×

Interview

06 november 2023

Pianist Alex Koo: Van aanstormend talent naar internationale klasse

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: W.E.R.F. Records

Natuurlijk wisten wij al even dat pianist Alex Koo één van die grote talenten uit de Vlaamse jazzscene was, maar het is heerlijk om dat met zijn eerste solo-pianoalbum Etudes for Piano optimaal bevestigd te krijgen. Het is een album van internationale allure. Zijn groei als muzikant is ook tijdens de pandemie door blijven gaan en door de introspectie van die tijd zelfs nog sneller gegaan zo lijkt het. De weinige kansen die hij ook in die rare periode kreeg pakte hij glansrijk op en bracht hem op het podium met zijn grootste helden. De komende maanden is het tijd om zijn eerste echte soloplaat, die internationaal jubelend ontvangen is, naar het publiek te brengen en het liefst met zoveel mogelijk optredens. Hoog tijd om weer eens met Koo te praten dus.

‘Een eerste solo album daar moet je echt voor klaar zijn, en ik vond dat ik dat de afgelopen jaren nog niet echt was’, zo vertelt Koo als we hem spreken. ‘Ik voelde me de afgelopen jaren nog veel relaxter als er muzikanten om me heen waren om een album te maken en op te treden. Ik denk dat het feit dat ik gekozen werd als Artist in Residence voor het Brussels Jazz Festival in het Brusselse Flagey er flink aan meehielp om daar wat overheen te stappen, me daar het zelfvertrouwen voor te geven, misschien groeide ik daar in de retrospectieve pandemie periode ook meer naar toe. Brussels Jazz was sowieso een uitgelezen mogelijkheid om dromen uit te laten komen en hoewel het jammer genoeg in een periode viel dat de pandemie er nog was (alles was zo ver van te voren al afgesproken en wie had gedacht dat die Covid ellende zolang zou duren?) kreeg ik daar wel de mogelijkheid om samen met één van mijn helden in jazzpiano, Craig Taborn, een duo-concert te geven. Dat zou wel eens het moment geweest kunnen zijn dat ik me bewust was hoe ver ik gekomen was. Vooral ook omdat Craig gelijk JA zei toen hij voor het duo concert gevraagd werd. Het blijft ongelooflijk moeilijk om te bepalen waar je binnen jazz staat, dat moeten anderen, (bevriende) muzikanten of journalisten, je zeggen denk ik en dat gebeurde dus toen. En het feit dat spelen met Craig zo uitdagend was tegelijk ook zo vertrouwd aanvoelde. Het was een droom die uitkwam en gelijk ook een enorme stap in mijn muzikale ontwikkeling.’

‘Mijn idee van Etudes for Piano was dat ik alle kleuren die ik in mijn spel kan stoppen eruit wilde halen. En dan niet alleen qua composities waarin ik zoveel mogelijk variaties wilde stoppen. Juist ook om op alle manieren mijn handen en vingers te bewegen om ook daar de speciale aanslag te krijgen die een compositie nodig heeft. Het maak namelijk een groot verschil of je je handen recht of gebogen hebt of dat je met de toppen van je vingers of het eelt aan de binnenkant speelt. Misschien iets wat je als luisteraar niet gelijk hoort maar wat voor mij heel belangrijk is als ik de opnamen terugluister. De manier van spelen maakt de compositie zoals ik die in mijn hoofd had en heb.’

We krijgen het over zijn eerste jaren en het muzikale leven wat hij tot nu toe al heeft gehad. ‘Ik kom uit een muzikaal gezin waarin mijn broers viool spelen en ik al vroeg (op zijn vijfde) piano begon te spelen. Eigenlijk heel natuurlijk met lessen de klassieke structuren en meesters ontdekte en de perfecte basis voor mijn techniek ontwikkelde. Al was ik al wel ambitieus en won ik op mijn tiende al mijn eerste pianowedstrijd, waar ik opvallend genoeg niet op leeftijd maar op mijn graad, dus met vaak veel ouderen jongeren, werd ingedeeld. In mijn tienerjaren kwamen daar de levendige en vrije structuren van jazz hard overheen’.

‘De jazz voelde als exact datgene waarom pianospelen weer heel fijn werd en ik vele uren bleef spelen om te ontdekken hoe alles in elkaar zat. Jazz goed leren spelen betekent ook heel veel jazz luisteren en de rijke catalogus, van het legendarische jaren vijftig werk naar de jazz van de afgelopen decennia en nu, goed bestuderen. Wat en waarom doet die muzikant dat op dat bepaalde moment binnen de compositie en waarom werk dat heel goed of niet. Het bleek een ontdekkingstocht die niet te stoppen bleek (lacht). Er is ook gewoonweg veel te veel goede muziek gemaakt en nog steeds ontdek ik dat in die vrije geesten van de jaren vijftig en zestig en die bijzondere platen die muzikanten als John Coltrane, Dexter Gordon, Lester Young, Charlie Parker, Elvin Jones en Bud Powell, om er maar een paar te noemen, maakten zoveel bijzonder elementen te horen zijn dat ik er in mijn leven wel nooit genoeg van zal krijgen.’

