×

Nieuws

17 januari 2012

Een Fusie Tussen Ballet En Opera

Geschreven door: Carl Puhl

De Nederlandse Opera (DNO), Het Nationale Ballet (HNB) en Het Muziektheater Amsterdam zijn dit jaar nog afzonderlijke organisaties, maar zullen per 1 januari 2013 fuseren tot één stichting. Aangezien de samenwerking altijd heel hecht is geweest is deze stap niet meer dan logisch. De nieuwe organisatie zal hiermee het streven naar een topinstituut voor opera en ballet verder voortzetten. Ook het veranderde subsidiebeleid van onze nieuwe regering zal een rol gespeeld hebben bij deze beslissing. De drie stichtingen zullen namelijk een geïntegreerde subsidieaanvraag indienen voor 2013-2016. De onderbouwing voor de overheidsbijdragen voor opera, ballet en het theater wordt dan wel weer apart vermeld.

Uiteraard blijven de merknamen (DNO, HNB en Muziektheater Amsterdam) apart bestaan. Deze hebben in de jaren naam en faam opgebouwd; het zou zonde zijn om daar de vruchten niet van te blijven plukken. Ook blijft de artistieke autonomie van de drie voortbestaan. Verdere voordelen zijn een grotere slagvaardigheid, duidelijker profilering door eenduidiger aansturing en versterking van de mogelijkheden voor cultureel ondernemerschap. Afgestemd beleid op het gebied van marketing, communicatie, verkoop, relatiebeheer, fondsenwerving en sponsoring biedt kansen om de eigen inkomsten te verhogen.

Al deze termen klinken mooi, maar wat zal de bezoeker van het Muziektheater hiervan merken? Worden hierdoor de kaartjes goedkoper of juist duurder? Vinden er meer voorstellingen plaats of juist minder? Moeten we ons zorgen gaan maken om de programmering? Volgens de nieuwe directeuren Pierre Audi (opera) en Ted Brandsen (ballet) niet: ‘De integratie van de drie stichtingen is het resultaat van jarenlange goede samenwerking. We zijn er trots op dat DNO en HNB gerekend worden tot de internationale top. We kijken uit naar een toekomst waarin we de ambitie hebben vernieuwende en vooruitstrevende programmering te blijven realiseren. We zullen bovendien hoog blijven inzetten op educatie- en participatieprojecten om nieuwe doelgroepen te bereiken.’