Neil Young
Before and After
Neil Young graaide in het verleden al uitvoerig in zijn imposante muzikale verleden. Naast nieuw regulier langspeelwerk loopt de Official Releases Series reeks verder, regelmatig aangevuld met heropgeviste liveregistraties uit lang vervlogen tijden. Aan de lijvige Archive Series werd een tweede al even omvangrijk volume toegevoegd dat op de periode van ’72 tot ’76 focust. De stroom van releases looptondertussen ononderbroken verder.
Recent dook de geniale Canadees terug de studio in om reprises vast te leggen van favoriet werk. Meestal solo met gitaar en harmonica. Voor de productie werkte Young samen met de hoogbejaarde poducer, de man achter Sam Cooke, Jan & Dean in het singletijdperk en later actief bij Johnny Rivers, The Mama’s & The Papas, Grass Roots en de periode van Carole King op zijn Ode label. Niko Bolas (The Volume Dealers) stond Young bij voor de mix van Before and After dat als een naadloos geheel gemonteerd werd.
Zo verzeild de luisteraar vanaf de eerste akoestische akkoorden van het dromerige, I’m The Ocean in een ononderbroken intimistische muzikale trip, de huilende coyotestem , de doorvoelde kampvuurharmonica en het ritmische snarenspel, het klinkt vertrouwelijk maar blijft imponerend.
Het uit ’74 daterende Homefires komt uit de On The Beach periode, de oorspronkelijke studioversie duikt zo’n 46 jaar later op bij The Archive Series II. De periode met Buffalo Springfield werd geenszins weggemoffeld. Burned stamt uit de begindagen van de samenwerking met de al even, illustere kompaan Stephen Stills en Richie Furay, die na dit muzikale avontuur Poco opricht.
Als de laatste donkere harmonicatonen van het wonderlijke On The Way Home, het openingsnummer van de laatste langspeler van Buffalo Springfield,verstommen, horen we pompende orgelklanken en een schelle harmonica die de obscure outtake If You Got Love inleiden. Pianotonen flankeren A Dream That Can Last van Sleeps With Angels waaruit ook My Heart werd geplukt.
Met het al even fraaie, uit After The Goldrush geplukte Birds, belanden we terug in de jaren zeventig. Via het uit Ragged Glory afkomstige Mother Earth en het immer meeslepende Comes a Time naderen we het einde van deze merkwaardige studiosessies met Don’t Forget Love dat we vorig jaar op Barn ontdekten.
Neil Young zorgde naast zang en harmonica met gitaar, piano en pomporgel nagenoeg voor de integrale instrumentatie. In twee tracks speelt Bob Rice piano en vibrafoon terwijl de credits Jeff Tweedy als ’electric guitar & amplifier tech.’ onthullen.
Zelfs de wat mindere bekende nummers blijken klassiekers terwijl de nieuwe akoestische, met bezieling gedebiteerde versies die hier passeren daarbij opvallend dicht in de buurt komen.48 minuten onafgebroken luisterplezier, Nonkel Young kan het nog.