En route 7: Amsterdam – DJWM 2012, 5-6 oktober
Langs de ravijnen en stralende vergezichten van de toekomst: Nederlandse jazz en wereld- muziek gepresenteerd op Dutch Jazz World Meeting 2012 in Amsterdam
“De DJWM 2012 bestond uit twee dagen, twee keynote lezingen, vijf lokaties, 200 internationale muziek- professionals uit 32 landen, 400 Nederlandse professionals, 100 standhouders, 26 showcases, 400 speed- dates, 6 gespecialiseerde panelsessies en 2 keynote lezingen.”
Zelfamputatie
Het centrale Instituut voor de muzieksector, het Muziekcentrum Nederland, dat in oktober voor de derde keer jazz en worldmusic uit Nederland voor de nationale en vooral de internationale vakwereld en het publiek presenteerde, zal over twee maanden ophouden te bestaan en de effecten en uitwerkingen van deze meeting niet meer kunnen begeleiden, laat staan het vervolg kunnen organiseren. MCN – Stichting In Liquidatie zoals het nu heet. Na vijf jaar bestaan. Nederland zal als gevolg van rabiate kortingen en liquidatie-besluiten van de inmiddels ineengestorte rechtsliberale regeringscoalitie een dergelijk instituut zoals in veel Europese landen dat hebben, moeten missen. De hiervoor verantwoordelijke driest agerende staatssecretaris (Halbe Zijlstra) verdedigt de genomen maatregelen nog steeds vermetel als noodzakelijke maatregel om tot genezing van de patient cultuur te komen. Nederland zal met ingang van 2013 het Europese land zijn dat zijn twee armen geamputeerd heeft om er gezonder voor te kunnen staan! Er valt te bezien welke vitaliteit eruit zal voortkomen. De vertegenwoordigers van het MCN zinspeelden tijdens de meeting op onderbrengen van de zorg voor een vervolg-meeting bij het Bureau Promotie Podiumkunsten. Dat lijkt – incluis aantrekken van menskracht daarvoor – inmiddels gerealiseerd. De eerste etappe is de Jazzahead in april 2013 in Bremen waar de nieuwe paraplu Dutch Performing Arts acte de presence zal geven.
Palet
De muziek waar het om draaide werd in 26+1 showcases over twee dagen gespreid in het Muziekgebouw aan ‘t Y met het Bimhuis en het conservatorium om de hoek gepresenteerd. Het gevarieerde door twee ervaren programmeurs, Michelle Kuypers van het Northsea Jazzfestival en Wim Westerveld van de Music Meeting, gekozen muziekaanbod kwam uit diverse domeinen met verschillende artistieke achtergronden en benaderingen. Uit de volgende indeling blijkt zowel een duidelijke spreiding als zwaartepunten.
Velden
- 01 Mainstream Jazz (Amina Figarova, Chambertones)
- 02 Impro/Echtzeitmusik (Royal Improvisers Orchestra, Lily’s Déjà Vu)
- 3a Herscheppende Imaginatieve Verbindingen (Boi Akih, Fugara, Ramon Valle, Yuri Honing Acoustic Quartet, Reijseger/Fraanje/Sylla, Levantasy
- 3b Rockinfused (PumpOrgan, Rubatong, Spinifex Quintet, Hybrid 10tet)
- 04 Traditie-extensies (Ronald Snijders, Göksel Yilmaz Ens., Barana Elektro Shaman, Parne Gadje)
- 05 Patchwork/speels gebruik (Zapp4, The Nordanians, Kapok)
- 06 Mischmasch (Skip&Die, Jungle By Night)
- 07 Strijkers (Zapp4, Hybrid 10tet, Testimoni)
- 08 Grote formaties (David Kweksilber BB, Hybrid 10tet, Royal Improvisers Orchestra)
- 09 Multidisciplinariteit (Tin Men And The The Telephone, Blue Flamingo)
- 10 Elektronica ( —————————– )
Bj deze indeling is nog geen rekening ermee gehouden dat groepen ook in merdere velden ingedeeld kunnen worden. Het zal duidelijk zijn dat deze indeling artistiek-muzikaal is en dwars tegen industry-labels als ‘worldmusic’ en ‘jazz’ ingaat. Worldmusic-elementen vindt men door 3 – 6 en 7 – 10 heen. De kern van worldmusic-acts valt onder 4, 5 en 6.
