×

Concert

16 juli 2017

Blues Peer vol New Orleans pianoblues en hemelse gospelstuff

Geschreven door: Cis van Looy

Zaterdag op het middaguur  opent Barrelhouse  voor de tweede festivaldag. De Nederlandse band rond zangeres Tineke Shoemaker is ondertussen al ruim vier decennia actief, in ‘74 legden de uit Oscar Benton Blues afkomstige bassist Jan Willem Sligting en pianist Han van Dam samen met gitarist Johnny LaPorte Barrelhouse op. Na enkele personeelswisselingen en de komst van drummer Bob Dros en vooral zangeres Tineke Shoemaker  krijgen we met definitieve line up. Die wordt uitgebreid met Guus Laporte , de broer van Johnny en blijft na een onderbreking in de jaren tachtig sinds een reünie in ‘93 volledig intact. Als we de parking oprijden horen we in de verte al de tonen van I Wish I Could Pray De set die grotendeels rond het recente Almost There is opgebouwd  trekken de  bluesslijpers met expressieve zang van een immer goedlachse Tineke en de rollende pianotonen in Down The Alley ze noemen niet voor niets Barrelhouse, onze aandacht. De combinatie met jachtig gitaarwerk in het van Ike Turner gellende Don’t Hold Your Breath en een meeslepend Lonely Together zijn hoogtepunten in de set van de enige frontvrouw die dit jaar op de affiche prijkt.

Walter Broes & The Mercenaries

Walter Broes is geen onbekende in Peer, zijn eigen naam prijkte nooit op de affiche of het moeten de jaren als presentator geweest zijn. De passsages als aanvoerder van de rootssensatie The Seatsniffers  zijn wellicht niet meer op een hand te tellen. De oppersniffer leverde met The Mercenaries met de flamboyante basman Clark Kenis en  Lieven Declerk een  meer dan voortreffelijk solodebuut Movin’ Up af waarmee hij terug aansluiting vindt bij de rootstop. De instrumentale opener toont meteen hoe sterk het trio op een podium staat bovendien worden de rockabilly roots uitgebreid met fijne uitstapjes richting country blues ( You Got Me Dizzy en soul (Security). Clark zorgt met zijn capriolen op de staande bas die hij ook al wel eens liggend bepoteld voor het showelement terwijl Broes de wonderlijke klanken uit zijn Guild perst van driftige riffs tot donkere twangende hij bespeelt alle registers, genuanceerd en met een onwaarschijnlijke cool. De uitvoering van I Got My Own Kick Going van Ronnie Self, een dreigend No More en bovenal het op een zwoele rumba beat sluipend Man Child, zonder uitzondering voltreffers.

Jon Cleary, eerder in Peer als begeleider van Bonnie Raitt die hem zijn solospotje gunde maar in 2008 met zijn eigen band The Absolute Monster Gentlemen kon  een ingekorte set niet echt bekoren. Bijna  tien jaar later is hij terug met trouwe bassist Cornell Williams, een gitaar is er zelfs niet meer met  wel een fijne tweede klavierman Nigel Hall (Nth Power) en naamgenoot A.J. aan de drumkit. “Jazz, funk, R&B en soul” scandeerde Cleary driftig en dat is precies wat we voorgeschoteld krijgen in een broeierig  authentiek, New Orleans idioom. In de gebruikelijke ode aan Professor Long Hair komt Old Junkers Blues aan bod en van het betreurde muzikale genie Allen Toussaint wordt What Do You Want The Girl To Do opgediept, een emotioneel moment, Cleary bracht dit nummer op Toussaints begrafenis Na een flitsend Groove Me (King Floyd)volgt een uitnodigende trip naar de Mardi Grass, Een klinkende revanche voor de fantastische pianoman.

Mike Zito

Gitaarliefhebbers komen aan hun trekken met Mike Zito, eerder in Peer met Royal Southern Brotherhood maar ook met zijn eigen band waarin ook zoon Zach figureert. Stevige bluesrock met snedige, niet bepaald fijnzinnige lang uitgesponnen gitaarreplieken die afgewisseld worden met een slijper van Luther Allison. Zito gooit er nog een powerversie van  Fortunate Sun  uit het CCR tijdperk bij  en in de finale komen James & Black nog even mee jammen.

Vier zwarte heren met zonnebrillen in flamingokleurige pakken gehesen op stoeltjes dat moeten de ondertussen tot kwartet gereduceerde Blind  Boys Of Alabama, Het gospel-insituut dat ondertussen ruim zeven decennia on the road is wordt ondersteund door een ritmesectie, gitaar en een orgel. Van de oorspronkelijke bezetting  blijft enkel Jimmy Carter over en die prijst uitvoerig The Lord in klassieke gospel maar we krijgen na People Get Ready ook swingende bewerkingen van Spirit In The Sky van Norman Greenbaum We hebben deze heren al enkele keren aan het werk gezien maar het blijft een bijzondere belevenis met als hoogtepunt het uitgebreide uitstapje van Carter die het festivalterrein verkend op de tonen van I Shall Not Be Moved onderweg onverstoorbaar Achteraan in de tent krijgt hij zelfs de hardnekkigste stoeltjesklever uit zijn zitje. Praise The Lord, Hallelujah. Terug op het podium zetten the boys Stevie Wonders Higher Ground in.

Vervolgens in het de beurt aan The Red Devils, uiteraard niet ons nationale voetbalelftal maar het  beruchte combo dat beginjaren negentig met King King een met tomeloze hardcore blues gevulde langspeler furore maakte vanuit de gelijknamige club in LA. Zanger en harmonicaman Lester Butler en zijn kompanen toerden destijds uitvoerig in onze contreien en ook na het ontbinden van The Red Devils  werd Butler’s met zijn nieuwe project 13 goed onthaald. Het was geen ‘lucky 13’ voor Butler, in 1988 nauwelijks enkele weken na zijn passage op het Moulin Blues festival in Ospel overleed hij aan een overdosis. Onlangs werd de originele ritmesectie met Bille Bateman die ook de drumsticks bij The Blasters hanteert en bassist Johnny Ray Bartell samen met gitaristen Paul Size en Mike Flannigan terug opgetrommeld. Een figuur als Butler is onvervangbaar maar Big Pete (Pieter van der Pluijm) blaast met krachtige harpscheuten, samen met het puntige snarenspel van Size en de zompige ritmesectie, het oude repertoire nieuw leven in.  Automatic, Going To The Church, I Wish You Would razen voorbij in een stomende set.

ZZ Top; Billy Gibbons & Dusty Hill

Een reeks opeengestapelde Magnatone versterkers vormen het decor voor de headliner ZZ Top, een sobere setting  voor hun doen. Het Texaanse  powertrio komt onder luid motorgeronk het podium op. Got Me Under Pressure opent de score maar het concert verloopt eerder routineus en vroeg in de set halen de baardmensen al een prijsbeest als Gimme All Your Lovin’ boven Billy Gibbons. Dusty Hill en Fran Beard hoeven uiteraard niets meer te bewijzen met hun in boogie gedrenkte roadhouse en graven diep in hun  niet bepaald gevarieerde vintage materiaal met af en toe een cover tot grote tevredenheid van de fans die de nacht in feesten.

Fotografie: Freddy Vandervelpen