×

Recensie

05 april 2021

Rootsrock 53 singer-songwriters in de periode 1980-2000 die rocken

Geschreven door: Cis van Looy

De Nederlandse muziekjournalist Wiebren Rijkeboer maakt er een missie van om muzikale parels vanuit zijn persoonlijke luisterervaringen onder de aandacht te brengen. Hij imponeerde met verzamelde observaties van het platenwerk van vergeten singer-songwriters in Americana Outlaws. De jaren zestig werden belicht in De Psychedelische Sixties, de evolutie van garagerock bands en de psychedelische variant wordt in geografisch geordende delen in kaart gebracht.

In gedetailleerde, ongedwongen beschrijvingen worden ruim vijftig muzikanten hier samengebracht onder de noemer ‘rootsrock’. In een verruimd perspectief passeren singer-songwriters die nauw aanleunen bij de rockscene. In het aangesneden tijdperk, de vroege jaren tachtig, overheersen Britse bands, de coutryrockers en ssw, uit de VS  verzeilen grotendeels in de anonimiteit. Aan de overkant van de Oceaan staat weliswaar een nieuwe generatie ongeduldig te trappelen maar die komt in Europa nauwelijks aan bod, door een gebrek aan belangstelling van de platenfirma’s brengen ze hun werk noodgedwongen in eigen beheer uit of op kleinere labels zonder toereikende distributiekanalen.

Evenals in zijn vroegere werkstuk over de singersong-writers laat Rijkeboer baanbrekende rootsrockformaties links liggen evenals als de opkomende neo-traditionalsten uit het countrysegment. Met uitzondering van enkele survivors zoals Dylan en Young en Cash die met zijn American Recordings een heuse comeback inzette en John Fogerty keerde na de glorieuze Creedence Clearwater Revival fase terug met Centerfield.  Naast Bruce Springsteen, Tom Waits en Lou Reed die meesterlijk werk afleverden zijn het vooral de ‘jongeren’ die destijds baanbrekend werk afleverden.

John Hiatt scoorde met Bring The Family  en Elvis Costello, een zeldzame Brit in het lijstje, flirtte in ‘86 openlijk met Americana onder impuls van T- Bone Burnett, de boomlange Texaan is hier op zijn beurt met solowerk aanwezig. In de laatste twee decennia van het vorige millennium zijn het vooral ‘nieuwkomers’ zoals Steve Earle, Ryan Adams, Jim Lauderdale, James McMurtry, Joe Henry en de betreurde Neal Casal die overtuigen met vroeg solowerk dat niet zelden de doorbraak forceerde.

Lucinda Williams is samen met Gillian Welch een van de weinige vrouwen die hier terug te vinden zijn, dat heeft uiteraard te maken met de absolute favorieten van Rijkeboer, die hier enkele onderschatte muzikanten uit de obscuriteit haalt. Beaver Nelson en het buitenbeentje Zakk Wylde krijgen hun plaats tussen de 53 uitverkoren favorieten van de auteur, weerom keurig in een boekwerkje bijeen gebracht. De muziekliefhebber heeft er weer een accurate handleiding bij om nog eens door de eigen platencollectie te struinen of een zoektocht op gespecialiseerde websites op te starten.