David Kweksilber Big Band in Bimhuis
De informele opening van de meeting zette de David Kweksilber met de door hem aangevoerde Bigband op de kaart. Deze Bigband is een big Bigband, big met musici dwars door verschillende muzikale werelden en leeftijden heen. Een brede afspiegeling van de Nederlandse muziekwereld. Geen normale Bigband maar vooral een Bigband die zich niet bekommert om genre-, stijl- en periode-grenzen. Een Bigband die main- stream-jazz kan spelen maar ook een groot ensemble dat experimentele zaken uit verschillende tijdperken aankan. “De DKBB laat op zinderende wijze een afspiegeling van het rijkgeschakeerde componeren en improviseren in zijn verscheidenheid in Nederland klinken. Spannende aspecten van het Nederlandse muziekleven komen samen in deze band, haar aanpak en uitvoering. De bezetting inspireert eigentijdse componisten, uit binnen- en buitenland, uit uiteenlopende muzikale klankwerelden, om speciaal voor de DKBB te schrijven. De DKBB vraagt componisten specifiek voor deze bezetting muziek te schrijven met daarin een vorm van improvisatie” (zie ook website). Op deze manier zijn al 43 stukken ontstaan en uitge- voerd. Aankomende uitvoeringen betreffen: Klas Torstensson (première januari 2013), Sanne van Hek (première maart 2013) en Rozalie Hirs (première voorjaar 2013).
Deze avond werden vijf composities uitgevoerd: Ron Ford – Dog Run, Robert Graettinger – City of Glass, Keyla Orozco – Met de schoenen, Geert van Keulen – Chords Revisited, Guus Janssen – Lovesongs: Sad, Tender, Dreams, White en tenslotte van Kweksilber Klez 99. Het spectrum reikt van delicaat en sophisti- cated via rhythmisch razend naar melig, absurdistisch en deconstructief. Genoeg om je te verbazen, mee te laten voeren en te glimlachen. Het is een hele kunst de dynamica van een een dergelijk veelkoppig en dedi- cated ensemble goed te sturen. Tot nu toe vindt men met elkaar steeds genoeg common ground. Een goede visitekaart!
Showcases
De showcases overlapten elkaar waardoor de mogelijkheid tot hopping bestond wat in de praktijk echter niet eenvoudig te realiseren was. Sommige groepen zullen daarom op basis van opgenomen materiaal besproken worden.
Vrijdagmiddag
Het veelkoppige, in oranje signaalkleurvestjes gehezen Royal Improvisers Orchestra (wegwerkzaamheden, plantsoenen/vuilnisdienst) opende het showcase-programma met afwisselend vrolijke lawaai-uitbarstingen en fluistergetjilp. Nieuw was de invoering van wissel-spelers. Op het moment dat een speler geen bijdrage leverde, verliet h/zij het speelveld. Hierdoor werd het spelkarakter benadrukt en kreeg het gebeuren een duidelijker ruimtelijke dimensie. Vrolijk ja, krasse wisselingen, mooie karambolagen, ja, alles aanwezig maar opwindende momenten en een eigen opschudding veroorzakend profiel levert het nog niet op. Het ensemble komt uit een hoek waar zich inmiddels een heleboel jonge spelers en impro-bands ver- zameld hebben die zich nog op tijd, vlak voor de meeting in Tumult verenigd hebben (zie Written In Music).
Één van de groepen uit deze hoek is de Celano/Baggiano Group die intussen onder een nieuwe naam ope- reert: Lily’s Déjà Vu. Het ruggegraad wordt door de twee Argentijnen Guillermo Celano (g) en Marcos Baggiani (dr) gevormd terwijl gitarist/bassist Jasper Stadhouders de Nederlandse bijdrage levert. In plaats van de aangekondigde Ingrid Laubrock nam en andere geprofileerde speler, Joachim Badenhorst de saxo- foon-part voor zijn rekening. De groep heeft speelervaring en verbindt dwarse, hoekige met melodische elementen, hard bonkende met zachte lyrische passages. Een band met een duidelijk eigen profile, in staat te verrassen en te verbazen en een groep die door de nieuwe spelers nog flink kan groeien.
