De glorieuze terugkeer van het Gentse John Ghost
Met hun tweede album Airships Are Organisms maakte het Gentse John Ghost eind 2019 wel heel erg duidelijk één van de meest interessante Europese bands te zijn geworden. Helaas werd de mogelijkheid om de composities van het album live te spelen met een triomftocht door Europa door de pandemie geruïneerd. Reikhalzend werd dus ook uitgekeken naar wat voor uitwerking dat zou gaan hebben op hun nieuwe, derde, album. Met het wederom opvallend getitelde Thin Air . Mirror Land bewijzen ze dat hun meesterlijke tweede album geen uitzondering was. Het blijkt met terugwerkende kracht zelfs juist het album dat hun groei aangaf en waar op hun nieuwe album intrigerend doorgebouwd wordt. Hoog tijd dus om Jo De Geest, de architect van het bandgeluid, weer eens op te zoeken.
We treffen hem op de eerste avond van de Gentse feesten en het is een enorme drukte in het centrum van de stad waar we hebben afgesproken. Gelukkig vinden we ergens nog een plek op het terras om relaxed bij te praten over de afgelopen jaren en de nieuwe plaat. ‘Een nieuwe plaat maken is altijd een enorm proces en bij Thin Air . Mirror Land was dat niet anders’, zo vertelt De Geest. ‘Veel van de muziek van de composities zat al jaren in mijn hoofd. Ik denk dat ik in het totaal voor deze plaat 16 stukken had kunnen uitwerken. Stukken met steeds weer een totaal verschillend muzikaal uitgangspunt’.
‘Voor dit album ben ik er met zeven, zelfs acht, aan de slag gegaan en uiteindelijk zijn er zes overgebleven. De manier waarop ik de composities uitschrijf en uitwerk is een echte tijdvreter en ik vind mezelf er niet bijzonder snel in ook. Ik schrijf elke partij, de partituur van elk instrument, minutieus uit. Dat heeft er alles mee te maken dat ik wil dat in elke compositie genoeg ontwikkelingen en genoeg variatie zit’.
‘Om heel eerlijk te zijn wil ik dat elk stuk dat we vastleggen steeds weer optimaal, in elke laag, optimaal verrast. En dat vreet veel nadenken en uitproberen. Ik schrijf het niet alleen allemaal op papier uit maar leg ook elk instrument op tape vast. Gewoon om voor mezelf het optimale geluidsspectrum te kunnen beluisteren. En waar het werkt en waar het niet werkt.’
‘We namen voor dit nieuwe album twee maanden tijd in de oefenruimte om de composities erin te krijgen en ons eigen te maken. Ik heb een geweldige groep muzikanten om me heen die de composities nog veel beter kunnen maken als ik in mijn hoofd heb. En ik laat zeker ruimte voor eigen invulling en improvisatie in mijn stukken zitten als we ze aan het oefenen zijn en ze op gaan nemen. En gelukkig heb ik in de studio ook producer Jørgen Træen, die ook ons vorige album Airships Are Organisms produceerde, naast me die met zijn geweldige ideeën en grote internationale ervaring (Jaga Jazzist, Kaizers Orchestra, red.) ons ook weer vooruit duwt’.
Gedurende het proces voor deze plaat merkte ik dat we eigenlijk toch weer niet genoeg tijd hadden. Studiotijd is duur en daar hebben we het budget helaas niet voor. Wat betekende dat we soms even moesten afwijken van het idee van eigen inbreng of improvisatie en ons moesten houden aan datgene dat ik zo strak op papier had gezet. Blij dat ik dat gedaan had maar het voelde soms wel helaas als streng zijn tegen de mannen van mijn band, om het echt zo te spelen als ik het strak in mijn hoofd had. Maar bij het terug beluisteren van de nieuwe plaat hebben we er gelukkig allemaal een heel goed gevoel over. Het voelt als weer een flinke stap in onze progressie als band.’
‘Er gaat zoveel muziek door mijn hoofd die ik in songs voor John Ghost wil uitwerken dat ik kan begrijpen dat mensen het maar los gelaten hebben om ons muzikaal ergens in te delen’, zo antwoordt De Geest als ik hem vraag naar waar hij vindt dat ze momenteel muzikaal staan. ‘We hebben allemaal (naast De Geest op gitaar zijn dat Rob Banken (sax, fluit, klarinet), Wim Segers (vibrafoon), Karel Ceulenaere (toetsen), Lieven Van Pée (bas) en Elias Devoldere (drums), red.) een achtergrond in de jazz maar onze muzieksmaak en de muziek die we willen maken gaat zoveel verder dan jazz alleen. Daar hoef je alleen de bands waar we allemaal ook nog in spelen (elke muzikant speelt sowieso nog in twee andere bands en vaak nog meer) op na te luisteren’.
