Camera Obscura
Look to the East, Look to the West
Het zag er lange tijd naar uit dat de Schotse indierockers van Camera Obscura definitief verleden tijd waren. De band maakte tussen 2000 en 2015 naam met vijf internationaal goed ontvangen albums. Camera Obscura werd vaak in één adem genoemd met die andere, veel bekendere, Schotse favorieten Belle and Sebastian.
In 2015 echter overleed toetseniste Carey Lander aan botkanker en stokte de band, begrijpelijk. Zangeres Tracyanne Campbell vond met de release van het fijne duo-album Tracyanne & Danny de weg naar het muzikantenleven weer enigszins terug. Toen in 2019 Camera Obscura werd gevraagd voor Boaty, een rondreizend indierockfestival op een boot, samen met Belle and Sebastian, Mogwai, Teenage Fanclub, Alvvays en Yo La Tengo, begon het besef in te dalen dat er nog steeds een plek was voor Camera Obscura. Tijdens de tour wentelde de band zich in de liefde en aandacht van de andere bands en vooral ook de liefhebbers die uit de hele wereld waren toegestroomd.
En nu is er dan een nieuwe plaat. Daar mogen we blij mee zijn. Camera Obscura grossiert in innemende, zuivere indiepop/rock met soms een folky, dan weer een jazzy inslag. Opvallend is dat op het in de befaamde Rockfield Studio opgenomen Look to the East, Look to the West dankzij steelgitaar ook vleugjes country binnen sijpelen. De band ademt daarnaast ook zeker de Britse indie/gitaarpop van midden jaren tachtig, iets waar Belle and Sebastian natuurlijk ook schatplichtig aan zijn.
De singles staan (natuurlijk) vooraan op de plaat en dat waren al prima visitekaartjes: Liberty Print raakt direct een gevoelige snaar: zuivere, tedere indiepop met een fijne electro beat die na een minuut in een subtiele versnelling gaat. De melancholie bij het bladeren door een fotoalbum; het had zo anders kunnen lopen … Er is echter ook veel moois om op terug te kijken. Het is niet de enige keer dat de herinnering aan Carey Lander zich manifesteert.
Big Love is van een andere orde: ‘folksy prog’ noemde de band het al. Hier spelen de Amerikaanse country-invloeden een grote rol. De derde single We’re Gonna Make It in a Man’s World wordt voortgestuwd door brushes en bekijkt de nog vaak masculiene pop- en rockwereld vanuit het perspectief van muzikantes van middelbare leeftijd: ‘I try to lie / But the words come out as truth / How come I / Don’t get away with being as rude as you?’. Tracyanne Campbell schreef de song samen met de nieuwe toetseniste/zangeres van Camera Obscura: Donna Maciocia.
Op Only a Dream roept Camera Obscura mooie sferen op, zuiver als ochtendmist met een feeëriek koortje en ronduit poëtisch gitaar- en pianowerk. Brushes, piano en jazzy gitaar kleuren het vlotte The Light Nights. Hierna is Baby Huey (Hard Times), een liefdevolle verwijzing naar het Boaty festival, waar Camera Obscura zichzelf hervond. Met frisse, subtiele elektronica – beats en strijkers – als begeleiding is dit een van de fijnere en knappere songs op de plaat. Campbell richt zich op Sugar Almond direct tot Carey Lander. Zang en piano volstaan hier; het zijn indringende minuten.
De titelsong mag het album afsluiten. Een song over doorgaan na het verlies van een bandlid, over in beweging blijven in tijden van Covid. Melancholie in een licht, sfeerrijk popjasje; in de verte hoor je Everything But The Girl in hun eerste jaren. Wederom een song die in het hart treft, zoals dit hele album je even een welkome pas op de plaats doet maken.