PumpOrgan opereert op het snijvlak van rock, funk en eigentijdse gecomponeerde muziek en komt dien- overeenkomstig compact en heftig over. Zonder om- wegen, right into your face maar dan wel met snelle wendingen en ritme-wisselingen. Aangezien alle instrumenten onder de sterke hand van bandleader Dirk Bruinsma met eenzelfde slagkracht in dezelde richting drijven, dreigt af en toe een claustrofobisch effect. De band heeft in haar huidige bezetting (Christian Ferlaino, bar-sax, Wilbert Bunsink, Hammond, Nout Ingen Housz, dr, en Jeroen Kimman (b/g) voldoende potentieel in huis zich vrij te spelen en het geheel flink tot springen en dansen te brengen.
Het tegenovergestelde is het trio Chambertones, dat weliswaar ook met veel basklank werkt (double bass en bass-klarinet), maar vooral ruimtelijk-melodisch georiënteerd is en overeenkomstige fraaie architectuur laat ontstaan. Drie topklasse Nederlandse spelers (van der Feen, Roelofs en van Ruller), die ook nog tot gedurfder bogen in staat zijn.
Levantasy deelt met PumpOrgan de snelle wendingen maar daar houden de overeenkomsten snel op. De groep rond de jonge pianist Rembrand Frerichs komt met Middenoosterse tonaliteiten zoals deze eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw hun intrede deden in de jazz. Hij geeft deze goed samenhangend vorm – met bijzonder markante instrumentatie op het vlak van blazers (hobo, English horn, Zurna, Shehnai, Shofar).
Het ensemble van tokkelaar Göksel Yilmaz blijft met mooie lijnen binnen de Turkse tradities en creeert fraaie toonbeelden waarin hij zijn Nederlandse ervaringen tot uitdrukking brengt.
Vrijdagavond
De Cubaanse pianist Ramon Valle (zie Written In Music) opende met een hoge karaats bezetting: bassist Omar Rodriguez Calvo (Tingvall Trio), drummer Julio Barretto (bekend van zijn werk met Gonzalo Rubalcaba) en het aanstormende gitaar-talent Reinier Baas. Valle, ooit bij het ACT-label begonnen, is een virtuoso wiens Cubaanse basis herkenbaar is maar die andere Zuidamerikaanse idiomen en Europese ervaringen productief in zijn muziek betrekt. Zoals in het stuk Van Gogh Letters. Fulminant ook al dreigt het af en toe in een overmaat aan noten te verdrinken. Maar hij maakt zijn punt en trekt zijn publiek erin.
En dan met Kapok de groep van Morris Kliphuis, nog een hoornspeler. De hoorn is geen standard-instrument in de jazz en heeft (ook qua uiterlijk) een erg klassiek image maar het is een zeer flexibel wel- klinkend instrument waarmee elke soort muziek ge- speeld kan worden, van samba tot rock, van Wagner tot jazz. In de jazz zoals gezegd geen standard-instru- ment maar toch, er is een lange reeks van uitzonder- lijke musici door de decennia heen: Julius Watkins, Willie Ruff, John Graas, Gunter Schuller, David Amram, John Clark, Arkady Shilkloper, Tom Varner, Vincent Chancey, Sharon Freeman, Mark Taylor en niet te vergeten in Nederland Jan Wolff (Kliphuis heeft bij Clark en Amram gestudeerd)! Buitengewoon bij Kapok is niet zo zeer de hoorn maar vooral de combinatie met gitaar en percussive. Dat betekent namelijk dat de orkestrale ruimte vrij leeg blijft en de nadruk op het ritmische aspect komt te liggen. Dienovereenkomstig ook de stukken, type tarantella, dat Kapok brengt. Het is grappig, onderhoudend maar moet de volle slag- en overtuigingskracht nog krijgen (zoals bij nieuwe bands als Pelbo etc.). Kliphuis heeft daarvoor genoeg in huis!
