×

Interview

05 mei 2024

Edwin Hofman vertelt over boek Vrijdenkers in muziek

Geschreven door: Leon Pouwels

Na het prachtig gedocumenteerde Avonturiers van de Nederpop brengt Edwin Hofman nu het net zo fraaie Vrijdenkers in muziek op de markt. Dit naslagwerk is een mooie aanvulling op het eerste deel. Nog meer persoonlijke verhalen van bekende namen als Spinvis en Gruppo Sportivo, maar ook postpunk-kernleden als Truus de Groot van Nasmak, Erwin Blom van Eton Crop en hedendaagse vernieuwers als Rats On Rafts en Personal Trainer komen aan het woord. Written In Music verdiept zich in de achtergrond van Vrijdenkers in muziek – Alternatieve Nederpop van 1980 tot nu en laat de popjournalist zijn verhaal vertellen.

WiM: Edwin, mooi hoe je Vrijdenkers in Muziek met Hans Vandenburg van Gruppo Sportivo opent. Daar bij die band komt alles samen; roem, teleurstelling, het do it yourself principe. Met de verhalen van Hans Vandenburg kan je al een heel boekwerk vullen. Een bewuste keuze om hiermee te openen?
Ik schrijf over artiesten die tussen bekendheid en underground inzitten. Daar zitten een aantal namen bij die ook een groter publiek aanspreken. Hans Vandenburg is een markant figuur, een boeiende persoonlijkheid om mee te beginnen. Hij heeft een lange carrière achter de rug, veel gedaan, relatief poppy maar dan wel in de alternatieve hoek. Qua naamsbekendheid is hij redelijk groot en zoals je al aangeeft, hier komt alles in samen. Ik heb dus bewust een bekendere naam vooraan gezet. De vorige keer deed ik dat met Henk Hofstede van de Nits. Dat soort mensen zijn belangrijk voor Vrijdenkers in muziek, muzikanten met een rijk verleden.

WiM: Ook nu weer veel aandacht voor muzikanten die in jouw Postpunk in Nederland special al aan bod komen. Hoe voelt het om persoonlijke helden als Truus de Groot (Nasmak) en Dirk Polak (Mecano) te interviewen?
Het is vooral hartstikke leuk. Je realiseert het later pas dat het mensen zijn die alleen maar in je hoofd bestonden. Het valt mij op dat ze vooral erg enthousiast en vrolijk zijn. Dirk Polak produceert stemmige intellectuele muziek, Truus de Groot maakt weer best aparte, soms prettig maffe, muziek. Het zijn hele open personen. Amsterdammer Dirk Polak praat belevend en honderduit, Truus de Groot komt uit Eindhoven, en woont tegenwoordig in Amerika, met haar had ik via Zoom contact. Vergeet ook Marc de Reus van De Div niet. Het is belangrijk en goed om deze mensen weer te spreken, ze gaven vorm aan een invloedrijke, boeiende tijd. Vroeger was er met het grotere aanbod van jongerencentra en de verticale programmering op de radio meer aandacht voor afwijkende muziek. Het is fijn om die connectie te maken. De boeken nemen begin jaren tachtig, de artistieke do it yourself-periode, net na de punk als beginpunt.

WiM: Nog steeds ben ik verbaasd over de openhartigheid van de muzikanten. Als ik zelf artiesten spreek, zeggen ze vaak na afloop dat ze liever willen dat ik bepaalde passages voor mijzelf hou. Bij jou krijg ik de indruk dat je toestemming krijgt om alles in het boek te verwerken.
Met een goede voorbereiding komt er best veel naar boven in een gesprek. Ze vertellen niet alles, maar ik ben er nooit op uit geweest om in psychologische achtergronden te graven en me op ranzige verhalen te richten. Ik vind het ook niet gepast om bij een eerste ontmoeting er frontaal in te knallen, zeker omdat je iemand niet persoonlijk kent. Wat ik wel wil is een diepergaander gesprek dat verder gaat dan alleen de pers-bio of de info uit de popencyclopedie. Dirk Polak benoemde kort zijn drugsverleden. Dat vermeld ik wel maar ik ga daar niet op door, ik wil er op dat punt geen smeuïg verhaal van maken.

