Bob Mould
Beauty & Ruin
Beauty & Ruin is een staalkaart van alles waar Bob Mould de afgelopen 35 jaar voor heeft gestaan. Dit elfde album van de ex-frontman van Hüsker Dü en Sugar is hard maar tevens fijn gevarieerd en vakkundig geaccentueerd. De songs zijn over het algemeen meer dan dik in orde zodat we kunnen spreken van een van zijn allerbeste solo-albums.
Op Beauty & Ruin neemt Mould afstand van de ambachtelijke routine die soms in zijn platen van de afgelopen 20 jaar leek te sluipen. Die platen waren ondanks dat nog steeds prima genietbaar en over het algemeen dan ook gewoon goed. Dit nieuwe album is echter meer dan ooit door urgentie en instinct tot stand gekomen en dat hoor je. Het overlijden van Moulds vader, gezondheidsperikelen in Moulds vriendenkring en niet te vergeten de intense optredens onder de Sugar-vlag van enkele jaren geleden zijn zeker debet geweest aan de hernieuwde intensiteit die we horen op Beauty & Ruin. Qua thematiek beweegt de plaat van verlies en reflectie naar acceptatie en vooruitblikken.
De trage, meeslepende opener Low Season had niet misstaan op het donkere tweede solo-album Black Sheets Of Rain (“Low season turn the sunlight down / No reason left to stay around / Low season in the frozen ground”) en het hieropvolgende Little Glass Pill is een enorm gedreven rocksong die mooi aansluit op het songboek van Sugar. De zinderende hardcore van Kid With Crooked Face, even verderop, had niet misstaan op de knetterende Hüsker Dü-platen Metal Circus en Zen Arcade.
Zo valt er nog veel meer te genieten op Beauty & Ruin: Mould strooit over het hele album met stevige, onontkoombare en voortjagende tracks. I Don’t Know You Anymore is puike Mould-punkpop zoals we die vaak hebben mogen horen. Het uitstekende The War is even catchy als emotioneel: “And this war we fought was violent and long / Weeks turned into years but we kept on keeping on / The ringing in my brain / Is what remains”. Op Nemeses Are Laughing laat Mould lekkere diepe gitaren en een onverwacht percussief einde horen.
Middels een tweetal akoestische tracks blijft de boel mooi in balans. Van dit duo is het vooral Forgiveness dat bijzonder welkom is: met een open geluid en voorzien van een prettige, afwijkende gitaarsound is deze song interessanter dan het vergelijkbare maar zoetsappigere Let The Beauty Be.
Hoewel Beauty & Ruin na de eerste overrompelende vijfentwintig minuten iets aan impact verliest, blijft dit album fier overeind staan. Bob Mould laat op zijn elfde soloplaat de vele harde gitaarbands die vanaf de jaren negentig opkwamen nog even horen hoe het moet.