‘In mijn tienerjaren nam de liefde voor jazz zo hard toe dat ik er in door wilde en me als eerste aanmeldde voor het conservatorium in Den Haag, de plek die me door mijn toenmalige muziekleraar Dominique Vantomme werd aangeraden. Dus niet één van de grote conservatoria van België opvallend genoeg. Zowel het conservatorium van Den Haag, als het conservatorium van Amsterdam, waar ik even later naar vertrok, hebben een groot internationaal netwerk en uitstraling. Dat was ook de reden dat Dominique me deze stap ook aanraadde en het heeft heel goed voor me gewerkt. Je onderdompelen in een internationaal muzikaal gezelschap met heel veel talent doet je nog beter beseffen waar je als muzikant staat, waar je al bent, en ik merkte dat ik nog heel veel wilde leren en dat een eigen stijl ontwikkelen via de natuurlijk weg moest gaan’.

‘Want studeren betekent echt niet alleen constant piano blijven spelen, repeteren, beter worden maar juist ook de filosofie achter de jazz leren kennen en daar vandaan dan weer spelen. Ik heb ontdekt dat ik juist doordat ik in die jaren zo streng voor mezelf was om heel gestructureerd te oefenen snel veel verder kwam. Juist ook de vele weken en maanden die ik, met de metronoom er prominent bij, van mezelf zo strak mogelijk moest spelen om van daaruit juist ook weer om die repetitie van de tikken heen te kunnen spelen heeft daarin een grote rol gehad.’

‘Ik was in die late tienerjaren, begin twintiger, dus vooral met techniek bezig als met een eigen stijl ontwikkelen. Misschien daardoor wel mijn eigen stijl juist ontwikkelde omdat ik voelde dat bepaalde manieren van spelen niet voor me weggelegd waren. Zo ben ik geen rammer, ik houd heel erg van de vloeiende aanslag, noem het vooral de zachte aanslag als je wilt. En ik hou heel erg van ruimte in mijn spel, niet alles virtuoos dichtplamuren. Misschien is die onbedoeld of onbewust wel beïnvloed door gitarist Jakob Bro die me in Kopenhagen, waar ik na Den Haag en Amsterdam ging studeren, de raad gaf vrijer, losser en meer introspectief te gaan spelen. En niet zoals op mijn eerste plaat Dance of Hope waar ik nog vaak heel rap over de toetsen ging om te laten horen dat ik heel goed kon spelen (lacht)’.

‘Die raad heeft me heel veel geleerd vooral ook omdat ik na Kopenhagen naar New York ging om daar op NYC Steinhardt (één van de grote conservatoria) verder te studeren en daar leraren als Mark Turner (saxofonist) en Ralph Alessi (trompettist), muzikanten die qua jazzopvatting heel dichtbij Bro staan, trof. Ze bleken een enorme invloed op mijn spel te hebben, naast die van Craig (Taborn) natuurlijk die ik juist in Amsterdam heel veel zag spelen. Ik denk dat ik mijn eigen stijl in Kopenhagen ontwikkelde en in New York vervolmaakte, voor zover je dat op jonge leeftijd al kunt zeggen. De ingetogen zo sfeerrijke Scandinavische jazz heeft me zeer beïnvloed maar juist ook de kracht en expressie van de New Yorkse scene.’

Identified Flying Objects‘Het was heel bijzonder om met Ralph (Alessi), ’mijn leraar’, vervolgens , samen met drummer Attila Gyarfas ook een trio te starten onder de naam Identified Flying Objects’, zo vertelt Koo terugblikkend op zijn New York jaren. ‘Het voelde muzikaal als de perfecte mix van alles wat ik jaren daarvoor geleerd had en de muziek die we maken voelt zowel atmosferisch als dynamisch, dus eigenlijk als een mix van de eerder genoemde ingetogen Scandinavische en de drukke New York jazz, al klinkt dat misschien wel hoogdravend (lacht). We schrijven alle drie afzonderlijk onze composities die onze muzikale afkomst al verraadt en al helemaal als we die dan gezamenlijk spelen des te meer’.

‘Heel blij dat we onze muziek op een eerste (gelijknamige) album al vast hebben kunnen leggen. Dat gebeurde toen ik alweer terug was in België trouwens. New York is een te gekke stad om te wonen en veel te spelen maar ook een hele dure en als je als muzikant geen beurs of lerarenbetrekking hebt eigenlijk ondoenlijk. Het altijd super actieve W.E.R.F. uit Brugge wilde graag met me samenwerken en bracht dus ook het eerste trioalbum uit, net als trouwens nu mijn eerste solo-pianoalbum. De terugkeer naar België na alle omzwervingen over de wereld heeft dus een heel mooi vervolg gekregen en met de fijne reacties op Etudes for Piano voel ik dat ik op een heel mooi moment in mijn muzikale carrière sta. De wereld ligt open.’

Foto’s: bovenaan: Robert Hansenne, portret: Johan Jacobs