×

Concert

18 mei 2014

Jean-Efflam Bavouzet in het Muziekgebouw Aan ‘t IJ

Geschreven door: Carl Puhl

Woensdagavond 14 mei speelde de Franse pianist Jean-Efflam Bavouzet in het Muziekgebouw aan ´t IJ werken van een viertal componisten, namelijk Haydn, Beethoven, Debussy en Bartók. Drie sonates en zes études passeerden de revue en het spel van deze pianist kan over het algemeen omschreven worden als erg energiek.

Haydn heeft van alles veel gecomponeerd, veel symfonieën, veel strijkkwartetten, veel oratoria. Dan zou je kunnen concluderen dat de kwaliteit van zijn werken verschilt. In ieder geval is de Sonate nr.20 in c Hob.XVI/20 een bijzonder interessante compositie. De meeste muziek van deze Oostenrijkse componist is energiek, vrolijk en zelfs grappig. Dit gaat slechts ten dele op voor deze sonate. Zwaarmoedig zou ik deze muziek niet willen noemen, maar het wijkt zeker af van de meer gangbare klanken uit deze tijd. Jean-Efflam Bavouzet speelt dit werk met de juiste combinatie van vrolijkheid en bedenkelijkheid. Zijn vingers dansen vingervlug over de toetsen en geven de muzikal versierselen het juiste barokke karakter die ze voor deze sonate nodig hebben.

De Waldstein-sonate (Sonate nr.21 in C ‘Waldstein’ op. 53) van Ludwig van Beethoven is een heftiger, intenser en spannender werk dan de sonate van Haydn. We zijn ondertussen middenin de romantiek beland en dat is te horen; Jean-Efflam Bavouzet toont ons overduidelijk dat zijn stijl prima past bij het karakter van dit werk: vol overgave dendert hij over de toetsen, maar weet ook een balans aan te brengen tijdens de meer gevoeligere momenten. De pianist weet de emotie en melodie uit het stuk met zijn spel over te brengen, zonder voorbij te gaan aan de dynamiek en de energie van deze mooie sonate van Beethoven.

Na de pauze speelde Jean-Efflam Bavouzet zes Études uit Boek I van de Douze Études uit 1915. Traditioneel wordt de muziek van Debussy altijd dromerig gespeeld. Daar trok deze Franse pianist zich niets van aan. De studies werden net zo energiek en luid gespeeld als de sonate van Beethoven. Dat deed naar mijn gevoel afbreuk aan de dynamiek in deze pianostukken. De subtiele klanken lijken verloren te gaan in het harde spel en dat is jammer.

De stijl van Jean-Efflam Bavouzet past heel goed bij de laatste sonate van deze avond, namelijk Pianosonate Sz. 80 uit 1926 van de Hongaarse componist Béla Bartók. Deze sonate is heel ritmisch en energiek op het agressieve af, met een rustig middenstuk en een levendig einde. Zo is ondertussen duidelijk geworden dat Jean-Efflam Bavouzet beperkt is in de keuze van zijn repertoire, want hij gaat te ruw om met de etherische werken van een componist als Debussy. Daarnaast vind hij wel de balans in de sonate van Beethoven. In ieder geval laat Jean-Efflam Bavouzet de werken van een andere kant zien en dat is heel wat waard. Dit optreden was geen onverdeeld succes, maar zeer zeker het bezoeken waard.