Wollny Parisien Lefebvre Lillinger
XXXX
Vlakvoor de corona crisis, in december 2019, kwamen Michael Wollny (piano & synthesizer), Emile Parisien (sopraansax), Tim Lefebvre (bas, electronica) en Christian Lillinger (drums & percussie) in het vermaarde jazz podium A-Trane in Berlijn voor vier avonden bijeen om gezamenlijk te improviseren. Door Gleb Zagrebin werd een en ander opgenomen en dat heeft uiteindelijk geresulteerd in het album XXXX, dat dit voorjaar uitkwam op het label ACT. Wollny en Parisien behoren tot de vast stal van het creatieve ACT, dat alweer bijna 30 jaar geleden in het leven werd geroepen door Siggi Loch.
XXXX staat voor Explore, Expand, Eploit en Exterminate. En dat zijn termen, in elk geval de eerste drie, die prima bij deze iconen van de geïmproviseerde muziek passen. Wollny is naast zeer begaafd pianist ook componist en wordt in Duitsland gezien als één van de grootste jazztalenten die het land de afgelopen decennia heeft voortgebracht. Parisien is een bijzonder bekwame klarinettist, die open staat voor vele muziekculturen en uitstekend improviseert. De Amerikaanse bassist Lefebvre heeft zijn sporen verdiend in uiteenlopende genres en speelde onder andere met David Bowie en Elvis Costello. Lillinger is een jonge creatieve geest, die als slagwerker vooral furore maakt in de sfeer van vrije improvisatie. Recent, op 4 juni jl., werd hij in Berlijn als artiest van het jaar 2021 uitgeroepen door de jury van de Deutscher Jazzpreis.
Het album bestaat uit 9 aan elkaar geregen en in de genoemde Berlijnse jazztempel geregistreerde stukken improvisatie, waaraan titels zijn gegeven plus het eerder door Wollny gecomponeerde werk Nostalgia For The Light. Met Somewhere Around Barstow word je meteen meegezogen in onnavolgbare ritmes, pulserende elektronische klanken en snelle improvisaties van Parisien op zijn sopraansax. Onmerkbaar gaat het werk over naar het stuk met de illustere titel Dick Laurent Is Dead. De titel lijkt ontleend te zijn aan de psychologische thriller Lost Highway van David Lynch. De spanning is in de muziek te voelen en ook hier het dominante en zó snelle en ritmische werk van Lillinger, die nog meewerkte op het album Æ van zijn collega Anton Eger. Beiden zagen we trouwens live in Moers, respectievelijk in 2019 en 2020, het festival waar deze iconen van impro-werk uitstekend passen.
Met Too Bright in Here vervolgen we met snelle repeterende thema’s en klankspel, met veel nagalm, die tot de verbeelding spreken. Het spel van Parisien brengt melancholieke melodieën in de improvisatie, terwijl later bijna klassiek aandoende baslijnen worden toegevoegd door Lefebvre. Grandmother’s Hammer is ook zo’n wonderlijk stuk waarin je de fantasie de vrije loop kunt laten. Een veelzijdigheid aan klanken passeren de revue, terwijl je in de percussie een rijk arsenaal aan slagwerk-effecten kunt beluisteren. The Haul volgt een rustig tempo, maar zit vol syncopische effecten en welluidende thematiek en dit gaat weer ongemerkt over in Find the Fish. Het nummer Michael vs. Michael, waarin Wollny, zoals de titel doet vermoeden de uitdaging met zich zelf aangaat, zit vol met koddig klinkende, zich snel herhalende en op elkaar inwerkende elektronische loopjes, terwijl de ritmesectie onverstoord vasthoudt aan een werktuigelijk luidende tred.
Het album eindigt met, het enige niet geïmproviseerde stuk, een compositie van Wollny met de titel Nostalgia for the Light. Een mooie indrukwekkende compositie waarin een continue stroom van langzaam in timbre veranderende klankcombinaties worden ondersteund door energieke en snelle percussie. Wollny, Parisien, Lefebvre en Lillinger zijn er bijzonder goed in geslaagd hun improvisatietalent ten toon te spreiden en het voor de eeuwigheid vast te leggen middels dit succesvolle album. Voor de liefhebbers van geïmproviseerde muziek is dit album een musthave.