Het Duits-Nederlands-Portugese Spinifex Quintett klinkt bruut, brachiaal maar dan steeds met onder- liggend raffinement. Charlie Mariano meets Blue Cheer en The White Stripes plus Steve-Coleman-injectie. Spinifex ligt in dezelfde richting als PumpOrgan en Rubatong maar er zijn eveneens een heleboel markante verschillen tussen deze drie. Spinifex, een vrij nieuwe maar nu al sterke combinatie, speelt vooral sterker met kathartische momenten.
Yuri Honing is voor velen de jonge Vorzeigemusiker nummer 1 van Nederland, het toonbeeld van potente jonge Nederlandse jazzmusicus. Vloek of zegen? Hoe dan ook, er zijn verschillen tussen laten zien, zich manifesteren en tonen, ten toon spreiden. De condities om te voldoen veranderen voortdurend los van het geloof erin. Wolfert Brederode was een goede keuze van Honing voor zijn kwartet even als die van Ruben Samama als bassist of voor dit optreden voor Gulli Gudmundson als invaller. Vooral pianist Brederode zorgde voor diepgang en flikkerende kleuren en glinstering. Zo kan waar worden wat waar moet zijn.
Afsluitend dan het hybride Hybrid Tentet van (inmiddels) oude rot Michiel Braam. terwijl strijkers in andere landen al lange tijd alledaags in de jazz zijn, duiken ze in Nederland nu in toenemende mate ineens op verschillende plekken op. Zo ook bij Braam. Maar niet genoeg. Braam werpt als basis van het nieuwe geheel het rock-element in de strijd. De strijkers onderstrepen door bepaalde frasen van de band te herhalen en ze worden in de break gegooid waar ze een zelfstandig (en volledig genoteerd) tussenspel ten beste mogen geven, een eiland in de zee van jazz en rock. De strijkers zorgen voor een rijker textuur, de rock voor riffs met een stampend ritme waarover de instrumentalisten dan versieringen aanbrengen en kleine uitstapjes maken. Opmerkelijk is dat Braam geen jazz-strijkers inzet waarvan er inmiddels genoeg rondlopen, maar een bekend klassiek strijkkwartet, dat intussen als vliegende kip bij diverse jazz-projecten betrokken betrokken wordt.
Zaterdagmiddag
Als opmaat het sextet van de inmiddels in New York zetelende pianiste Amina Figarova: latingekleurde mainstream op hoog niveau en flitsende dynamiek met als bijzonderheid een fluitist (Bart Platteau) centraal in de front-linie. Prachtig swingend en vol druk. Terwijl fluitisten in de Nederlandse jazz de laatste twee decennia praktisch non-existent zijn, stonden er deze middag meteen twee fluitisten prominent op het podium. Na Bart Platteau nog de oude rot Ronald Snijders. Snijders heeft een lange carriere in Nederland achter de rug en heeft naast een paar andere in Nederland wonende caribische musici – een belangrijk aandeel aan verbindingen met Surinaamse muziek. Zij optreden spiegelde de mainstream-variant, waarop zijn succes in het verleden stoelde.
Zapp4 (Jasper le Clercq, Jeffrey Bruisma, Oene van Geel, Emile Visser), het niet-klassieke strijkkwartet maakt zijn opwachting met een nieuw album met Radiohead-stukken op zak. Het kwartet heeft in de vijftien jaar van zij bestaan een ontwikkeling in instrumentgebruik en samenspel doorgemaakt. Dat met strijk- instrumenten andere dingen gedaan kunnen worden dan in het genormeerde klassieke gebruik, weten we al een hele tijd, sinds Ray Nance, Stuff Smith, Stephane Grappelli, Jean-Luc Ponty en Zbigniew Seiffert. Het lijkt erop alsof het veld – als gevolg van het gebrek aan continuïteit – door jonge generaties iedere keer weer opnieuw ontdekt en veroverd moet worden.
