Het Robeco Zomerconcert van dinsdagavond 19 augustus zal de geschiedenis ingaan als een zeer indrukwekkende uitvoering van de Zesde Symfonie van Gustav Mahler. In het Koninklijk Concertgebouw verzorgde het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van dirigent Yannick Nézet-Séguin een spetterend concert. Met zijn Zesde Symfonie wilde Mahler alles omvatten, alle gevoelens en emoties, alle tragiek en geluk. Het eerste deel is een pompeuze mars die deze avond nogal standaard uitgevoerd werd. Dat beloofde eigenlijk niet veel goeds, maar gelukkig had Yannick Nézet-Séguin hele andere plannen voor de rest van de drie delen van deze Zesde Symfonie.

Met het tweede deel van de Zesde Symfonie wilde Gustav Mahler het onschuldige a-ritmische spel van twee kinderen uitdrukken. Dit heeft Yannick Nézet-Séguin ter harte genomen en is zeer geslaagd in de opzet van de componist. Het leek erop of hij het tweede deel in stukken geknipt heeft, ieder apart stuk een eigen ritme heeft gegeven om het daarna opnieuw op te bouwen. De ritmes waren zeer doeltreffend en de beelden van spelende kinderen verschenen als vanzelf bij het horen van de muziek.

Het derde deel werd tergend langzaam gespeeld, waardoor er erg veel spanning ontstond. Ondanks het extreem lage tempo haperde de muziek geen moment en bleef het zijn vloeiende kracht behouden. De emotionele lading van de muziek werd hierdoor verhoogd en het derde deel kreeg een enorme zeggingskracht. Het laatste deel werd in de kundige handen van het Rotterdams Philharmonisch Orkest tot een ware climax en een triomfantelijke finale. Het sterk visuele element van de twee hamerslagen zorgde voor een extra dimensie in deze titanische compositie.

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Yannick Nézet-Séguin zijn erin geslaagd om de genialiteit van zowel Gustav Mahler als zijn Zesde Symfonie te weerspiegelen. Nooit is dit werk duidelijker en eerlijker uitgevoerd dan door deze ijzersterke combinatie. Een triomf voor zowel orkest als dirigent.