Muzikanten balen er heus wel van dat de platenverkoop sinds streaming tegenvalt, dat komt in Avonturiers van de Nederpop ook al aan bod maar ze willen tegelijkertijd niet te veel negativisme uitstralen. Op de landelijke televisie is er weinig ruimte voor deze muzikanten, of ze worden gevraagd om hun hitje of een cover te spelen. Waar wij als toegewijde liefhebbers en popjournalisten mee bezig zijn, dat leeft bij hun ook maar ze zijn terughoudend om daar weer een heel verhaal zwart op wit, op papier, over terug te zien. Het kan dan soms ook zeurderig overkomen. Een band als The Ex is behoorlijk autonoom, het merendeel is echter toch langer afhankelijker van de media geweest, maar daar is het alleen dus wel allemaal wat veiliger geworden.

WiM: De hoofdstukken zijn over het algemeen nog langer dan in Avonturiers van de Nederpop en geven een completer beeld en behandelen minder een specifieke periode. Een bewuste keuze?
Nee, niet zozeer. De opzet is in principe hetzelfde, met het verschil dat ik nu meer open het gesprek in ga, en mij minder afhankelijk van de voorbereiding in mijn hoofd opstel. De stukken zijn zoals je bij de boekrecensie al opmerkt net wat langer en breder. Dit alles hangt van de gesprekspartner af. Artiesten hebben over het algemeen genoeg te vertellen. Chantal Acda gaat meer de persoonlijke belevingskant op, iets wat je ook zo in haar muziek terug hoort. Hopelijk zorgt haar interview ervoor dat ze eindelijk in Nederland meer erkenning krijgt.

WiM: Ook nu meer aandacht voor platenlabels en je richt je zelfs een beetje meer op poppodia. Men vergeet vaak hoe belangrijk deze in de ontwikkeling van de alternatieve Nederpop zijn. Fijn dat je hier aandacht aan besteedt. Ze zijn allemaal van elkaar afhankelijk toch?
Ja, en dat is voor mij wel evident. Enerzijds heb ik een aantal muzikanten die ik graag wil spreken, maar wat als ik die spinnen in het web, die heel veel bands hebben geholpen en veel mensen kennen, aan het woord laat? Dan kom je heel snel bij Josh Haijer van Top Hole Records uit, het label waar ik mee ben opgegroeid. Jan ten Boom is al lang zeer belangrijk als boeker en vertegenwoordigt hetzelfde gevoel als wat ik met het boek wil uitstralen. En ze kennen veel mensen, dus dan is het fijn om ze erbij te hebben. Je krijgt dan ook net wat andere gesprekken en ze geven achteraf ook de nodige input zodat er toch een lijn in hun hoofdstukken blijft. In het Josh Haijer hoofdstuk komen zijn band Social Security, zijn label en overige bands op zijn label én het muzieklandschap aan bod. Je hebt elkaar dus nodig en kunt elkaar ook helpen. Het live-circuit is nu best oké. Vooral mensen van onze generatie kopen nu vaak snel en bewust kaartjes.

WiM: Er worden nu meer familiebanden aangehaald. De connectie tussen Erwin Blom (Eton Crop), zijn dochter Pip Blom en haar vriend Willem Smit van Personal Trainer komt ook aan bod. Toeval of doordacht?
Misschien wel doordacht, maar dan meer omdat ze alle drie veel reikwijdte hebben en meerdere generaties aanspreken. Pip Blom heb ik niet direct kunnen strikken, maar via Erwin Blom wordt de band gelukkig wel benoemd. Eton Crop is zeer geschikt voor het boek, omdat het net als bij Hans Vandenburg van Gruppo Sportivo internationaal gaat en een langere periode bestrijkt. Ik kijk ook naar nieuwere bands als het eigenwijze en populaire Personal Trainer, die wel een steeds grotere publiek trekken, maar waarbij dat alternatieve karakter wel sterk aanwezig is. De vader van Willem Smit, John Cees Smit komt in het vorige boek met Scram C Baby aan bod, dus die familielink is zelfs nog groter.

Het is mooi hoe sommige soort bands ook in Engeland opgepakt werden en worden. Eton Crop kwam vijf keer bij de BBC, bij John Peel, en Personal Trainer tekende bij Bella Union. Als het internationale aspect er is, dan probeer ik het zeker even aan te stippen. Rats On Rafts hebben ook dat tegendraadse van Personal Trainer en als hedendaagse vernieuwers krijgen die terecht een plek. De alternatieve gitaarscene leeft wel, met jonge bands als Tramhaus en Marathon. Dit soort acts zijn nog in opkomst en het is nog te vroeg om die een plek in het boek te gunnen. Ik geef wel ruimte aan jongere bands die al wat langer platen maken en ook het nodige publiek hebben. Het boeken kopende publiek is bovendien vaak wat ouder, daar moet je ook aan denken.

