Jakob Bro: De wondergitarist die jazz een nieuw leven geeft
2018 mag de jazzboeken in als het jaar van Jakob Bro. De Deense gitarist maakte eerst in het voorjaar met het album Returnings en daarna in het najaar met het live album Bay of Rainbows (Live at The Jazz Standard, New York 2017), beide verschenen via het vermaarde ECM Records, zeer grote indruk. Met een grote wereldwijde tour werd zijn status dan eindelijk bevestigd. Zeer belangrijk, misschien wel essentieel in deze, was dat de twee 2018 album allebei werden opgenomen met zijn vaste muzikale kompanen: Joey Baron op drums en Thomas Morgan op contrabas. Met zijn drieën vormen zij een trio jazzgeweldenaren die in de vaak verstilde manier van muziek maken die Bro voorstaat, een ronduit briljante vorm hebben gevonden. Het afsluitoptreden van de wereldtour in de Kamermuziekzaal van het Concertgebouw in Brugge (tijdens de 2018 editie van het Brugge Jazz festival) was van een zo hemelse schoonheid dat het als legendarisch de boeken in kon. Het was een concert zoals je maar heel weinig in je leven meemaakt. Al moet gezegd worden dat Bro, Morgan en Baron met z’n drieën eigenlijk altijd heel dicht tegen briljant aanzitten. Echt elk optreden dat ik van de mannen de afgelopen jaren zag (en dat zijn er nogal wat) was een buitengewone ervaring waarbij de muziek zich vanaf het allereerste moment in je hart en hoofd nestelde. In je hart omdat het zoveel emoties oproept en in je hoofd omdat je hart door al die emoties aangezet je allerlei mooie herinneringen vermengd met de mooiste landschappen doet laten opkomen. Muziek om met je ogen gesloten in volle aandacht tot je op te nemen. Hoog tijd dus om Jakob Bro eens uitgebreider voor te stellen.
We spreken Bro enkele weken na zijn gedenkwaardige optreden in Brugge, terug in Denemarken. ‘Fijn om thuis bij de familie en vrienden te zijn weer. Het was een drukke maar ook mooie, ronduit zeer geslaagde tour’, zo vertelt hij. ‘We merken dat de laatste twee albums, en ik denk zelf vooral het live album, een groter publiek nieuwsgierig naar mij en ons hebben gemaakt en vele zalen waren zelfs volledig uitverkocht. Dat heeft een heel erg goed gevoel gegeven, vooral ook omdat we over de afgelopen jaren muzikaal absoluut geen concessies hebben gemaakt. Mensen zijn dus langzaam aan onze muziek ingerold en dat is eigenlijk het beste’.
We beginnen maar even bij het begin. ‘Ik ben als elke muzikant gestart om mijn eigen sound te vinden’ zo vertelt Bro. ‘Het studeren binnen de muziek is een mooie kans je volledig op muziek te focussen. Ik gebruikte de tijd vooral ook om mijn eigen sound te vinden, de manier waarop ik het liefst speel. Ik ben altijd verzot geweest op het experimenteren met geluid en probeerde met vele effectpedalen dat een basis te geven. Effecten dan vooral bedoeld om een breed en gelaagd geluid te krijgen, niet bedoeld om een indrukwekkend en overrompelend (showing off) geluid te creëren. Zo zit ik nu eenmaal niet in elkaar en dat is ook niet mijn manier van muziek maken. Mijn spel wil ik onderdeel laten zijn van een groter geheel.
‘De beginjaren waren zeer interessant en ook verhelderend. Mijn muziek was voor velen te eigenzinnig om uit te brengen en we besloten daarom met Loveland (die naam zegt genoeg) een eigen platenlabel te beginnen. Heel veel werk om dat te doen maar hij gaf me de muzikale vrijheid om me te ontwikkelen. Het was rond deze periode ook dat mijn naam rondging in het internationale jazz circuit en ik gevraagd werd om in bands van voor mij hele grote muzikanten, soms zelfs muzikale helden, mee te spelen. Daar zijn ook nog eens heel mooie vriendschappen met Paul Motian, Lee Konitz, Bill Frisell en Paul Bley (om er maar een paar te noemen) uit voort gekomen. En de voorname muzikanten die al zo’n grote naam binnen de jazz hadden vroeg ik dan ook op mijn albums mee te spelen (..lacht..). Mijn naam werd echt gevestigd toen ik op het album Garden of Eden van Paul Motian (ECM, 2006) meespeelde. Dat was mijn eerste grote internationale opname en mijn spel viel op. Daarna wilde echt iedereen met mij spelen zo leek het en ineens was ik heel veel meer van huis. Hoewel dat soms wat zwaar viel was het leerproces een geweldige en het spelen met die al zo gevestigde muzikanten elke keer weer een leerschool die ik absoluut niet had willen missen’.
