordt dus bij wijlen een zomers feestje met aan iedere stemming aangepaste achtergrond-visuals. Leon is intussen een internationale hitmachine geworden en zelfs onder de zwoele loden hitte volgt de stampvolle tent alles heupwiegend en meeklappend op. Helemaal niet moeilijk met zo’n set. Want Leon Bridges, guys, this man has soul! (Klub C)

Twenty One Pilots – 3 sterren.

Ook voor Twenty One Pilots staat vooraf al een hele menigte geduldig te drummen vóór de Main. Dan daagt het Twenty One Pilots-duo op, buiten het hete weer om gehuld in warme wollen skimutsen. De respons op elke song is fenomenaal. Na het tweede nummer gaan de gekke mutsen eraf en van dan af joelt het publiek. Ik eerder zin om op te stappen, maar het duo zingt zo rondom te zien blijkbaar enkel gouden poprockhits of ‘a billion streams-songs’, die overigens geen enkele introductie verdragen. Ze doen alles zo professioneel, die Tyler Joseph en Josh Dun, aanvankelijk enkel met drums, keyboard en Tyler’s lijzig snijdend zingende neusstem, maar het zijn dus vooral wel born entertainers. Met hun ‘grappige’ outfits. En ‘t zijn planners ook van tal van leuke dingetjes die zich ‘spontaan’ voordoen on stage, gezellig rond kampvuurtje zitten, rook en confetti afschieten. Bijvoorbeeld. Maar vooral, echt, ze zoeken en vinden de perfecte interactie met de weide, waardoor er zich, aangenaam genoeg, weinig ‘ambetant’ biermorsend over- en-weergeloop voordoet. Hoor ik daar dan een (Elton John-)cover en dan nog een cover en dan nog één? Inderdaad. Maar goed, die Tyler kan toch heel vaardig met piano om, herinnert vaak aan de driftig toetsenhamerende Ben Folds en waar nodig dagen er ook tal van andere professionals op, gitaar, bas, viool, trompet, die het geheel met nog meer energie opleuken. Een op en top gepolijste Amerikaanse band dus die het hele scala van hedendaags populaire genres beheerst en er een aanbeden potpourrie van songs mee bekokstooft. Dan dus toch de hele show meegemaakt en die Twenty One Pilots hebben er daar zeker heel velen mee tevreden gemaakt. Wie hoor je dan nog morren? (Main Stage)

Jamie XX – 4 sterren.

The Barn met lijven eivol volgestouwd voor de act van schizofrene Jamie Smith uit Londen. Voor fris stampende beats moet je zonder twijfel hier en nu bij hem zijn, want deze Jamie bedient je hier à volonté. De andere Jamie zette, helemaal daartegenover, al de melancholieke pop van The XX in de steigers. Maar kan dus evengoed, als fenomenaal DJ, anderen volledig uit de bol laten gaan. Zie hem daar trancerend op repeat beentjeverspringen, de handen aan zijn tafels, tegen de flitsend rood-zwarte lijnendans in de achtergrond. En hé, grappig, het creatieve publiek verweeft er zelfs zijn eigen voetbalanthems in. Zij maar raven en hypnotiserend ritmeren. Hoe impressionant wat ie daar zo tomeloos ononderbroken doet, van waar haalt ie in godsnaam die zeeën van sounds? Zijn set, die is scherp en agressief zelfs. Zo hermaak je opbeurende festivalvriendelijke underground-rave van bijna drie decennia geleden, we krijgen er niet genoeg van. Maar pikken toch nog de afsluitact op de Main mee… (The Barn)

Imagine Dragons – 3 sterren.

Dan aankomen in onwerkelijk volle, wriemelende rockbroeierigheid en drukte voor de Main, met het Amerikaanse Imagine Dragons in volle ontplooiing. “Al de hits moeten nog komen”, zegt me de koffieman geruststellend :” Radioactive, Believer en Thunder van hun laatste, die komen zeker.” Waaw, zij zijn, zoals te verwachten/te vrezen zeer groot geworden, Imagine Dragons, nog enkel de grote arena’s in met al die pretentieuze rauwe emo-gezangen recht uit de helse strot van Dan Reynolds, oprechtste preker over liefde en vrede van ‘t hele veld en hun songs deskundig volgestouwd met heavy bass en intense drums. Inschuivend – slik! – vertrouwde hij mij en ons juist nog toe dat hij de voorbije tijd veel mensen heeft verloren en dat dit hem heeft veranderd op een manier die hij niet kan uitleggen. Hoe on-cool ook hun poprock, rap enzovoort, de duistere, nog steeds massaal gevulde wei zetten ze vlot en bijna letterlijk in de fik. Met niet aflatende adrenalinestoten wordt de ambiance heel professioneel opgebouwd. En voor die hele lange trip down memory lane geven de fans hun appreciatie graag, met volle overgave en onder uitbundig applaus terug. Energie van beide kanten als het ware. Dag drie daar finaal mee afgewerkt, de meute druipt uitgelaten weer af, nog lang in dichte drommen nascanderend, Radioactive, Radioactive, Radioactive...Dan toch wel indrukwekkend is het niet? (Main Stage)

