Jimmie Vaughan – The Pleasure’s All
The Pleasure's All Mine
Vorig jaar verraste de Texaanse gitaarmeester Jimmie Vaughan bijzonder aangenaam met Baby Please Come Home, een gepersonaliseerde bloemlezing uit het grote country, R&B en bluesboek. Geflankeerd door vertrouwde kompanen als gitarist Billy Pitman en de ritmesectie met George Rains en Ronnie James, prominente leden van de blazerssectie Roomful Of Blues en enkele gastmuzikanten.
Met zowat hetzelfde uitgelezen muzikantenclubje sloot Jimmie Vaughan het eerste decennium al sterk af. Blues, Ballads And Favorites, een verzameling van zijn favoriete muziekjes werd een jaar later aangevuld met More Blues, Ballads and Favorites dat nog dieper in de roots afdaalt van de gitarist die samen met Kim Wilson met The Fabulous Thunderbirds de blues nieuw leven inblies in de jaren zeventig en tachtig. De weldoende bluewave stroming bereikte de overkant van de oceaan en veroorzaakte meer dan een zachte deining die nieuwe generaties inspireerden.
De supersterstatus van zijn jongere broer Stevie Ray Vaughan die kort na Family Style, het gezamenlijke project van de broers, in een helicoptercrash overleed. Op zijn solodebuut Strange Pleasure eerde Jimmie de nagedachtenis van zijn beroemde broer met Six Strings Down.
Volgend jaar viert Vaughan zijn zeventigste verjaardag en worden de twee delen Blues, Ballads and Favorites samengebracht op een dubbellaar. Het blijft een waar genot om die reprises nog eens te beluisteren, vanaf de opener The Pleasure’s All Mine tot de afsluiter, het door de flamboyante orgelman Bill Willis gezongen Funny How Time Slips Away etaleert Vaughan zijn uitzonderlijke klasse met markante ritmische snarenescapades, zoals Come Love van absolute favoriet Jimmy Reed.
Een lekker ouderwetse jukebox waarbij de passages van Lou Ann Barton niet onopgemerkt blijven in de gevarieerde selectie. Op de tweede cd laat de Queen van de Texaanse naaldhakkenscene zich evenmin onbetuigd. Getuige het broeierige duet met het van Bobby Charles afkomstige No Use Knocking en de interpretatie van het destijds door Annie Laurie, een wat obscure zangeres uit New Orleans, gedebiteerde I’m In The Mood For You.
Bovendien vist Vaughan vergeten countrywerk op zoals I Hang My Hand And Cry destijds opgepikt door Hank Williams. Terloops wordt Bad Bad Whiskey van Charles Brown afgestoft en ter afsluiting krijgen we met Shake A Hand, een puik staaltje van het podiumwerk met Lou Ann
Nu de twee eerste delen met deze aan Bob Willis opgedragen dubbellaar in het zog van het sluitstuk Baby Come Home weerom volop beschikbaar zijn, is de trilogie compleet, een bijzonder fijn pakketje troost voor een eenzame Kerst.