Maria
La Vita Nuova

Het is destijds de rebelse attitude die fel contrasteert met het ogenschijnlijk onbevangen jonge meisje met de krachtige stem dat een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent. McKee ontworstelt zich aan de invloed van haar oudere halfbroer Bryan MacLean, die even in het psychedelische rockcombo Love figureert en zijn hippe vriendenkring. De felle cowpunk en countryrock van Lone Justice biedt een uitweg. De muzikale formule blijkt na een tweede langspeler te beperkt voor haar meer eclectische muzikale ambitie. Die komt tot ontplooiïng op het titelloze debuut dat haar progressie als songwriter aantoont maar helaas gefnuikt door schaamteloze overproductie. Even later wordt de zangeres wereldberoemd met het uit de soundtrack van Days Of Thunder geplukte Show Me Heaven.
Nog voor haar dertigste bloeit McKee helemaal open als zangeres en songwriter, op het door George Drakoulis geproduceerde You Gotta Sin To Get Saved wordt ze naast oud leden van Lone Justice door enkele Jayhawks geflankeerd en laaft zich gretig aan de inspirerende countryrockbron en ouder werk van Van Morrison.
Dat is ondertussen zevenentwintig jaar geleden, na Life Is Sweet volgt een lange tussenpauze. De gitaar en piano spelende rockdiva evolueert naar met barokke pop en rootsrock gevulde langspelers die ze samen met haar man Jim Aikin in de Vieuwfinder Studio assembleert. Het recentste werkstuk Late December dateert uit 2013.
La Vita Nuova refereert nadrukkelijk naar een boek van Dante, Mckee die onlangs haar voorliefde voor panseksualteit openbaarde brengt geïnspireerd door de Italiaanse dichter en woordkunstenaars zoals William Blake en Yeats een songsyclus die nauw aanleunt bij de meer georkestreerde verrichtingen die we niet zelden bij John Cale, Scott Walker en Bowie aantreffen.
Die theatrale benadering wordt hier moeiteloos geassimileerd, en McKee begeleidt haar ongemeen krachtige vocale uithalen afwisselend met gekunsteld pianospel en gitaar, onveranderlijk genereus overspoeld met het strijkersgeweld van een negentienkoppig ensemble. Opmerkelijk is dat McKee die geen formele klassieke opleiding genoot zonder enige notie van notenleer de arrangementen verzorgt. Bij een eerste snelle beluistering schrikt dat gezwollen bombast enigszins af. Het is dan ook zaak om even door te bijten om de nuances van dit mysterieus en geraffineerd werkstuk naar volle waarde te schatten.