Prachtvrijdag in Flagey met poëzie, spiritual jazz, grooves en dikke elektronica
Het was de intieme setting van Studio 1, waar op de tweede vrijdagmiddag van Brussels Jazz de première plaatsvond van Oerhert, de theatervoorstelling naar de vermaarde poëziebundel van Astrid Haerens. De bundel die al de Poëziedebuutprijs 2023, kreeg net als nominaties voor de Herman de Coninck- en de Cees Buddingh-prijzen, was de ideale basis voor een programma waarbij Mariske Broeckmeyer en Jasmijn Lootens de muziek verzorgen.
Het leverde rond het middaguur (voor een volledig uitverkochte zaal) een erg fraai en intens programma op waarin de poëzie van Haerens naadloos in muziek werd geplaatst en waarin Broeckmeyer en Lootens tevens songs hadden geschreven die aandachtig op de zeer fraaie, gesproken poëzie van Haerens aansloten.
En waar Haerens haar teksten in het Nederlands sprak en Broekmeyer en Lootens hun songs in het Engels zongen verliep de taalverandering vloeiend. Fraai hoe de poëzie, verhalend over herinnering en rouw, regels en het overschrijden van grenzen, steeds weer met ingehouden klanken werd versterkt dan weer songs verrijkte. Het was een prachtig uur vol intensiteit en emoties.
De aftrap van de tweede vrijdagavond wordt gegeven in Studio 1 met Work Money Death, een Brits collectief dat vanavond in zijn volle bandbezetting met Tony Burkill (tenorsax), Neil Innes (contrabas), Richard Ormrod (fluit en percussie), Sam Hobbs (drums), John Ellis (piano), Daniel Templeman (shakers, klokken, tamboerijn, percussie) voor het eerst op het podium staat.
De band waarvan saxofonist Burkill de spil is, speelt vrije jazz geïnspireerd door de spiritual jazz van Pharoah Sanders en Alice Coltrane. Tenminste dat doet de bio van de band vermoeden. De uitkomst is een wat pittiger variant waarvan het prominente spel van Burkill de basis vormt. Hij is een fijne saxofonist maar ook een showmannetje dat soms met één hand spelend met de andere hand brede gebaren maakt. Daar moet je van houden.
De band is een geoliede machine met muzikanten die met ervaring improviseren en waarbij bassist Innes de drijvende kracht is. Ze spelen lang opgerekte stukken in een goede sfeer. Dat het werkt laat de lange rij wachtenden om een vinyl (of de twee vinyls die er liggen) te pakken te krijgen. En alle bandleden zijn super gemakkelijk te benaderen om na afloop van alle drie de optredens even een praatje mee te maken.
Natuurlijk draait deze avond om het legendarische Ethnic Heritage Ensemble dat dit jaar 50 jaar bestaat. Tegenwoordig ook wel Kahil El’Zabar Ethnic Heritage Ensemble genoemd naar de fameuze bandleider, heeft de vijfkoppige band vanavond twee fameuze gasten mee: David Murray op tenorsax en Joe Bowie op trombone. En de muzikanten hebben er veel zin in vanavond.
Het vieren van hun 50ste jaar (denk daar eens over na…) begint nog een klein beetje stroef. Even wennen aan elkaar zo in die al weken uitverkochte grote studio 4 en aan het podiumgeluid, maar vanaf het ingetogener tweede stuk komt de volle sprankeling van deze zo gelouterde muzikanten vol naar voren. Er volgt een erg fraaie set die zich in het veld tussen groove en spiritual jazz voltrekt en die steeds met sterke solo’s zijn weg vindt.
El’Zabar, zelf ook alweer 70 jaar oud, is de onbetwiste bandleider die steeds met zijn percussie (wisselend tussen handpercussie en achter de kit) de stukken swing, power dan weer souplesse meegeeft waarover de andere muzikanten de ruimte pakken om de stukken te verrijken. Deze (merendeels) oudere muzikanten weten hoe jazz werkt en hoe hun spel de emoties versterkt, tegelijk hoe de groove daarvan een basis is. Heerlijk om te zien. Kahil El’Zabar Ethnic Heritage Ensemble zien is één van de fijnste ervaringen op deze editie 2024 van Brussels Jazz Festival in Flagey.
Hoe ouder en jong elkaar perfect kunnen afwisselen bewijst vervolgens het jonge Brusselse drietal Bandler Ching in de lobby. Het trio dat vorig jaar met hun debuutplaat Coaxial al onze harten veroverde spelen een moddervette set die met veel nieuwe stukken ook de progressie van de muzikanten en hun bandsound laat horen.
Saxofonist Ambroos De Schepper, bassist Federico Pecoraro en drummer Olivier Penu hebben hun sound in de mix van vrije jazz, vette grooves vermengd met elektronica en geven daar hun volledig eigen draai aan. Natuurlijk is STUFF. met hun vreemdsoortige ritmewisselingen voor de Vlaamse scene van volle invloed geweest op elke band die na hen kwam en dat geldt voor deze band al net zo.
Bandler Ching weet het publiek te veroveren met sterke composities die steeds weer op het juiste moment pieken en heerlijk climaxen. Het publiek daarbij volledig veroveren en ook duidelijk aangeven met hun nieuwe composities heel flink door aan het groeien te zijn. De ritmetandem Pecoraro en Penu is geweldig en de manier waarop De Schepper zijn sax door vervormers haalt al net zo.
Fascinerend trio dit Bandler Ching en de ideale afsluiter van de lobbyconcerten van deze editie van Brussels Jazz.
Foto’s: Olivier Lestoquoit