Rick van Boeckel
Muzikale Reizen van Portugal naar Finland
Written in Music journalist Rik van Boeckel publiceerde in 2005 het reisboek Het loslaten van Atlas en twee jaar later De zingende palmen van Cuba. In 2023 verscheen de cd De dromende dansers die hij maakte samen met The Dub Ark. Het zijn maar enkele voorbeelden uit het oeuvre van de journalist, musicus en dichter/performer Van Boeckel. In zijn laatste boek brengt hij zijn twee grote passies, muziek en reizen, bij elkaar.
In acht hoofdstukken, die allen worden afgesloten met een of meer gedichten van de auteur, worden we meegenomen van Portugal en Kaapverdië, via Zwitserland naar Finland en de Baltische regio. In tegenstelling tot Zuid-Europa is Noordoost Europa voor Van Boeckel relatief onontgonnen terrein. Wat dat betreft biedt het boek nieuwe invalshoeken in zijn oeuvre.
De vertrouwdere invalshoeken, fado en wereldmuziek, komen natuurlijk goed tot hun recht in Muzikale reizen. Van Boeckel publiceerde al lijvige stukken over fado en kan met recht een connaisseur worden genoemd. Sinds een eerste bezoek in 1980 is Van Boeckel een ‘reiziger naar Portugal’. Onder het motto Reizend met de saudade van Portugal maken we kennis met de erfenis van de legendarische fadozangeres Amália Rodrigues en volgen er gesprekken met kleurrijke personages, zoals clubeigenaar en fado-voorvechter Mario Pacheco en zangeres Mariza. De essentie van de fado komt krachtig binnen in dit hoofdstuk.
In Zwitserland is het de internationale GlobalLorca groep waarmee Van Boeckel podia beklimt om theatrale voorstellingen rond het werk van Frederico García Lorca te spelen. Vooral het multinationale groepsgevoel en de afsluitende gedicht over Lorca’s geboorteplaats Fuente Vaqueros, niet ver van Granada, kleuren dit hoofdstuk.
De hoofdstukken over Kaapverdië staat voor een flink deel in het teken van de in 2011 overleden Cesária Évora, de diva op blote voeten, de vertolkster van traditionele stijlen als morna en coladeira. Van Boeckel interviewde Évora en hij vertelt in detail over haar albums en de diverse muzikale stijlen die Kaapverdië voort heeft gebracht. De Kaapverdische gemeenschap in Rotterdam mag ook niet onvermeld blijven. De afsluitende gedichten over de Kaapverdische archipel en Cesária Évora zijn beeldend en gloedvol.
De reizen door Denemarken, Estland en Letland zijn weer geheel anders. Hier zijn het in eerste instantie de landschappen die de lezer naar binnen trekken. Denemarken blijkt een gevarieerdere kustlijn te kennen dan menigeen zal denken. De culturele aspecten in het hoofdstuk komen onder meer van Hans Christian Andersen. De nationale parken Gauja en Alutaguse van Estland en Letland trekken voorbij – inclusief een bearwatch. Uiteindelijk trekt Van Boeckel er wel muziek bij, wat goed is voor de rode draad in het boek: Arvo Pärt bijvoorbeeld, en Mari Kalkun uit Tartu, die eigentijdse Estse folk brengt; antropologie via muziek. Ze spreekt van Runo liederen, verbale tradities van duizenden jaren oud.
In Finland zijn het vooral Lapland, folk en jazz die centraal staan. Van Boeckel reist door Finland en komt onder meer in Rovaniemi. De muziek is nooit ver weg natuurlijk: onder de noemer Archipelago Jazz vinden er diverse festivals plaats met lokale jazzhelden maar ook internationale grootheden als John Scofield. Het Kaustinen Folk Music Festival is een relevant festival dat ook over de grenzen kijkt en niet mag ontbreken. De bekende groep Värttinä is een logische naam op het festivalschema maar er is dus ook nog veel meer te ontdekken. Laat dat maar aan Van Boeckel over. Er zijn meer Finse tradities te bespreken: zo lezen we verderop dat de befaamde componist Jean Sibelius ook inspiratie haalde uit Fins/Karelische kantele-muziek en Runo songs.
Hoewel Van Boeckel sommige delen van Muzikale reizen al eerder publiceerde voegt hij in de context van deze bundel genoeg toe om met interesse verder te lezen. Het is sowieso mooi om je te begeven in zulke uiteenlopende landschappen en te lezen over zulke diverse muzikale stijlen. Dat inspireert en enthousiasmeert. Vooral in de hoofdstukken over fado en Kaapverdië komt Van Boeckel met krachtige, liefdevolle en levendige passages die natuurlijk voortkomen uit het jarenlang volgen en beleven van de muziek en coleur locale van die gebieden. De andere stukken laten zich meer lezen als prettige, informatieve, maar minder dooraderde reisverslagen. Desalniettemin zijn, zoals gezegd, ook die stukken inspirerend; ze verschaffen deze bundel een breder cultureel/historisch/geografisch palet. En Van Boeckels gedichten maken het mooi af.