Een beetje merkwaardig, zo niet krom, is de vaak terugkomende karakterisering van deze muziek als “blend of jazz, classical music, folk, pop, funk”. Iets wat alles heeft, heeft in feite niets meer. Blijkbaar wordt er mee bedoeld dat bij elk stuk tussen verschillende muzikale werelden heen en weer gezapt kan worden en – in postmodernistische zin – iedere keer bepaalde combinaties (maar nooit allemaal) gemaakt kunnen worden. Niet alleen het resultaat maar het zappen zelf, het spelen met heterogene elementen is daarbij voor de musici én voor het publiek een bron van esthetisch plezier.
Opmerkelijk genoeg bevat de cd van de DJWM juist een track van het strijkkwartet met de Belgische toetse- nist Jozef Dumoulin en (bas)klarinettist David Kweksilber, een voorbeeld met raga-elementen waarbij strijkers geen opvullingen of additionele elementen zijn maar op hetzelfde plan opereren.
Het nieuwe album is weer een ander geval. Hier wordt de muziek van een bijzondere rockgroep naar de mogelijkheden van het samenspel van vier strijkers getransponeerd. Wat zou de artistieke drijfveer, de artistieke noodzaak hiervoor zijn? Die is er waarschijnlijk niet maar bij een ongewone instrumentcombinatie helpt herkenbaarheid en kan de aantrekkingskracht verhogen. Een legitiem artistiek middel! Zapp4 heeft inmiddels genoeg in huis om een dergelijk concept op te laten gaan en publiek ermee te trekken en enthousiasmeren.
Altviolist Oene van Geel trad ook nog op als lid van het trio The Nordanians met gitarist Mark Tuinstra en tabla-speler Niti Ranjan Biswas. Het trio werkt gedeeltelijk vanuit en met de elementen die ook bij Zapp 4 een rol spelen. Er is uiteraard eerder op dat vlak gewerkt, bijvoorbeeld door McLaughlins Shakti, maar The Nordanias zitten niet vastgeklonken in deze lijn. Voor hun is het meer het kwestie van het speels heen en weer kaatsen van muzikale elementen uit verschillende contexten en er telkens een passende draai aan geven. De focus en de clou van de Nordanians ligt in deze playfulness/speelsheid (“ragas, funk and chamber music , build up rocking live reputation – alles zit erin”). Ze streven niet zoals McLaughlin in de eerste ontdekkingstijd naar een diepere doordringing.
Boi Akih, een formatie die op een stabiele en continue artistieke ontwikkeling van 15 jaar kan bogen, verraste ingewijden en nieuwelingen met hun bijzondere imbedding van klassiekers van Crosby, Hendrix, Mitchell en Marley hun wederzijdse doordringing van muzikale culturen, van lagen van akoestisch en elektronisch, van compositie en intense improvisatie. Zij leverden indrukwekkende herschep- pingen en recontextualiseringen met veel hoogstaand compositie- en improvisatiewerk. De frase “The Wind cries Mary” leverde in een oogopslag of één adem verbaasde herkenning en openheid voor de muzikale wereld, de sonische ruimte van de (nieuw gecomponeerde en geïmproviseerde) Circles op waarin de klassieken waren ingebed c.q. waaruit deze nieuw te voorschijn kwamen.
Baranas muziek is op andere wijze dan Göksel Yilmaz een extensie van een traditie uit de Anatolische muziekcultuur. Terwijl Yilmaz met zijn muziek grotendeels binnen de grenzen van de traditie blijft en zijn Nederlandse ervaringen daarin tot uitdruk- king brengt, gaat het nieuwe format van Barana (Barana heeft ook nog andere formats) de elektrische kant op wat vernieuwingen/actualisaties in klank- beeld en ritme/ritmi- sche intensiteit vanuit rock en funk inhoudt. De shamanistische referenties (vanuit de Turk-volkeren) kwamen bij de showcase niet her- kenbaar naar buiten maar zijn wellicht op het nieuwste album te bespeuren.