WiM: Avonturiers van de Nederpop richt zich vooral op het gebeuren tot aan de eeuwwisseling, Vrijdenkers in muziek verrijkt zich met artiesten die in deze eeuw naam maken. Het voelt hierdoor als een vervolg aan.
Ik wilde in ieder geval ook de actualiteit en hedendaagse ontwikkelingen aanhalen. Maar dan wel muzikanten en bands die over het algemeen al wat langer actief zijn, en die over tien jaar niet gedateerd zijn, zoals dus Willem Smit en Rats on Rafts.

WiM: In de alternatieve scene is echt behoefte aan dit soort naslagwerken. Geven de muzikanten dit zelf ook aan?
Vaak zijn ze aangenaam verrast door de hoeveelheid tekst van het stuk, het is dan ook geen perspraatje. Soms krijg je zoveel informatie, waardoor je het erg moet structureren, maar het merendeel blijft intact. Vrijwel iedere benaderde muzikant werkte mee. Ik kreeg ook bijna altijd de mogelijkheid om ze op locatie een of twee uur te spreken. Door mijn eerste boek kan ik muzikanten wel gemakkelijker overtuigen, en gaan ze er serieuzer mee om. Vanwege tour- of andere drukte duurt het krijgen van feedback op het uitgewerkte interview soms wel langer dan verwacht. Vergeleken met grote landelijke media is de urgentie om aan zo een boek mee te werken misschien ook wat minder groot…

WiM: Ben je qua opzet op dezelfde manier als in Avonturiers van de Nederpop te werk gegaan of is jouw aanpak gewijzigd?
Nee, de oorspronkelijke opzet werkt prima. Je gaat iets minder uit van wat je zelf wil horen en laat muzikanten dit zoveel mogelijk zelf invullen. Laat het los en richt je vooral op de spontane interactie. Ik ging wat minder uit van punten die vooral voor mijzelf leuk zijn, verder is het vergelijkbaar. Ik investeer van tevoren in bands, en heb de afgelopen dertig jaar al het nodige materiaal verzameld, wat een band schept. Als het haalbaar is, pak ik ook een concert mee. Spinvis sprak ik bijvoorbeeld net voor de soundcheck in het Patronaat.

WiM: Hoe kijk je zelf tegen de toekomst van de Nederpop aan?
Ik noem het bewust de alternatieve Nederpop. Of muzikanten ervan kunnen leven durf ik niet te zeggen. Je kan als artiest wel populair op Spotify zijn, je moet toch de nodige optredens hebben om er financieel nog wat aan over te houden. De aandacht blijft er, maar het is steeds vluchtiger. Je moet het publiek vooral met liveconcerten echt voor je winnen. Dat werkt wel goed, zie ik de afgelopen jaren. Podcasts nemen ook een klein aandeel over. De nationale televisie loopt tegenwoordig vaak achter de feiten aan omdat de alternatievere muziekmedia en de sociale media actueler en sneller zijn.

WiM: Wat wil je zelf nog over Vrijdenkers in de muziek kwijt?
De doelgroep van muziekliefhebbers is denk ik best groot. Het aandeel hiervan dat daadwerkelijk een boek koopt en dat ook direct helemaal leest is natuurlijk wel een stuk kleiner. Ik hoop dat de ‘juiste’ media het oppikken, zodat de liefhebbers van alternatievere Nederpop er in ieder geval bekend mee zijn. Je hoopt natuurlijk dat ook een veelgelezen krant er aandacht aan besteedt. Het sentiment achter het boek leeft bij heel veel mensen en het zou mooi zijn als je die kan bereiken. Daar moet je zelf in investeren, er valt nog winst te halen om de boeken via platenzaken te verkopen en minder vanuit de boekhandel te denken. De doelgroep is daar namelijk eerder te vinden, al zal een jongere generatie zoals ik eerder aangaf waarschijnlijk toch minder snel een boek aanschaffen. Ik benoem dat er in Nederland genoeg gaande is en dat men zich niet alleen op het buitenland of het dominante binnenlandse aanbod moet richten. Ondanks het alternatieve karakter scheppen mijn boeken een mooi en breed beeld en kan iedere lezer er genoeg moois voor zichzelf uithalen.

Foto Personal Trainer: Marieke