×

Concert

11 november 2014

De Nationale Opera: Lohengrin

Geschreven door: Carl Puhl

Er zijn van die melodieën die je bij speciale gelegenheden iedere keer terughoort, bijvoorbeeld de Wedding March bij trouwerijen. Er zijn twee klassieke compositie’s getiteld Wedding March; één daarvan is van Mendelssohn, de ander is van Richard Wagner en komt uit zijn opera Lohengrin. Vandaar dat het promofilmpje voor de nieuwe productie van de Nationale Opera de volgende tekst bevat: De hele wereld kent het stuk, maar weet je ook waar het vandaan komt?

Zeer fragiel klinken de eerste klanken van dit vier uur durende zangspel, maar al spoedig klinken de emotionele leitmotiven waar we straks onder bedolven worden. Het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Marc Albrecht weet van meet af aan de juiste toon te zetten. Gedurende de lange duur van dit spektakel zorgt het orkest voor een belangrijke continuïteit; ze is de basis waar de zangers op voort kunnen bouwen. De emoties zijn op het gezicht van de dirigent af te lezen en Marc Albrecht zet zich voor de volle honderd procent in; hij verheft de orkestrale prestaties tot een constant hoog nivo. Het orkest en de dirigent zijn weliswaar een vaste kracht voor De Nationale Opera, dat neemt nog niet weg dat we ze voor lief hoeven te nemen. Het Nederlands Philharmonisch Orkest behoort tot de besten onder de Europese operaorkesten en dat was maandag 10 november duidelijk te horen.

Al snel staan de belangrijkste personages op het toneel. De Nederlandse bariton Bastiaan Everdink loopt op stelten binnen en kondigt als Der Heerrufer des König de komst van de koning aan. Alles aan zijn karakter ademt symboliek uit, niet in het minst zijn donker dramatisch stemgeluid. De Oostenrijkse bas-bariton Günther Groissböck zingt zijn rol als Heinrich der Vogler met veel overgave en een fluwelen stem. Het lijkt hem allemaal niet al te makkelijk af te gaan, maar hij blijft een constante factor en zorgt voor een mooi donker geluid. Een koning in een pij? Nog meer symboliek.

De Duitse sopraan Juliane Banse vertolkt de rol van Elsa von Brabant op overdonderende wijze. Als een soort combinatie van het religieuze fanatisme van Jeanne d’Arc en de buitenaardse onschuldigheid en naïviteit van Sneeuwwitje zorgt zij voor een bevreemdende karakterschets. Haar zang is vergeven van de dramatiek; er komt haast geen eenvoudig gezongen klank langs haar stembanden. Dit zorgt voor een spanning en intensiteit in haar zanglijnen. Het geeft haar optreden een surrealistisch tintje en maakt Elsa tot een buitenstaander en een opvallende muzikale ervaring.

Vooral aan het begin van de tweede akte komt de spanning in de relatie tussen de Duitse mezzosopraan Michaela Schuster (Ortrud) en de Russische bas-bariton Evgeny Nikitin (Friedrich von Telramund) duidelijk naar voren. De kracht van Michaela Schuster en de warmte van Evgeny Nikitin vullen elkaar prima aan. Hun akteren heeft nog wat houterigs, maar dat kan door de premierre komen. Als ze wat meer op elkaar ingespeeld zijn kunnen hier de vonken vanaf schieten. Opvallend is wel dat Michaela Schuster één van de weinige zangers uit deze cast is die kan acteren.

Als een echte heldentenor betreedt de Oostenrijkse tenor Nikolai Schukoff het podium. Hij is Lohengrin en als hij Lohengrin is, kan hij hem niet spelen. De man zingt met een gemak waar je tegelijkertijd koud en warm van wordt. Zijn stem bezit enorm veel kracht en bijzonder veel souplesse. Met een schitterende toon en een warm stemgeluid weet hij de hoofdrol invulling te geven. Als Elsa tegen het einde steeds meer aan zijn trouw twijfelt komt er een opmerkelijke triestheid in zijn stem. Nikolai Schukoff zingt een prachtige heldenrol en weet voldoende diepgang aan zijn personage te geven.

De opera begon erg intimiderend, met het koor in vier rijen tegen een muur voorop het podium. Hierdoor kwam het brandpunt van de zangers haast in de zaal te liggen. In de tweede akte werd het podium enorm vergroot en verdiept, waardoor er haast een kosmische ruimte ontstond. In de derde en laatste akte werd het podium wederom verkleind, waardoor er een nogal chaotische en drukkende atmosfeer werd gecreëerd. Door de intieme sfeer van het laatste podium kreeg de slotscene een overweldigend karakter. Lohengrin is weliswaar een lange zit, maar het is een fascinerend werk in een passende imposante productie van De Nationale Opera.