×

Concert

23 september 2011

AAA serie Zeitgeist 1933

Geschreven door: Carl Puhl

Actueel, Avontuurlijk, Aangrijpend. Donderdagavond 22 september was de start van de tweede serie AAA concerten georganiseerd door het Koninklijk Concertgebouworkest. Het thema van de eerste reeks concerten van deze serie is Zeitgeist 1933. Een bewogen jaar waarin het nationaalsocialisme in Duitsland opkomt en Hitler tot rijkskanselier werd gekozen. De muziek die we in het Concertgebouw te horen krijgen is zogenaamde Entartete Musik, een term bedacht door de Nazi’s om onbegrijpelijke muziek toch in een hokje te kunnen stoppen. De grootste onzin die er bestaat, maar dat is gelukkig geschiedenis.

Het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Stefan Ashbury opent deze avond met Theatrum Bestiarum van huiscomponist Detlev Glanert. De componist heeft het werk in 2004/2005 geschreven en opgedragen aan Shostakovitsj. Het is een monumentaal stuk in een vrije sonate-vorm. De opening is gekenmerkt door penseelstreken van geluid met veel kleuren. Daarna wordt er overgegaan op een vloeiende melodie die afgewisseld wordt door hoekige ritmes. Er is veel dynamiek, waarbij hard en zacht, licht en donker, laag en hoog elkaar afwisselen. Het orgel speelt een belangrijke rol in dit werk en zorgt voor overdonderende effecten. Het laatste deel refereert aan Le Sacre Du Printemps van Stravinsky met zijn hoekige en tegendraadse ritmes. De componist was bij deze uitvoering aanwezig en nam de enthousiaste ovatie in ontvangst.

In de schaduw van dit openingswerk komt Mathis Der Maler van Paul Hindemith nogal timide over. Mooie harmonieuze melodielijnen met vloeiende ontwikkelingen. Opvallend genoeg krijgen de noten vlak voor een crescendo veel aandacht, waardoor juist hier het prachtige spel van het Orkest en de mooie akoestiek van het Gebouw tot uiting komen. Mooie solo’s voor dwarsfluit en clarinet. Het stuk wordt afgesloten met een gedreven spektakel op een welhaast kerkelijke manier gespeeld. Erg toepasselijk voor de Versuchung des heiligen Antonius.

Na de pauze mochten we genieten van de Zes Symfonische Epigrammen van de Nederlandse componist Willem Pijper. Deze stukken hebben een dualistisch karakter en zijn muzikaal haast ongrijpbaar. De epigrammen zijn kleurrijk, dynamisch en kort van duur. Deze composities van Willem Pijper zetten je aan het denken en smaken absoluut naar meer. Ik beschouw mezelf bevoorrecht om werken van deze schaars uitgevoerde, maar zeer belangrijke Nederlandse componist aan te mogen horen.

Met de pianist Lang Lang achter het klavier was het tijd voor het laatste werk van deze avond: het tweede pianoconcert van Béla Bartók. Het werk opent met haast barokke frivole tonen. De muzikanten weten mijn aandacht vast te houden met hun boeiende spel. Het tweede deel is mooi en sereen. Het eerste adagio is fascinerend; het samenspel van piano met pauken zorgt voor een spannende dreiging, die afgewisseld wordt door vredig vioolspel. Het presto is vlot, maar niet gejaagd. Het tweede adagio is iets te gecontroleerd, waardoor de spanning wegvalt. Dit wordt helaas niet goed gemaakt door het laatste deel wat wel mooi gespeeld wordt, maar waarbij ik mijn aandacht toch af en toe verlies. Dit laatste kan ook te maken hebben met een lange werkdag.

De eerste avond van de nieuwe serie AAA concerten mag dus zeker een succes genoemd worden. Theatrum Bestiarum geniet veruit mijn voorkeur; de rest van de avond staat enigszins in de schaduw van deze moloch met alleen de Zes Symfonische Epigrammen als lichtpuntjes. Ik ben enorm benieuwd naar de volgende avonden in deze interessante concertserie.