‘Ons publiek maakt dat niet uit, die gaan voor onze muziek, maar pers en streaming services die in muzikale pakketten werken willen graag kunnen duiden. Dat maakt het soms wel vervelend want categorisering werkt als limitering. Het is juist zo fascinerend als een band geen directe muzikale lijn volgt, van rock naar indie en van klassiek naar prog of minimal duikt, en het avontuur zoekt om muziek uit verschillende hoeken aan elkaar te verbinden’.
‘Voor het nieuwe album hebben we ons instrumentenarsenaal uitgebreid. Rob (Banken) speelde naast sax ook fluit en klarinet, wat het bandgeluid echt flink opgeschud heeft. Karel (Ceulenaere) heeft meer dan eens synthesizers in de stukken verwerkt en opvallend genoeg klinken de composities daardoor nog organischer. Daarnaast heb ik na de tijd in de studio ook in mijn thuisstudio nog wat lijnen in de composities toegevoegd. Hoewel je een plaat altijd als een tijdsdocument moet zien en daar vandaan verder, stel ik dat moment altijd heel lang uit. De muziek laat ik pas los als ik er echt 100% tevreden over ben.’
We bespreken de invloeden. ‘Sommige invloeden zijn denk ik wat prominenter te horen dan andere’, zo vertelt De Geest. ‘Mijn overall idee van de nieuwe plaat is de tijd waarin we, verdwaasd door alles wat er wereldwijd in de politiek en samenleving maar ook op het niveau van nieuwsvergaring en verspreiding gebeurt, leven en wat dat van invloed op de samenleving heeft. Het schilderij The Storm van Edvard Munch was voor mij voor deze plaat een grote inspiratie van wat er momenteel in de maatschappij speelt, een soort van metafoor voor onze dagelijkse realiteit. In deze snel veranderende tijden wordt de lucht steeds dunner en is het voor mensen steeds moeilijker ademruimte te vinden en normaal contact met elkaar te maken’.
‘Ook lijkt het verstoppen in de digitale wereld om daar je eigen gelijk uit te halen hét nieuwe idee van ontsnapping uit de echte wereld. Maar het leidt alleen maar tot meer verdeeldheid. Dat gegeven heb ik geprobeerd om naar muziek om te zetten. Een proces waarbij filmmuziek of filmische muziek bij mij altijd goed werkt. Zo liet ik met in de track The Quantities optimaal inspireren door de oosterse klanken die in de soundtrack van Hans Zimmer in de film Dune zitten. Maar ook de muziek van de de Hongaars-Oostenrijkse klassieke componist György Sándor, die van William Basinski en van de veel te jong overleden IJslandse componist Jóhann Gunnar Jóhannsson bieden altijd inspiratie. Net als die van (de legendarische Franse progmasters) Magma, William Holden & The Animal Spirits en The Residents trouwens.’
‘Ach, er is nog zoveel meer binnen de experimentele, avontuurlijk muziek te vinden wat me uiteindelijk steeds weer inspireert. Naast Munch bood ook de Belgische kunstenaar Jack De Digitale mij volop inspiratie trouwens. De clips die hij maakte voor onder meer metal/rockband Wiegedood en alternative band Millionaire vindt ik echt geweldig. Ik kan er oneindig lang naar kijken. Zijn stijl van beeld scheppen wilde ik graag voor de beeldvorming van mijn ideeën voor Thin Air . Mirror Land gebruiken en ik heb hem gevraagd om een hoesontwerp te maken. Na een paar vruchtvolle meetings waarin ik mijn ideeën kon overbrengen kwam hij met het ontwerp van wat nu de hoes van het album is. Ik ben er echt super content mee. Het geeft het verloren gevoel van eenling in de massa fantastisch weer vind ik.’
We krijgen het over de komende maanden. ‘Het is heerlijk om nu ook even John Ghost los te zijn voor het nieuwe album uitkomt (ons gesprek is half juli). Ik speel met Kris Auman (bas) en Sylvester Vanborn (drums), mannen die ik al vanaf mijn school ken, ook in Endlingr waarmee we veel minder strak gestructureerd als John Ghost spelen. We zitten meer in de postrock met stoner en psychedelica invloeden en daarin ben ik echt de gitarist die prominent in het geluid zit. Die vrije triosfeer is heel fijn om naast John Ghost te hebben en ze bieden beiden allebei precies die muzikale mogelijkheden waar ik als muzikant van droom, en blijf dromen’.
‘Wel grappig dat de nieuwe John Ghost begin oktober uitkomt (via sdban) en nieuw plaatwerk van Endlingr half november (via Consouling Sounds) Een verwachtingsvol najaar is dus aanstaande (lacht). Met John Ghost gaan we vanaf begin volgend jaar pas flink de zalen langs. We doen, als het allemaal lukt, dit najaar nog wel een aantal albumreleaseconcerten maar daarna gaan we ons voorbereiden op vooral heel veel concerten in 2024. Laten we hopen dat ons nieuwe album breeduit goed ontvangen wordt en we daardoor door heel Europa kunnen trekken om onze nieuwe composities live te horen groeien. We zijn er zeer aan toe.’