Das Rheingold Door De Nederlandse Opera
Om de tweehonderdste geboortedag van Richard Wagner (1813-1883) te vieren presenteert De Nederlandse Opera (DNO) tussen 2012 en 2014 voor het laatst de legendarische productie van Der Ring des Nibelungen in regie van artistiek directeur Pierre Audi. De première van de eerste voorstellingsreeks van het eerste deel, Das Rheingold, vond plaats op 4 september 1997 in het Muziektheater in Amsterdam. De première van de nieuwe productie vond gisteravond, donderdag 15 november, plaats op dezelfde locatie. Een aantal decorstukken was ondertussen aan vervanging toe en de voorstelling is daarom niet identiek aan die uit 1997.
De opera begint in het volledige donker. Het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van dirigent Hartmut Haenchen speelt het veelbelovende Vorspiel zeer vakkundig en professioneel. Dit nivo word gedurende de hele opera vastgehouden en het orkest zorgt voor een magische muzikale ervaring. In de eerste akte verleiden de drie Rijndochters de dwerg Alberich, terwijl ze eigenlijk het goud moeten bewaken. De Belgische bas-barition Werner van Mechelen zingt en acteert zeer sterk in zijn rol als Alberich. Alberich zweert de liefde af, steelt het goud en neemt het mee naar Nibelheim. Lisette Bolle zingt opvallend goed als Woglinde!
In de tweede akte nemen de goden het toneel over. In Grieks-Romeinse kledij komen ze doeltreffend surrealistisch over. Fricka wordt gezongen door de Duitse mezzosopraan Doris Soffel en zij doet dat op een zeer emotionele manier. Ze heeft een warme volle stem met een heel prettig geluid. Wotan wordt gezongen door de Duitse bariton Thomas Johannes Mayer. Voor een bariton heeft hij een prachtige stem en zijn zangprestatie is zeer constant. Op momenten waar je als luisteraar verwacht wat meer emotie te horen, mist Wotan toch iets aan dynamiek.
De burcht Valhalla is gebouwd door de reuzen Fafner en Fasolt in opdracht van Wotan en zij komen hun beloning opeisen. Tevoren was door Pierre Audi al aangekondigd dat één van de reuzen last van keelontsteking had. De Oostenrijkse bas Günther Groissböck zong de partijen van de Deense bas Stephen Milling aan de zijkant van het toneel, terwijl deze laatste zijn rol als Fasolt op het podium acteerde. Hopelijk krijgen we hem wat vaker te horen, want zijn prestatie vanavond was zeer indrukwekkend.
Afgesproken was dat de godin Freia als betaalmiddel zou fungeren. Zij is de zus van Fricka en die wil niet dat Wotan haar aan de reuzen geeft. Er vindt duidelijk gestechel plaats en Wotan wil het liefst onder de afspraak uitkomen. Eindelijk verschijnt Loge op het toneel! De staande ovatie voor Loge aan het einde van de voorstelling was volledig terecht. De Tsjechische tenor Stefan Margita vertolkte de rol van deze halfgod op een formidabele manier. Door zijn status als halfgod is hij natuurlijk een beetje een buitenbeentje in deze opera; hij hoort eigenlijk nergens bij. En vooral door dat laatste kunnen wij mensen ons zo goed met hem identificeren. Wat een stem en wat een acteerprestatie!
Loge kan er niet voor zorgen dat de reuzen Freia niet meenemen, maar hij krijgt Wotan zover het Rijngoud te roven als betaling voor Valhalla. In de derde akte reizen beiden naar Nibelheim om Alberich het goud te ontfutselen. Met veel vuur wordt duidelijk gemaakt dat Nibelheim geen plek is waar je voor je lol naartoe gaat. Alberich heeft de ring gesmeed en regeert als een tiran over zijn volkje en over zijn knechtje Mime. Deze Nibelung wordt gespeeld door de Oostenrijkse tenor Wolfgang Ablinger-Sperrhacke en hij doet dat op een bijzondere manier. Hij heeft als tenor een iets donkerder stem, waardoor hij sympathieker over komt. Door zijn kostuum en gedrag komt hij erg vervreemdend over, waardoor hij goed past in Nibelheim.
Loge weet Alberich te strikken door hem te prijzen. Alberich toont zijn macht door in iets groots en verschrikkelijks te veranderen en daarna iets kleins en nietigs. Dan grijpt Loge de helm en Wotan de dwerg en bindt hij hem vast om hem mee te nemen naar de bovenwereld. Tussendoor vervloekt Alberich nog even de ring. In de laatste akte worden de reuzen betaald met het goud inclusief tarnhelm en ring. De vloek van de ring resulteert in de dood van Fasolt. Fafner verlaat het toneel in de ban van de ring. De goden trekken zich terug in hun burcht; de opera is ten einde en het drama kan beginnen!
De enscenering van De Nederlandse Opera maakt van Das Rheingold een waar sprookje. Hiermee wordt er bewust een afstand gecreëerd tussen de zangers en het publiek. Het decor-ontwerp vergroot deze afstand en direct resultaat hiervan is dat het moeilijker is om de emoties van de zangers over te brengen op het publiek. De opera wordt een andere wereld, waar wij mensen van het publiek niet aan kunnen relateren. Deze afstand lijkt zelfs in de muziek zijn uitdrukking te vinden. Het werk maakt daarom vooral indruk door de zangprestaties op topnivo van de cast en door de vervreemdende en indrukwekkende elementen uit de enscenering.