×

Recensie

24 november 2021

Postpunk heden en verleden

Geschreven door: Edwin Hofman

Postpunk heden en verleden

Postpunk heden en verleden van Harry Prenger (Heerlen, 1962) is om meerdere redenen een waardevol boek. Om te beginnen komen niet alleen bands uit de periode van rond 1980 aan bod maar schenkt Prenger, zoals de titel al aangeeft, ook aandacht aan muziek van nu. Hedendaagse muziek die te herleiden is naar die eerste postpunkgolf van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Het boek geeft bovendien extra context door ook naar de invloed van bijvoorbeeld reggae, literatuur, dadaïsme, kunstacademies, dj’s, kunstenaars en producers op de alternatieve popmuziek te kijken. Deze even frisse als verdiepende benadering maakt Postpunk heden en verleden op voorhand al een mooie aanvulling op het bestaande aanbod van boeken en artikelen in deze hoek.

Het boek is helder ingedeeld. Prenger begint met het definiëren en afbakenen van het onderwerp. Postpunk heden en verleden is geen uitputtende canon of encyclopedie. Het boek werkt vanuit een specifieke, heldere invalshoek. Voorheen werd erg veel alternatieve popmuziek van na 1978 onder de noemer new wave geschaard. Sinds het boek Rip It Up And Start Again van Simon Reynolds (2005) is de term postpunk meer en meer in zwang geraakt. Het gevolg was wel dat er erg veel bands onder die noemer werden geschaard. Prenger scherpt dit aan om toch een onderscheid te kunnen maken tussen de meer avontuurlijke en geëngageerde bands en de meer poppy groepen. Het zijn bands uit de eerste ‘groep’ die in zijn boek centraal staan. Dit zijn bovendien allen Britse bands. Dat laatste doet niets af aan de importantie en kwaliteit van vergelijkbare Amerikaanse groepen, maar vanuit de Britse punk hebben zich toch de meest ingrijpende culturele en muzikale veranderingen voorgedaan. De golf aan nieuwe bands van de afgelopen jaren sluit hier ook het meest op aan.

Prenger werkt zijn overzicht en analyse in drie delen uit. Het eerste deel behandelt de punk van 1977, 1978 en de voorgeschiedenis ervan, uiteenlopend van de Britse Education Act van 1944 tot Roxy Music. Hierna volgt het hart van het boek, de periode 1979-1982, waarbinnen iedere essentiële naam een eigen bondig hoofdstuk krijgt. Dit omvat logische acts als Public Image Ltd, The Fall, Joy Division, Echo & The Bunnymen en Gang of Four, maar gelukkig ook bands als Magazine, Comsat Angels en Basement 5. Stukken over kunst en literatuur, reggae, Miles Davis en Neu! geven de welkome, eerdergenoemde bredere context en verdieping. De hoofstukken zijn niet identiek opgezet zodat herhaling uitblijft. Dat zorgt vanzelfsprekend ook voor flinke verschillen. Je duikt bands als Throbbing Gristle en Gang of Four echt in, terwijl The Fall en Echo & The Bunnymen een stuk vluchtiger voorbijtrekken. Hoe dan ook, de invalshoek van de stukken is origineel en persoonlijk en dit levert regelmatig minder bekende of zelfs nieuwe informatie op. Dat is absoluut te prefereren boven de standaardinfo die je, zeker sinds de opmars van internet, al twintig jaar overal tegenkomt.

Het derde deel van het boek staat in het teken van de opwindende golf aan nieuwe bands van de afgelopen jaren. Hiermee is Postpunk heden en verleden een pionier want bands als Squid, Black Midi, Fontaines D.C., IDLES, The Murder Capital, Lice, Shame, TV Priest en Black Country, New Road werden tot dusver (vrijwel) alleen op internet besproken en niet in boekvorm. Deze vaak heftige bands zijn inderdaad net zo avontuurlijk en breed georiënteerd als hun voorgangers. Oerpunk als Stiff Little Fingers kan net zo’n grote invloed op hun muziek zijn als bijvoorbeeld Miles Davis.

Na terecht een speciaal hoofdstuk aan Wire te hebben besteed (‘hors categorie’) sluit Postpunk heden en verleden af met handige albumlijsten. Zo kan de liefhebber mooi even checken of er nog hiaten in de collectie zitten. En zich daarbij dus ook eens wagen aan nieuwe, opwindende bands.