Duke Robillard Band
Ear Worms
Duke Robillard behoort samen met Ronnie Earl en Jimmie Vaughan tot het selecte clubje van bluesgitaristen die het genre in ruimere kring verspreiden. Het grote publiek leert Robillard kennen als hij een tijdje de plaats van zijn vriend Vaughan bij The Fabulous Thunderbirds inneemt. In kennerskringen werd de uit Rhode Island afkomstige gitarist voordien al gewaardeerd als stichtend lid van het in de jaren zestig opgerichte Roomful Of Blues en voor zijn latere solowerk. Dat impressionante solorepertoire omvat ondertussen ruim dertig langspelers die tussen swing, jumpblues, jazz, R&B en rock laveren en zijn stilistische veelzijdigheid illustreren. Vorig jaar vierde Duke Robillard zijn zeventigste verjaardag, evenals zijn iets jongere vriend Vaughan keert de gitaarmeester terug naar het verleden en verzamelt hij de muziekjes die hij tijdens zijn jeugdjaren koesterde.
Met Ear Worms beperkt Robillard zich geenszins tot een bepaalde stijl, het zijn persoonlijke reprises van songs afkomstig uit de jaren vijftig tot de zeventig. Don’t Bother Trying To Steal Your Love, de enige song van Robillard die we hier aantreffen wordt gezongen door Dave Howard (Roomful Of Blues), de zanger uit New England heeft het perfecte timbre om Duke’s rockende akkoorden te flankeren. De stem van Robillard horen we alleen in het uit de Goffin /King catalogus geplukte On This Side Of Goodbye, destijds door Righteous Brothers gezongen maar het is de interpretatie van Eric Burdon die naar een soulvolle interpretatie leiden.
Dat geldt ook voor Sweet Nothin’s en het eveneens door Sunny Crownover gedebiteerde Everyday I Have to Cry Some de zangeres die eerder samenwerkte met de gitarist brengt een fijne, uiteraard door weergaloze rockabilly licks ondersteunde versie. Wat verderop treffen we Soldier Of Love aan, een andere Arthur Alexander klassieker aan door Duke meesterlijk omgesmeed in een bijzonder knap instrumentaaltje evenals de traditonal Careless Love die in een twangende ode aan Duane Eddy getransformeerd wordt. Dylan mag niet ontbreken, Robillard tourde ooit met de oppertroubadour en begeleidt in I’m A Lonesome Hobo, de verweerde zang van Mark Cutler met fraai resonerend snarenwerk. Dear Dad is van Rock’n Roll poëet Chuck Berry afkomstig en zo’n rollicker is hier in goede handen.
Opmerkelijk is dat ook de begeleiders worden ingeschakeld voor het vocale werk, toetsenman Bruce Bears zorgt voor het parlando in Allen Toussaints Yes We Can dat hier in een broeierige king size versie geserveerd. Drummer Max Teixeira zingt op Neville Brother’s Yellow Moon dat op pregnant ritmische snarenwerk huppelt.
Rawhide behoorde al tot het prille repertoire van Roomful Of Blues enbevat het dna van de schromelijk ondersckatte rocker Link Wray, dat blijkt nog eens uit de killer versie. In You Belong To Me de croonersong waarmee Jo Stafford en Patti Page in de jaren vijftig scoorden versmelten warme Hammondtonen met zwierige gitaarakkoorden. Ear Worms, een bijzonder fijne jukebox van een uitzonderlijk gitaarman en zijn getalenteerde begeleiders.