Frank Carter & The Rattlesnakes
Dark Rainbow
Misschien is het een bewuste keuze van zelfbescherming dat Frank Carter het na het de longen uit zijn lijf schreeuwende Blossom steeds rustiger aan doet. Met dit geweld houden de stembanden het namelijk geen eeuwigheid vol, zeker niet met een overvolle concertagenda. Zonder de nu metal screams klinkt de punkzanger op End Of Suffering een stuk minder overtuigend, zeker als ook zijn The Rattlesnakes voor een meer toegankelijk cross-over geluid kiezen. Lockdown plaat Sticky identificeert zich met het mentale verval van een maatschappij die zijn eigen graf aan het delven is. Zoekt het duistere Dark Rainbow al een grafsteen met het “Hier rusten Frank Carter & The Rattlesnakes”- opschrift uit, of worstelen ze vanuit die valkuil een weg naar boven, en is er hier van een wederopstanding sprake?
In het zelf reflecterende Honey verontschuldigt Frank Carter zich voor het feit dat hij nu zelfs mierzoete liefdesliedjes maakt. Ik vraag mij af of deze uitleg relevant is. The Rattlesnakes zorgen nog steeds voor dat stekende rockrandje, waardoor het een kolkende moshpit menigte zeker in beweging brengt. Al druipen die vervolgens bij het hitgevoelige Man Of The Hour definitief af, en bedenken zich dat een biertje aan de bar stukken lekkerder smaakt. Tussen de strijkers en pianoballad toetsenwerk vraagt Frank Carter zich hulpeloos af waar die rocker in hem gebleven is. Hij valt voor de Can I Take You Home soulliefde, een breed contrast met het tenger gespierde getatoeëerde uiterlijk van een raddraaier die voorheen de concurrentie gemakkelijk met zijn indrukwekkende performance wegblies.
Het sensuele American Spirit ligt hem beter, hier heerst een opgewonden woestijn glamrockende zwoelheid, al is Frank Carter de zwakke factor in het geheel. Het blijft vreemd om een steeds beter zingende bijna croonende vocalist zo af te vallen, normaal is van het tegenovergestelde sprake. Gitarist Dean Richardson houdt het punk idealisme enigszins staande. Moet ik voorzichtig concluderen dat het tweetal uit elkaar gegroeid is en een scheiding slechts een kwestie van tijd is? Of ben ik een conservatieve oude zeur met een “vroeger was alles beter” mentaliteit die een band afzeikt als vernieuwingsdrang ontbreekt, terwijl ik misschien net zo gemakkelijk tot de aanval overga als die vernieuwingsdrang er wel is? Het komt bij mij al een aantal platen niet meer binnen. Was ik bij de vorige recensies nog enigszins schappelijk en hoopvol, daar moet ik nu toch van afwijken.
Waar raakt Frank Carter zichzelf kwijt? Het deprimerende Happier Days is een hulpvraag om die liefde, het geluk te hervinden. De Blossom frustraties bieden geen antwoord, maar deze primal scream therapie geeft wel ruimte in het overspannen hoofd. Liefdesverdriet en mislukte vastlopende relaties vormen een uitputtende inspiratiebron, het voelt wat puberaal aan. De kilte van een gevuld leeg zielloos bed is in het verleden vaak beter bezongen. Het is allemaal gemeend en persoonlijk, het sombere Queen of Hearts en het ouderwetse emotioneel beladen Superstar maken weldegelijk indruk. Natuurlijk zit er genoeg echtheid in de songs, natuurlijk moet je het verdriet en daaruit voortkomend pijnlijk leed niet onderschatten. Waarschijnlijk is het eenvoudiger om je achter een rockende gitaar te verschuilen dan met de gevoeligheid van een piano en een treursaxofoon te werk te gaan. Die kwetsbare gedurfdheid kan ik zeker appreciëren. Dieper kan deze vocalist niet gaan, maar toch mis ik iets. Neem die tijd om tot bezinning te komen en te revancheren, zo niet, rust dan in vrede.