×

Concert

29 augustus 2022

McKinley James onbetwiste revelatie van slotdag (Ge)Varenwinkel

Geschreven door: Cis van Looy

Dreigende donkere wolken hangen zaterdag boven het festivalterrein, gelukkig blijft het de hele namiddag en avond droog bij een aangename temperatuur. We horen in de verte de tonen van een brass band, Carrie Nation & The Speakeasy uit Kansas brengen met hun koperblazers en akoestisch snaren instrumentarium markante bewerkingen van de meest uiteenlopende genres.

In de grote tent treffen we een in zwart leder gehulde jonge snaak aan, de donkere haren in strakke Brylcreem snit. McKinley James, de zoon van Jason Smay, aan de drumkit bij JD McPherson, begon als een soort wonderkind. Ondertussen een jonge twintiger vormt hij samen met zijn vader en orgelist John Doody een trio waarin hij zijn talenten als gitaarman uitvoerig etaleert. Een opwindende, intense set met veel eigen werk in een onvoorstelbaar tempo, zonder onderbreking worden ritmische riffs afgewisseld met melodieus soulgetint slijperswerk zoals Stuck in Your Shadows. De Hammondtonen vormen daarbij een essentieel onderdeel, bij momenten spoort die combinatie in de richting van Booker T & The MG’s waarbij James de ingenieuze efficiëntie Van Steve Cropper benadert om vervolgens in een ongebreidelde snaren-explosie uit te breken. Even gas terug nemen met Freddie King’s Blues With A Feeling loopt over in de warme soulgroove van Love Can Make a Fool Of You en de dansvloerslijper Till It’s Gone mist evenmin zijn uitwerking. Na de overrompelende revellerende set serveert het trio als uitmijter de van The Paladins afkomstige stamper She’s Fine.

Handkerchief een uitgebreid collectief aangevoerd door Christoff Arnaert met Nele Paelinck aan de accordeon en Lies Vandeburie op trompet in de blazerssectie voert ons mee naar de ongetemde wateren en de kortstondige romantiek in de zeehavens. Een wervelende set waarvan het speelplezier afdruipt en dansers in het publiek de beentjes strekken.

Dat geldt ook voor Johnny Rawls, ooit gitarist en bandleider bij O.V. Wright halverwege de jaren negentig voor eigen rekening. Rawls wordt ondersteund door de vanuit Duitsland opererende Özdemir clan met vader Erkan aan de bas en zijn twee zonen op gitaar en aan de drumkit, Albert Masico levert het toetsenwerk aan. Na een korte, strakke funky intro en een enthousiaste aankondiging van den doctoor wandelt de veteraan stijlvol het podium op en zoekt met danspasjes meteen contact met de vrouwelijke fans. Hij pakt de gitaar op en vertelt een verhaaltje over zijn oorspronkelijke thuishaven Mississippi, zo’n blues uit het Diepe Zuiden begint meestal met “woke up this morning of early in the morning “ dat is bij Rawls niet anders. Van de twaalfmaten schakelt hij moeiteloos over op een stomende rockende variant en als hij weerom enkele suggestieve danspasjes onder het aanmoedigend motto van ‘shake it baby’ demonstreert, sleurt hij de danslustige vrouwen die voor het podium samentroepen mee. De klankkwaliteit is niet al te best, maar Rawls gaat onverstoorbaar verder en gunt gitarist Kenan een solospotje in een verschroeiende passage. Red Caddillac leidt naar Memphis, het blijft ook zonder echte blazerssectie knappe meeslepende soulblues evenals het van Bobby Bland geleende Turn On Your Lovelight.

Errol Linton, de uit het Londense Brixton afkomstige harmonicaman met Jamaicaanse roots bezorgde de fanaten van de Mississippi hoorn nog een aangenaam uurtje. Samen met zijn met zijn avontuurlijke bluesy stuff en enkele meer jazzgetinte zijsprongetjes.

Afgaande op de inhoud van het titelloze debuut en de gloednieuwe langspeler Remain stond Bywater Call op de juiste plaats als headliner. Met haar gespierde bluesy zang imponeerde de charismatische frontvrouw Meghan Parnell en haar ondertussen goed ingespeelde combo ook buiten Toronto op zeldzame eerder passages op het vasteland. Geen gebrek aan inzet en een sterke setlist met veel nieuw werk en een eigenzinnige uitvoering van Love The One Your With van Stephen Stills, destijds nog samen met de ook in Canada behoorlijk populaire Franse zangeres Véronique Sanson. De ontketende zangeres imponeerde weliswaar met haar indrukwekkende timbre, maar telkens opboksen tegen overvloedige door decibels gedomineerde orkestratie doe je niet ongestraft. Helaas klonk het meestal net iets te schreeuwerig en werd bij momenten zelfs ronduit ongenietbaar, desondanks kreeg Bywater Call het publiek helemaal mee. Meghan Parnell hoeft ons niet meer te overtuigen van haar intrinsieke klasse als zangeres dat zijn we ondertussen al, met iets meer raffinement en nuance in de klankbalans wordt het op het podium nog stukken beter.

Fotografie: Leo Gabriëls