Reeds een aantal jaren maakt Bro nu albums voor het voorname ECM. “Ik werd door Manfred Eicher (de grote man achter ECM) gevraagd of ik geen albums voor ECM wilde maken nadat ik bijdragen had geleverd aan het laatste album van Motian en hij de Poolse trompettist (die vorig jaar onverwacht overleed) Tomasz Stanko voorstelde mij in zijn band op te nemen nadat diens vaste trio muzikanten (het Marcin Wasilewski Trio) na twee succesvolle eigen albums naast hun samenwerking met Stanko, besloot op eigen kracht verder te gaan. Dat werd een album (het meesterlijke Dark Eyes, 2006)) en een volledig wereldtour. Eicher was zeer enthousiast over de band en over mijn rol in die band en bleef me in de gaten houden. Toen ik via Loveland met het drieluik Balladeering (2009), Time (2011) en December Song (2013) op eigen kracht doorgebroken was naar een grotere publiek (het drieluik leverde Bro diverse grote jazz prijzen op) bood hij me een contract aan. Met Gefion maakte ik daarna in 2015 mijn debuut voor het label dat met de albums Streams (2016) en Returnings (2018) vervolg kreeg. Op Gefion speelde Thomas (Morgan) al mee, op Streams ook Joey (Baron) en die triovorm werd al snel mijn meest geliefde. Het zijn twee doorgewinterde Amerikaanse jazz giganten die mijn composities fascinerend goed aanvoelen en invullen. Ondertussen zijn we de dikste vrienden geworden en ik voel een diepe muzikale connectie met hen. Mijn composities met hen spelen voelt zo natuurlijk en ik merk dat ik als muzikant doorgroei als ik met hen speel. Zij denken daar gelukkig net zo over. Hoewel het dan mijn composities zijn worden ze in triovorm gespeeld, echt de som der delen. De manier waarop zij de composities inkleuren geeft mij weer de ruimte nieuwe dingen te proberen waarin zij ook weer anticiperen en zo blijven de composities doorgroeien. Ik denk dat Bay of Rainbows (Live at The Jazz Standard, New York) daar een mooie registratie van is. ’.
Muziek maken en schrijven blijft een constant proces als de luxe situatie ontstaat waarbij je fulltime als muzikant kunt bezig zijn’ vertelt Bro verder. ‘Nog maar een paar dagen thuis van de laatste tour heb ik alweer bijna een week in de studio gezeten voor een nieuw project. Iets echt heel anders. Samen met Jakob Buchanan ben ik met een groot koorproject bezig waarvoor de opnamen al tijden gepland stonden. Super interessant om te doen omdat het me nieuwe mogelijkheden als componist geeft en fijn om dit met mijn oude vriend Jakob te doen ook. ECM lijkt geïnteresseerd om het project op te pakken maar als dat uiteindelijk niet doorgaat doen we het gewoon via Loveland. In de deal met ECM heb ik afgesproken dat ik ook muziek via mijn eigen label mag uitbrengen. Via een groot label als ECM kan het soms lang duren voordat ze ruimte hebben om nieuwe muziek uit te brengen en ondanks het feit dat ik nu een wat grotere naam op het label ben geworden kunnen ze gewoonweg niet alles uitbrengen waar ik mee bezig ben. Ik wil de creativiteit niet laten opdrogen en muziek uit kunnen brengen wanneer ik dat wil. En daarnaast kan het zomaar zo zijn dat ze niet in alles wat ik doe geïnteresseerd zijn. Zoals nu dit koorproject of het werk met mijn tentet (wat Bro heeft samen met Jesper Zeuthen, Peter Laugesen, Andrew D’Angelo, Chris Speed, Kresten Osgood, Jakob Høyer, Thomas Morgan, AC, Nikolaj Torp-Larsen and Søren Kjærgaard) . In deze rare muziektijden is het daarom goed ook je eigen identiteit met je eigen label te behouden’.