De Nederlandse Opera: Einstein On The Beach
De opera Einstein On The Beach is ontstaan uit een samenwerking tussen de dramaturg Robert Wilson en de componist Philip Glass. De premiere vond plaats in 1976 in Avignon, omdat er in Amerika onvoldoende financiers te vinden waren voor dit revolutionaire werk. De opera is ontstaan tijdens bijeenkomsten van Wilson en Glass, waarbij zij hun ideeën tot in details uitwerkten. Er werden schetsen gemaakt die eerder gevoelstekeningen dan representaties van de werkelijkheid waren. Het idee achter deze opera was om juist geen chronologisch verhaal te vertellen, maar om elementen van een centrale figuur te gebruiken om bepaalde beelden over te brengen op het publiek. Albert Einstein werd als centrale figuur gekozen en kenmerken van hem zijn bijvoorbeeld terug te vinden in de kleding van de zangers en dansers. Verder wordt er een spel gespeeld met de tijd; door vertragingen en versnellingen in zowel de muziek, zang, dans en beweging, lijkt de tijd sneller of langzamer te gaan. De zangers zingen enkel de cijfers 1 tot en met 8 en de toonladder: do-re-mi enzovoorts. Door deze beperking in combinatie met het oprekken van de tijdsgrenzen zal de luisteraar andere teksten gaan horen en mede hierdoor zal zijn eigen inbreng bepalend zijn voor zijn persoonlijke ervaring van de opera. Dit is precies wat Robert Wilson en Philip Glass voor ogen hadden.
De hele opera lijkt een enorm klokwerk te zijn. Dit is natuurlijk een rechtstreeks gevolg van de beperkingen in de zang en het herhalende element in muziek, zang, dans en beweging. Vooral de dans en beweging hebben een overdreven mechanisch karakter. Het is werkelijk verbluffend hoe de dansers de gecompliceerde bewegingen onthouden en uitvoeren. Doordat de muziek geen houvast biedt in zijn structuur zal er constant geteld moeten worden; een uitmuntende prestatie! Ook de bewegingen zelf zijn uitermate veeleisend. De tweede dans is een overweldigend spektakel met prachtig vloeiende bewegingen en mooie afwisselingen van het achtergrondlicht. De scenes hadden allemaal een ander karakter, doordat er gekozen werd uit dans, zang en beweging. Die laatste twee lijken hetzelfde, maar er wordt in deze opera duidelijk verschil in gemaakt; het vreemde lopen met karakteristieke houdingen en de grimassen kunnen natuurlijk niet onder dans vallen.
Op een gegeven moment zit de hele zaal te kijken hoe op een donker toneel een enorme horizontale lichtbak tergend langzaam en onder begeleiding van minimale muziek vertikaal getrokken wordt. Dan begint de zang en stijgt de lichtbak even zo langzaam omhoog om uiteindelijk te verdwijnen. Hoe verwerkt een toeschouwer wat hij ziet? Hoe interpreteert hij deze beelden? Wat wil de bedenker van deze actie ons duidelijk maken? De een zal zich stierlijk zitten vervelen, terwijl de ander meegenomen wordt op een emotionele tocht door zijn innerlijke emoties. Wat de ene toeschouwer raakt, hoeft dat effect bij de ander niet te sorteren. Wat beweegt ons? Wat raakt ons nog? In een tijd waarin we vanuit allerlei verschillende media bebombardeerd worden met informatie is het een hele verademing om de mogelijkheid te krijgen om zelf te kunnen kiezen en zelf deel uit te kunnen maken van een kunstwerk. Dit is de laatste keer dat dit magnifieke Gesamtkunstwerk in zijn originele productie uitgevoerd werd. De Nederlandse Opera heeft ervoor gezorgd dat wij als operaliefhebbers de mogelijkheid hebben gekregen om deze mijlpaal in de kunstgeschiedenis van de muziek mee te maken.