Zaterdagavond
Het trio Tony Roe (p, electronics), Lucas Dols (b) en Bobby Petrov (dr), opererend onder de naam Tin Men And The Telephone ontregelde op mooi speelse wijze de kadering van het jazzconcert als sociaal gebeuren met alle verwachtingen die daarbij horen. Hun muzikale verrichtingen stonden in het teken van wachten op de zangeres die in de trein vastzat (mooie contextgevoelige noot). Met deze omtovering als running gag zette het drietal zijn optreden nog met tal van dubbele theatrale bodems en visuele middelen in scene culminerend in een filmische aftiteling die via de pianotoetsen op het doek getoverd werd. Alles inclusief corrigerende en vertragende backspace bewegingen! Onderwijl kreeg het publiek ook nog terloops spannende muziek opgedist. De groep, die goed op weg is met het vinden van effectieve middelen en balans, zette met haar optreden een blijvende markering: een succesvolle (multidisciplinaire) aanzet jazz in een prikkelende, spannende en normdoorbrekende wijze te presenteren.
Het trio creëerde met zijn aanpak een sfeer van openheid en bereidheid die ook voor de volgende optredens doorwerkte. Fugara met zijn twee bijzondere blazers, Paul van Kemenade, altsax, en Markus Stockhausen, trompet aan de ene kant en Busch samen met de bekende Finse slagwerker Markku Ounaskari als subtiele en stevige ondergrond aan de andere kant creeerde in een kort half uurtje indrukwekkende diepte en glimmende magie. Klasse en potentieel van dit nieuwe kwartet manifesteerde zich indrukwekkend. Met zachte hand leidde Busch de groep in fraaie dynamiek door geladen temperaturen en temperamenten (Fugara zie ook Written In Music).
Rubatong, de volgende groep (passend in het rijtje PumpOrgan, Spinifex Quintet) is uit ander hout gesneden en barst uit een andere krater. Vocalist Han Buhrs brengt met deze groep (Rene van Barneveld, g, Luc Ex (b), Tatiana Koleva, vibes) inmiddels zeer goed ingespeeld, een oersterke unieke vorm voort, rauw, raak en substantieel met toegang tot wastelands, leeg, woest, uitdagend en tot berusting uitnodigend tegelijk. Uitgebeend en heavy, zacht en ruw de klank. Roestig scheepsijzer omspeeld door vibrerende gitaar-slides, gonzende basklanken en mysterieus door de ruimte golvende metallurgische klanken. Er zitten sporen van Rain Dogs, Frank’s Wild Years, Ribots Cubanos Postizos in of van de stem van Jack Bruce om maar iets te noemen Rubatong werkt niet alleen met de stemm(ing)en maar ook fraai in verschillende talen (Nederlands, Duits, Engels, Frans). Een originele vorm van folklore imaginaire van Laaglandse bodem (zie ook Written In Music).
Reijseger/Fraanje/Sylla: dit driemanschap van de unieke cellist met de jonge Nederlandse pianist en de jonge Senegalese zanger speelt inmiddels al weer vier jaar samen en heeft al twee albums met bijzondere muziek voor films van Werner Herzog op zijn naam staan, t.w. My Son My Son What Have Ye Done (2010) en Cave of Forgotten Dreams (2011). Rond de innemende cello-lijnen a la Reijseger als onbetwist centrum vloeien de Afrikaanse soefi-zang en de spaarzaam maar raak geplaatste accenten van Fraanje tot een coherent en eigen geheel samen. De muzikale interactie speelt zich rond deze voorbestemde gewichten en de daaraan gekoppelde spectaculaire momenten af die het drietal met meer of minder theatrale elementen in verschillende variaties ten uitvoer kan brengen. Verrassend is de wijze hoe het telkens in scene gezet wordt terwijl het in de muzikale verkenning in dit Reijseger-format minder diep gaat (voor een ander voorbeeld zie Written In Music).
