×

Recensie

Alternative

23 april 2024

BMX Bandits

Dreamers on the Run

Geschreven door: Leon Pouwels

Uitgebracht door: Tapete

Dreamers on the Run BMX Bandits Alternative 3.5 BMX Bandits – Dreamers on the Run Written in Music https://writteninmusic.com

BMX Bandits, de supergroep die niemand kent. Nou ja, niemand, Kurt Cobain liep er mee weg. Zijn brede muziekkennis zorgde voor wel meer verrassingen, en dit was er één van. Eugene Kelly komt oorspronkelijk ook uit het BMX Bandits nest, en Nirvana pakt zijn latere band The Vaselines op, sterker nog, velen weten niet eens dat songs als Molly’s Lips, Son Of A Gun en het fraaie Jesus Doesn’t Want Me for a Sunbeam van zijn hand afkomstig zijn. BMX Bandits, met cultheld Norman Blake die later met Teenage Fanclub wel aan het succes mag proeven en Sean Dickson die met zijn bandje The Soup Dragons met de The Rolling Stones cover van I’m Free een megahit scoren.

En uiteraard ook met Duglas T. Stewart. Huh…wie? Duglas T. Stewart. En daar gaat het dus fout, deze Andy Warhol lookalike in zijn jongere jaren is de enige zekerheid binnen het Schotse indie gezelschap BMX Bandits. Zit er nog iemand op nieuw materiaal te wachten? Toevallig verschijnt een kleine twee jaar geleden nog de Music For The Film Dreaded Light op het Tapete label. Duglas T. Stewart heeft er zin in. Op papier is het allemaal zo eenvoudig maar in de praktijk is het lastiger te realiseren. Daarbij komt de zanger in een neergaande spiraal terecht en is hij halverwege de opnames een geestelijk emotioneel wrak die zich ook lichamelijk amper staande houdt.

Al tien jaar geleden ontstaat het plan om Dreamers On The Run te maken. Maar dan moeten er wel voldoende collega’s beschikbaar zijn om dat idee vorm te geven. Voormalige partner Sean Dickson zoekt dat touren niet meer, maar wil wel een toeziend oog over het eindproduct werpen, en deze eventueel nog een beetje bijschuren. En dan kom je vervolgens bij gelijkgestemde Calvin Johnson terecht. Deze voormalige hedendaagse hippie zit in het zweverige, vredesbewarende The Go! Team en het uit de hand gelopen lo-fi hobbyproject Beat Happening. Postpunk gitarist Jowe Head is in een grijs verleden aan het opruiende Swell Maps en de postpunkers van Television Personalities verbonden. Nu vormt dit tweetal samen met Duglas T. Stewart de basiselementen van de zoveelste BMX Bandits reïncarnatie.

Durf te dromen, maar ontwaak op het juiste moment. Het slaapdronken Dreamers On The Run titelstuk wordt door een agressief op oorlogspad zijnde klassieke operazangers rariteitenkabinet bruut verstoord. De jeugd wordt tegenwoordig door de hardheid van muziek stevig aan de kaak gevoelt, maar in principe klinkt Dreamers On The Run net zo opruiend als de hedendaagse muziek, alleen dan in een ro(c))kkostuum gegoten. De naam zegt het al, een beetje anarchistische idealisme mag toch wel? Vergeet niet dat ook een Mozart zijn tijd ver vooruit was. En Duglas T. Stewart? Die klinkt een beetje als een mijmerende Kermit De Kikker, diep in een ver weggestopt bos. Pas als de funk aanzwelt komt het allemaal tot leven en wanen we ons weer in de jaren zeventig op de verlicht knipperende discovloer. Een vreemde opener, waarin zoveel gebeurt dat het amper te volgens is. Spannend? Ja, maar vooral erg vreemd dus. Bijzonder om met die hallucinerende trip van ruim zes minuten te beginnen.

Het speelse Setting Sun is een onschuldige kinderlijke Everly Brothers achtige song, verpakt in een vroeg jaren zestig samenzang jasje. De gitaar mag afgeknepen soleren, om vervolgens weer in de instrumentenkoffer te verdwijnen. Zelfs de mondharmonica ademt die primitieve drang tot spelen uit. Achter de microfoon vechten ze om wie de hoofdzang voor zijn rekening neemt. De met zeurderige stem gezegende Duglas T. Stewart is net wat luidruchtiger en wint het van de bescheiden Calvin Johnson. Hij zwalkt zich vervolgens door Time to Get Away heen, om op het einde wat meer op de voorgrond te treden. Time to Get Away is zomers dramatisch Burt Bacharach orkestraal, een tikkeltje beladen Ennio Morricone filmisch met een hoog cocktail alcoholgehalte en nog een hoger de dag daarna opgelopen kater percentage. Het nostalgische What He Set Out to Be legt de idealen op een weegschaal. Heb je bereikt waar je ooit je zinnen op gezet hebt of voelt het als een totale mislukking aan.

De Cockerel’s Waiting folk inleiding pakt niet door. Antiheld Duglas T. Stewart speelt goed toneel door heel eventjes in een kwaadaardig personage te kruipen. Het verzachtend tegenwoord gooit er een musical charleston parodie doorheen, of is het allemaal gemeend? We eindigen in ieder geval ergens op een strandje, zo eentje die de licht erotische posters uit de jaren zeventig versierde, met in de schaduw twee schaars geklede, of ongeklede man en vrouw figuren. Het is allemaal zo gestoord, zo vreemd en dat beseft de zanger al te goed. In de elektronische My Name Is Duglas (Don’t Listen to What They Say) Libertango is de vocalist de weg volledig kwijt geraakt. The Rise And Fall Of Dicky Stardust, het mentaal minder ontwikkelde broertje van Ziggy.

Home Before Dark – In the Industrial Zone is stukken serieuzer, een waardig eerbetoon aan de Schotse industriesteden die in de nacht in woest starende grijze rook spugende monsters veranderen. De keyboard zorgt voor een fout jaren tachtig B-film tintje en maakt het helemaal af. De gearrangeerde Things You Threw Away swingbeat brengt je midden in het bruisende Englishman in New Yorkse grote stad positie van The Bloomfields gitarist Jay Jay Lozano. Een groot contrast met het uitgeleefde Schotse spooksteden mentaliteit in Bellshill, waar werkeloosheid het arbeidsaanbod overstijgt.

Pas tegen het einde kom je er achter dat je de hele tijd voor de gek gehouden wordt, want Duglas T. Stewart kan weldegelijk goede pakkende songs schrijven. Het stevig ouderwets rockende Hop Skip Jump (For Your Love) is een scherp uptempo liefdesliedje met lekker gejaagd gitaargeweld en ook The World Was Round heeft een lekkere opzwepende opgepompte spiermassa drive. Het vintage gestuurde Casio Digital Dreamers maakt korte metten met de spottende foute computerdeuntjes. Is dit de kijk van Duglas T. Stewart op het hedendaagse artificiële intelligentie gebeuren, waar met ongestraft nummers mag verkrachten? Zo voelt deze wrange instrumentale humor namelijk wel een beetje aan. Dreamers On The Run is een grabbelton gevuld met afdankertjes welke wel een betoverende spontane glimlach op je gezicht creëren.



  1. Dreamers on the Run
  2. Setting Sun
  3. Time to Get Away
  4. What He Set Out to Be
  5. Cockerel's Waiting
  6. My Name Is Duglas (Don't Listen to What They Say)
  7. Home Before Dark - In the Industrial Zone
  8. Hop Skip Jump (For Your Love)
  9. The World Was Round
  10. Things You Threw Away
  11. Digital Dreamers