Op dag 4, zondag 3 juli…

Big Thief – 4,5 sterren.

Zonder heksentoeren heel verrassend en voor het eerst hélémáal op de allereerste rij geraakt. Voor Big Thief, op zijn minst voor veel singer-songwriter-lovers ‘big thing’ voor vandaag. In heel intieme sobere opstelling staan Adrianne Lenker en haar drie companen er al direct lachend hun overwegend akoestische, wat sombere folkrock in te zetten. Adrianne is een introspectieve frontvrouw met algeheel lak aan sterallures. In hun set ontbreekt alleen het artificiële kampvuurtje van Twenty One Pilots van de dag ervoor nog – gelukkig. De sfeer van hun groepskameraadschappelijkheid vonkt op zich al maximaal over. Geen drie minuutjes later al staat Adrianne toepasselijk gelukzalig te fluiten overheen de nog eerbiedige rust van de The Barn. Eerder al bracht ze haar fraaiste Joni Mitchell-stemmetje in. De hele set ademt sfeer tot de laatste noot én, weer gelukkig, de songs van hun recentste, moeilijk bekkende meesterwerk, het dubbelalbum Dragon New Warm Mountain I Believe In You. Zet ze op haar akoestische gitaar iets anders in, kijkt ze eerst intens en innemend in de zes andere ogen, het moet direct heel goed zitten. Er is ook een echte mondharpist erbij gekomen. Stelselmatig vervoegen ook de meeklappers uit het publiek zich in het stuk, meer en meer enthousiasme all over the area. Een kwartier later zit het volume al heel wat hoger, maar alles blijft indrukwekkend Big Thief, inclusief de hele sfeer van happy understanding. Adrianna lijkt de geestdrift die haar ten deel valt wat verlegen aan te nemen als ook de publiekszangkoren haar lyrics verrassend goed lijken te kennen. Een enkele keer etaleert ze, fier, ook een elektrische gitaar, voor de enige (door haar) versterkte song. Een crewlid overhandigt me achteraf de setlist van het The Barn-optreden. Hier zijn ze, voor de fans: Cactus Practice (Tori Amos), Vegas (uit Masterpiece), Blue Lightning*, Dried Roses*, Certainty*, Change*, Sadness, Stay, Replaced (uit Two Hands), Spud Infinity*, Happy With You, Cell Phone Says, Cattails. (The Barn)
*uit Dragon New Warm Mountain I Believe In You

Keane – 4 sterren.

15 jaar moest het ooit alternatief begonnen, wereldvermaarde Keane wachten om nog eens op Rock Werchter’s Main toegelaten te worden. Nu houden ze er behoorlijk stand, indanks het uur, 15:25u, een massa in het brandende zand. Vaststelling: toch algemene aandacht én ambiance. Uiteraard van de meerderheid die sedert 1997 met Keane is opgegroeid, maar even enthousiast van hun kids die de tophits met de paplepel meekregen. Tom Chaplin, mooi grijzer geworden, glundert ervan en geniet, des te meer na de lockdown, eindelijk ook voor hem nog eens de ontlading van in de grote arena’s te staan, net zoals vroeger. Behalve de enkele liedjes van het laatste album staan uiteraard al de melancholieke hits op het menu, Somewhere Only You Knows, Everybody’s Changing, Bedshaped, This Is Is The Last Time en zo. Chaplin wacht niet om ze er tijdig tussen te gooien, als de aandacht ook maar iets zou dreigen te verslappen. Maar de fans lijken gek van alles en de tweehandenhartjes gaan steeds meer de hoogte in. De liefde is gebleven en in de ruim gekende setlist zitten dan weer absoluut géén grijze haren. Op zijn gouden stem valt evenmin iets af te dingen. “Thanks”, zegt ie daarom dan, bijna ontroerd. “For your passion in this boiling heat.” (Main Stage)

Dry Cleaning – 4,5 sterren.

