Rebekah Long
Here I Am
“Ain’t Life Sweet” onder dit optimistische motto en verfijnd fiddle en banjogetokkel opent deze dame haar debuut. En inderdaad het leven ziet er heel wat rooskleuriger op met de wonderlijke zang van Rebekah Long. Een debutante is de zangeres die we hier horen allerminst. Ze groeide op in Lincolnton, naast het befaamde bluegrass gospel instituut The Lewis Family en tourde uitgebreid met buurjongen Little Roy Lewis als bassiste in het gezelschap van haar tweelingzuster Lizzy.
Rebekah behoort tot de eerste lichting die afstudeerde aan het Glenville State College in de afdeling bluegrass en werkte in die kringen als opnametechnicus, Daughters of Bluegrass is een van de projecten waarbij ook als muzikant betrokken was.
Nu staat ze zelf achter de microfoon in goed gezelschap van de in deze rubriek al vaker geroemde Donna Ulisse die samen met haar man Rick Stanley voor vocale assistentie zorgen. Het muzikale echtpaar tekende samen met Rebekah voor enkele fijne nummers. Muzikaal ondersteund door de fine fleur van de bluegrass worden verhalen over oude vrienden of bekenden uit Georgia opgehaald. (Hairpin Hattie, Nellie Mae)
Sweet Miss Dixie Deen is een eerbetoon aan de vorig jaar overleden Dixie Hall, de vrouw van Tom T.Hall met wie Rebekah intens samenwerkte. Er is overigens een fijne en charmant uitgekauwde versie van Tom T’s I Washed My Face In The Morning Dew naast de postume hulde aan Merle Haggard met The Fightin’ Side Of Me Verder nog een fijne selectie uit het grote countryboek met Mel Tillis’ Unmitigated Gall en een overtuigende versie van Cheryl Wheeler’s I Know This Town. Zo krijgt de luisteraar het beste van twee werelden, verfijnde, authentieke bluegrass- instrumentatie met bovenop ontwapende zangpartijen.