Matt Thorne ontleedt Prince track voor track
Prince is ongrijpbaar. Of tenminste, hij doet er alles aan om dat te zijn. Wellicht daarom weten de diverse biografieën die op de markt zijn ‘de mens’ achter de artiest nooit goed te vangen. Zelf geeft de kleine man amper interviews die echt iets prijsgeven over zijn wezen en de mensen om hem heen houden de mythe ook gewoon in stand door er in mee te gaan. Je zou ook kunnen concluderen dat Prince’ leven gewoon volledig in dienst staat van de muziek die hij maakt. Zijn immense catalogus is daar in ieder geval wel naar. Vandaar wellicht dat biograaf Matt Thorne juist die immense catalogus aan uitgebracht en onuitgebracht materiaal als basis voor zijn onlangs in het Nederlands vertaalde boek heeft genomen.
Hoewel ‘biograaf’… Auteur Matt Thorne is in de eerste plaats een fan van Prince. Daar windt hij geen doekjes om in het boek en de in Nederland door Xander Uitgevers uitgegeven pil is dan ook vanuit het perspectief van een fan geschreven. Het maakt dat Prince van Matt Thorne misschien wel de eerste muziekbiografie is waarin het woordje ‘ik’ vrijwel net zo vaak voorkomt als de naam van de artiest waar het om draait.
Als gezegd, Thorne neemt de muziek als uitgangspunt en aan de hand van gesprekken met medewerkers (onder meer Wendy & Lisa, arrangeur Clare Fishers zoon Brent, H.M. Buff, Steve Parke e.a.) wordt Prince’ gehele oeuvre track voor track behandeld, inclusief veel onuitgebracht materiaal. Voor de liefhebbers is dat smullen. Voor een leek kan het soms wat te ver gaan. Deze biografie vraagt, om hem het best op waarde te kunnen schatten, een meer dan gemiddelde interesse in en kennis van Prince’ muziek. Diens privéleven speelt amper een rol in dit boek. Zo wordt maar mondjesmaat ingezoomd op zijn huwelijken (die komen en gaan min of meer terloops), wordt het verlies van zijn kind in 1996 in een bijzin afgedaan en wordt de dood van zijn vader in 2001 niet eens genoemd. Om maar een paar ingrijpende gebeurtenissen te noemen. Dat stoort echter niet, want doordat de focus puur op de muziek ligt, weet je ook als lezer volledig waar je aan toe bent.
Wel iets storend echter, is de overduidelijke rol als fan die Thorne inneemt. Dat begint gaandeweg te irriteren. Dat zit ‘m voornamelijk in de momenten dat hij zich superieur opstelt aan andere (lees ‘gewone’) fans. Hij schept bijvoorbeeld op over een bezoek aan Prince’ huis en stelt dat hij het album 3121 wellicht meer waardeert dan andere fans omdat hij die avond vijf nummers daarvan live hoorde. Ook snoeft Thorne regelmatig met het aantal optredens van een tournee dat hij zag (of niet) en dat zijn momenten dat de voortgang wat hapert. Tekenend is het segment over Kevin Smith, die met Prince heeft gewerkt (en daar omheen hilarische segmenten in zijn one-man shows bouwde) maar vriendelijk weigert Thorne te woord te staan voor zijn boek. Waarna de auteur Smith natrapt door te schrijven ‘hij had het te druk met podcasten en het maken van beroerde films voor een steeds kleiner wordend publiek’. Totaal irrelevant voor het overkoepelende verhaal. Het zijn zulke niets toevoegende zinnen die van dit verder prima geschreven en uitputtende boek ineens onnodig een ego-document over de auteur maken.
Het is dan ook een verstandige keuze van Xander Uitgevers geweest om het volledige segment waarin Thorne zijn verslag doet van het bijwonen van het leeuwendeel van concerten die Prince in 2007 in Londen gaf niet in de Nederlandse vertaling mee te nemen. In de Engelse versie van dit boek, raakt juist op dat punt Thornes balans tussen biograaf en fan volledig zoek. Eeuwig zonde is echter wel dat ook de hoofdstukken over de vele nevenprojecten waar Prince bij betrokken is geweest zijn gesneuveld. Niet in het minst omdat daar een voor de Nederlandse doelgroep ook nog een kleine link in zit (Lois Lane), maar vooral ook omdat – meer dan in de rest van het boek – juist in deze hoofdstukken de immense impact van Prince op de volledige popcultuur duidelijk wordt. Het uitgebreide notenapparaat in het originele boek is ook weggesnoeid in de Nederlandse versie. Toegegeven, dat is ook echt alleen interessant voor de freaks, maar door de bank genomen is deze biografie er ook eentje die bij uitstek verslonden zal worden door de bovenmatig geïnteresseerden en die vreten ook die noten wel als smakelijk toetje.
De Nederlandse release heeft wel een nawoord dat het boek meer naar de actualiteit tilt dan de originele release. Klein foutje is dat het recente Plectrumelectrum-album hierin SpectrumElectrum is genoemd, maar een kniesoor die daar op let. De verkoopkreet ‘de meest complete Princebiografie ooit’ op de achterflap, is wat overdreven. Het boek is alleen al niet compleet vanwege het snoeiwerk. Ook de de promotiezin ‘In deze unieke kwaliteitsbiografie komt de man achter de mythe tevoorschijn’ is wat overdreven. De persoon Prince komt er namelijk maar bekaaid af en het is juist zijn werk dat de boventoon voert. De Nederlandse vertaling is prima, het boek blijft in de wirwar van liedjestitels die op hoge snelheid voorbij schieten makkelijk en lekker leesbaar. Hoewel je de vraag kan stellen in hoeverre een écht brede doelgroep geïnteresseerd zal zijn in deze bij tijd en wijle wel heel gespecialiseerde materie, is niet te ontkennen dat in de categorie ‘analyse/beschrijving van het werk’ dit zeker wel een van de betere bio’s is. Thornes ongefilterde fanmening over sommige albums en liedjes, maakt dat je zin krijgt om albums en ‘vergeten’ tracks weer eens opnieuw op te zetten. Dat is alleen maar toe te juichen, natuurlijk.