Nijdig sprintje tussen naar overal uiteenzwermende festivalgangers. Dacht eerlijk wel even dat dat viertal Engelse postpunkers van Dry Cleaning hier toch ook al wat respect voor hun huge bekendheid zouden mee hebben gekregen. Helemaal (nog) niet dus. Kregen ze dus maar een plaatsje aan die verre The Slope. Staan we daar bovendien, voordeel één, gelukkig wel hélémáal vooraan aan de schaduwrijke frontstage. Het aangenaam relaxte dialectparlando en de niet alledaagse teksten van direct in het oog springende Florence Shaw grijpen daar vooraan weer regelrecht bij ‘t nekvel. Florence met haar opvallende halvemetermanen, soms scary indringende blik en bevallig knalrode lipstick, moet hier samen met haar wilde vrienden wel van meetaf aan herbewijzen hoe en waarom ze hun succes al zo verzilverden. Maar het kort houden wordt daarbij al zeker de eerste, belemmerende boodschap. Genadeloos schiften geblazen dus onder de dynamietsongs van hun superbe debuutalbum New Long Leg, gemaakt onder supervisie van overbekende John Parish. Slechts een paar oudere songs zitten erin. De setlist : Leafy, Unsmart Lady, Strong Feelings, Her Hippo, nieuwe single Don’t Press Me van het nog in oktober te releasen album Stumpwork, Magic of Meghan, Tony Speak en Scratchyard Lynard, het zijn evenveel prachtig trancenderende, catchy stukken die het halen. Met (bijna puberaal) genoegen, voordeel twee, neem ik van Florence het document van de The Slope-setlist in ontvangst, voorzien van haar olijke handtekening, plùs die van mokeraar Nick Buxton. Aan The Slope, echt waar, zitten de artiesten, zelfs de grootste in spe, achteraf helemaal niet weggestoken. Ze moeten met hun security zelfs helemaal tot over de wei. Ze zijn ‘kwetsbaar’ en dus met wat durf benaderbaar. Zelfs aanspreekbaar! Find the right moment. Dus. Nergens, niet in het minst rond al die andere monumentale stages laat de strakke ‘Werchterpolitie’ nog dergelijke spontaniteit toe…

Goed, dus heel memorabele groep in wording dit Dry Cleaning. Levendige Florence laat me weten ‘how excited’ ze was met de onverhoopte ontvangst hier in Werchter. Ze ziet ook in België hun fanbase voet aan de grond krijgen, “ondanks het feit dat jullie van mijn lyrics wel helemaal niks zullen begrijpen. Maar misschien, we hope, wordt het ook hier wel vergelijkbaar met de situatie in Engeland”. De stijlvergelijkingen die de schrijvende pers ook voor hen al maakte in de zin van ‘similar band’ als tijdsgenoten Fontaines D.C., Porridge Radio, Yard Act, Goat Girl, Squid, Shame en consoorten vind ze in hun geval toch maar niks. We do our thing since a long time. Alles dus ‘louter toevallig’. Laat in alle geval oktober maar komen… (The Slope)

Michael Kiwanuka – 4,5 sterren.

Knalvolle The Barn voor de soul, blues en rock van de Londense Michael Kiwanuka, charismatische, overbescheiden donkere dreadlockman met Tell Me A Tale en Home Again ooit op zijn conto. Die kanjers van hits blijken ook de hoofdaanleiiding voor de aanwezigheid van velen hier, jonger én ouder. De man die met zijn exceptioneel warme stemgeluid de wereld veroverde, beroert zelf spaarzaam een akoestische gitaar, zijn stem is zijn grootste kleurrijke instrument, Home Again-like, maar soms ook tot in het emotionele bereik van een Joe Cocker. Hij laat ingetogen en harmonieus het mooiste van zijn gouden sound over ons neerdalen, blik op oneindig als vertoefden we intussen in groene Oegandese landschappen. De zeskoppige backinggroep schildert al die ritmes en sferen met weelderige orchestraties, percussie, nu een kleine, dan weer wild loeiende elektrische gitaren, hooggestemde backing vocals-improvisaties Pink Floyd’s Dark Side Of The Moon waardig. De set schrijdt in zijn geheel schitterend vooruit, aangrijpend, vol fraaie geluiden. Het als reactie aanhoudend ritmisch applaus en zelfs uitzinnig voetengestamp wordt spontaan een vast versterkend deel van de The Barn-soundtrack. Weer een van die al te korte performances van een artiest met hoogst uitzonderlijke uitstraling en présence. (The Barn)

Setlist: Falling, One More Night, You Ain’t the Problem, Rolling, Black Man in a White World, Rule the World, Hero, Final Days, Solid Ground, Cold Little Heart, Love & Hate

Red Hot Chili Peppers – 4 sterren.

