Depeche Mode
Delta Machine
Depeche Mode heeft een probleem. Een luxeprobleem weliswaar, maar desalniettemin… Punt is dat het drietal met Delta Machine een bovengemiddeld goed album heeft afgeleverd. Maar dat het bovengemiddelde album moet opboksen tegen werk dat de aardse dampkring al lang en breed ontstegen is.
Het is het juk van elke superband, die op een bepaald moment in de carrière met een überbriljant album het muzieklandschap voorgoed heeft veranderd. Depeche Mode heeft dat zelfs met meerdere albums voor elkaar gebokst. En zodoende wordt elk nieuw album al dan niet onwillekeurig tegen die geluidsbepalende momenten afgezet. Zeker de laatste jaren, waarin de band niet heel erg op dreef was. Exciter wordt door velen (niet geheel terecht overigens) beschouwd als een smet op het blazoen en Playing The Angel kende sterke tracks. Maar de zwakke broeders op die schijf werden daardoor niet meegetrokken, waardoor het album onevenwichtig was. Sounds Of The Universe zette in 2009 de weg omhoog weer in en frontman Dave Gahan liet enkele maanden geleden op het album van Soulsavers horen dat het heilige vuur in hemzelf weer helemaal opgelaaid was. Dat schept hoge verwachtingen voor Delta Machine.
Die verwachtingen worden absoluut ingelost. Delta Machine laat een band horen die weer comfortabel in haar vel zit en zich er bij neergelegd lijkt te hebben dat innoveren niet altijd meer hoeft als je zo’n imposante staat van dienst hebt als zij. Delta Machine is het dertiende album van het electropopgezelschap, dat vooral haar muzikale diversiteit toont en heel erg leunt op geluiden die we al van ze kennen. Single Heaven, dat zo op zowel dat genoemde Soulsavers album had kunnen staan, of op Songs Of Faith And Devotion, is een buitenbeentje. De rest van het album is harder en mixt enerzijds de elektronische klanken waar de band bekend om staat (de synthpop van Should Be Higher bijvoorbeeld) met meer organische gitaargeluiden (Goodbye) en bluesinvloeden (Slow) en kleedt de boel anderzijds uit met het bijna minimale techno te noemen My Little Universe. Depeche Mode heeft Delta Machine over de hele linie een gevoel van berusting meegegeven. Waardoor het – mede door puike tracks als The Child Inside, het hitgevoelige Broken en het naar new wave neigende Sooth My Soul – zonder twijfel het meest beklijvende album van Depeche Mode is sinds Ultra 15 jaar geleden verscheen.
Waar andere bands en artiesten een moord zouden doen voor een album als dit (en het in die gevallen ongetwijfeld een meesterwerk genoemd zou zijn) hou je bij Depeche Mode echter wel steeds het gevoel dat er wellicht meer in had gezeten. En waarschijnlijk steeds weer omdat je er vooraf meer van verwacht had. Dat laatste komt enkel en alleen door dat baanbrekende verleden. Omdat ‘instant’ iconische tracks zoals de band die in het verleden produceerde ontbreken. Terwijl je eigenlijk gewoon heel blij moet zijn dat deze band er nog is, na ruim drie decennia nog immer niet in het ‘golden oldies circuit’ is weggezakt en gewoonweg nog steeds uitmuntende albums maakt. Want dat is Delta Machine uiteindelijk gewoon.