Ook bij de suite Testimoni weer strijkers. Dezelfde strijkers, nl. het Matangi Quartet, als bij het het Hybrid 10tet de avond daarvoor. In deze suite zitten de strijkers in de hoofdrol. Ze worden aangevuld door de piano c.q. het special geluid van de vibrandoneon (een geavanceerde bandoneon-versie van de simple melodica) en de trompet van de trompet-ster van Nederland, Eric Vloeimans. De laatste zit op het onlangs uitgekomen album behoorlijk voor in de mix waardoor het lijkt dat het strijkkwartet hém begeleid. Het stuk is vrij conventioneel maar zeer kleurrijk, illuster en vloeiend. Het heeft echter eerder met new tango en klassiek dan met jazz te maken.
Parne Gadje is qua sfeer en klanken de gelijkwaardige Nederlandse versie van het Franse L’Attirail in de genealogische lijn van 3 Mustapha 3. De groep speelt integer en heeft een solide basis die nog menige variatie en absorbering van Oosterse elementen toelaat.
Met Jungle By Night en Skip&Die komen we in stamperige contreien terecht. Skip&Die volgt de mestizolijn en mischmascht barcelonistisch waarbij Balkan, scratches, dub-reggae en zelfs techno aanstekelijk aangestoken worden. Jungle By Night is een special geval van een Hollandse jongerenband die zich voor Afrobeats begeestert. Dat dit als variatie op de vele formats die in het marketen van African music opgeld doen meteen als act langs grote podia gaat, wekt muzikaal bezien enige verbazing. Vraag is hoe lang het enthousiasme zal dragen en of er nog ruimte voor de nodige ontwikkeling blijft.
Last but not least Blue Flamingo – what’s in a name! Blue Flamingo was de most mentioned and loved showcase of the whole meeting!
Resumee
Er was sprake van een uitgewogen bandbreedte van muziek. Opvallend is dat het herscheppende deel (3a, b) zowel kwantitatief als kwalitatief goed bezet was. De zwaktepunten zaten op het gebied van multidisciplinariteit, elektronica en – niet direct afleesbaar uit de verdeling over de gebieden – muziek die zich richt op reconstructie en transformatie van Nederlandse folk-tradities. Met de David Kweksilber BB is een begin met een ensemble gemaakt dat aansluit op en past in een Nederlandse traditie (ICP, Breuker Kollektief, Astro- notes, Corkestra). Hier is echter nog een hoop werk te verrichten en versteviging van het ensemble-spel nodig. Last but not least verdienen multidisciplinaire benaderingen en werkwijzen veel meer aandacht en ondersteuning wil Nederland international de aansluiting houden. Deze conclusie is echter slechts gebaseerd op de DJWM-presentatie. Er zou daarom nog gecheckt moeten worden of er niet belangrijke groepen en ensembles buiten het beeld gebleven zijn.
Opmerkelijk en op zijn zachtst gezegd merkwaardig en onverklaarbaar blijft dat bij aanwezigheid van 400 Nederlandse experts waaronder ook persmensen geen reflecterende nabeschouwing in de Nederlandse media te vinden is wat in welke vorm dan ook een teken van waardering van de eigen muziek zou zijn. Men beperkt zich tot het afdrukken van de perstekst van het MCN. Men heeft blijkbaar geen behoefte, ziet geen noodzaak, voelt zich niet geroepen. Uitgebreider beschouwingen zijn wel in buitenlandse media verschenen (zie All About Jazz).
Links
- All About Jazz
- London Jazz 1 – opening concert
- London Jazz 2 – Friday Night Showcases
- London Jazz 3 – Keynote Ratliff
- London Jazz 4 – Keynote Duran
Foto credits: alle fotos © FOBO – Henning Bolte © behalve David Kweksilber BB
Meer En Route:
- En route 1: Ljubljana (Slovenië), 28 – 30 juni 2012
- En route 2: Kongsberg (Noorwegen), 4 – 7 juli 2012
- En route 4: Kristiansand (Noorwegen) – Punkt Festival (1), 6 sept 2012
- En route 5: Kristiansand (Noorwegen) – Punkt Festival (2), 7-8 sept 2012
- En route 6: Bari (Italië) European Jazz Network, 27-30 sept. 2012
- En route 8: Impressies Jazzfest Berlin 2012
- En route 9: Den Bosch – November Music 2012: Spanning onbekende grootheden