Oef, geen corona dus in de finale van Rock Werchter editie 2022. De ouwe funkrockers van Red Hot Chili Peppers kunnen dus gezond en wel de buhne op en er gaan bewijzen dat ze nog steeds een feestje kunnen bouwen, doorspekt met hun alom vertrouwd uitgekiende wirwar. Kijk, de Peppers’ podiumaankleding moet echt niet ingewikkeld zijn. Het volstaat met, naast zijschermen, met niet meer dan een klassiek achtergrondvideoscherm. Ze hebben intussen een zowat veertigjarige carrière achter zich, maar hun reputatie is op vandaag nog steeds om u tegen te zeggen. Des te meer werd er verwacht sedert de terugkeer van bloedbroeder-meestergitarist John Frusciante, man die in al de Peppers’ beste dagen de zuiverste emotie uit zijn gitaarsnaren kon toveren en die met het nieuwe album Unlimited Love, plaat over eindeloze liefde en vriendschap, ineens de vier ouwe getrouwen weer spannend laat klinken. Vandaag daar op het podium staan ze constant gemeend joviaal en dartel te wezen. De songs van tijdens de vele recente jaren zonder Frusciante zijn helemaal geschrapt, niks is er hier nog van terug te horen.

Wilde oranje bassist Flea, met z’n flashy groen mutsje en lange blauwe rok, de immer ernstig solerende gitarist Frusciante en de loos gaande drummer Chad Smith hebben de eer de set met zijn drietjes af te bijten, om 23:24u, eigenlijk zes minuten eerder dus dan voorzien. Die zes minuten worden inleidend helemaal volgemaakt met een verbazend stevige jam, tot uiteindelijk de royaal besnorde zanger Anthony Kiedis met scheve pet en weirde bolletjesjas opdaagt met Around The World. Hij draagt het intussen legendarische Pepper-materiaal aan recht uit de hoogdagen en steekt het hellevuur aan de lont voor een van dan af heel venijnige set die 92 minuten zal volmaken. Ook tal van klinkende nieuwe nummers van Unlimited Love schatten ze – terecht – heel hoog in voor de set, er zitten er zelfs een handvol in de hele Peppercarrousel. Ruimschoots halen die songs het kwaliteitsniveau van de plaat, nee, ze overtreffen het zelfs! Uitschieter Black Summer bijvoorbeeld, ingetogen melodisch samenspel in de start, Kiedis’ steeds hyperkinetischer, tot de strakke beat wordt overgegeven aan Frusciante’s atmosferische gitaargeluid, het wordt nu al een van de nieuwe klassiekers. Het enige buitenbeentje komt van een solo zingende Frusciante. Akoestisch brengt hij zomaar ineens de universele Elton John-cover Your Song.

Brachten ze dus samen eerst al de nieuwe dubbelaar, maken ze nu ook nog eens hard dat ook op het podium het nieuwe élan is teruggevonden. Bijna euforisch uitvoerig krijgt daarvoor onder dit gesternte de hele wei van Flea een bedankje, omdat de aanhang de Peppers tot op vandaag toch zo trouw is gebleven. Maar de fans die hen tot en met hun schitterende recente Unlimited Love door en door opvolgden, die zijn er op diezelfde wei in feite toch maar al te weinig, getuige de uittocht die zich beetje bij beetje al inzet. Het eeuwige lot van supergroepen die creatief verder met nieuw materiaal komen aandraven. Enkel een beperkter publiek zal de hele set, met al het oud én nieuw, helemaal in het hart sluiten. Hoe dan ook kregen we hier voor ons een viertal dat er gedreven en happig uitzag. Hier waren ze weer met een grootse gepeperde show vol hits op hun best. Het doek viel finaal om 00:56. We moeten ze dus, zelfs na deze toch wel al te korte set, waarvoor tal van topsongs aan de kant bleven, verder blijven toerekenen tot de echte reuzen van de rock. (Main Stage)

Setlist: Jam, Around The World, Dani California, Charlie, The Zephyr Song, These Are The Ways, Your Song (Elton John), Snow (Hey Oh), Aquatic Mouth Dance, Wet Sand, She’s A Lover, Right on Time, Black Summer, Californication, Give It Away, Under The Bridge, By The Way.