×

Artikel

20 juli 2010

Jazzklassiekers volgens Downbeat Magazine

Geschreven door: Edwin Hofman

Label: Poll Winners Records

Het wereldberoemde jazzmagazine Down Beat werd in 1934 opgericht en ontwikkelde zich tot een van de beste en invloedrijkste jazzpublicaties ter wereld. Down Beat, met een keur aan goed ingevoerde auteurs in de gelederen, zat bovenop de ontwikkelingen in de jazz en was een betrouwbare leidraad in het zich rap uitdijende jazzlandschap van de jaren vijftig en zestig.

Als Down Beat vijf sterren toekende aan een release dan was er iets bijzonders aan de hand. De meeste albums die deze eer ten deel viel, zijn inmiddels ware klassiekers. Een aantal sprekende voorbeelden: Something Else van Cannonball Adderley, Kind Of Blue en Miles Ahead van Miles Davis, At The Opera House van Ella Fitzgerald, Lady Sings The Blues van Billie Holiday, Mingus Ah Um van Charles Mingus en Festival Session van Duke Ellington.

Reissues

Het Poll Winners-label heeft zich toegelegd op reissues van de vijfsterrenalbums van Down Beat en dit heeft tot dusver geresulteerd in een fraaie lijst albums die tezamen een prachtige jazzstaalkaart vormen, inderdaad een betrouwbare leidraad voor de liefhebber. En voor de doorgewinterde verzamelaar die alles al heeft, betekent dit reissue-programma in ieder geval een trits bekende albums in een mooi nieuw jasje.

Een album dat wellicht wat minder bekendheid geniet maar desondanks volledig terecht vijf sterren ontving, is het in 1959 verschenen Great Jazz Standards van Gil Evans. Evans, geboren in Canada in 1912, was niet alleen pianist en bandleider maar ook componist en vooral arrangeur. In die laatste hoedanigheid schreef hij samen met Miles Davis jazzgeschiedenis middels Miles Ahead (zoals gezegd, vijf sterren in Down Beat), Porgy And Bess en Sketches Of Spain.

Gil Evans’ Great Jazz Standards verscheen eerder in 2010 op Poll Winners Records, en bleek gebundeld met het in 1958 verschenen New Bottle Old Wine, een ook niet misselijke plaat. Twee albums voor de prijs van één, een genereus gebaar.

New York, 1959

In januari en februari 1959 nam Evans in New York, samen met een flink aantal topmuzikanten, een aantal bekende jazzstukken onder handen. Het resultaat, Great Jazz Standards, was een boeiende, weldadige en bij vlagen spetterende plaat waarop Evans de originelen in hun waarde liet maar er ook een ijzersterke eigen draai aan gaf. Down Beat Magazine erkende de kwaliteit van het album en gaf het via recensent Don De Michael een lovende recensie.

Gil EvansGreat Jazz Standards opent bijzonder overtuigend. De orkestratie van Evans legt in ‘Davenport Blues’ een mooie basis voor de gevarieerde trompetklanken van Johnny Coles. De opduikende tuba is een mooi extraatje. De muziek doet denken aan Evans’ eerdere werk met Miles Davis, zoals het eind jaren vijfig nog vers in het geheugen liggende Porgy And Bess.

Straight No Chaser bouwt op een naar dikke climax waarin het thema wordt omgedraaid en Evans achter de piano de aandacht opeist. Minder uitbundig dan het origineel van Thelonious Monk, maar zeker zo goed.

Ballad Of The Sad Young Men laat een bluesy piano en een uitzonderlijk mooie trombone (Jimmy Cleveland) horen. Veel gevoeliger dan dit kun je het toch niet krijgen.

Het uptempo Joy Spring is een relatief onopvallende opmaat naar de versie van John Lewis’ Django. Ook hier toont Evans zich een meesterarrangeur. De bluesy trip van Coles op trompet trekt het muzikale palet breed zonder dat de muziek aan verdieping inboet. Het stuk eindigt sfeervol en rustig, zoals het ook begon.

Variatie blijft gewaarborgd op Great Jazz Standards, mede dankzij de klarinet van Budd Johnson op het toegankelijke Chant Of The Weed. Het is echter vooral de enige Evans-compositie op dit album, La Nevada, die tegen het einde van de plaat de aandacht trekt. Johnsons ontspannen en soepele tenorsax soleert lekker thematisch, terwijl de rest van de koperbrigade op de achtergrond een driekwartsmaat inbrengt. Elvin Jones zweept de boel nog eens extra op vanachter het drumstel en trekt in een solo alle registers open. Het hele ensemble brengt de boel vervolgens naar huis en sluit hiermee een bijzonder rijk jazzalbum in stijl af.

Great Jazz Standards is een subtiel en smaakvol ingekleurd muzikaal werkstuk dat op gepaste momenten losgaat. Hoe groot de kwaliteiten van de individuele muzikanten ook zijn, het is toch de muzikale regisseur Gil Evans die de meeste eer toekomt bij dit klassieke coveralbum. Met Great Jazz Standards bewees hij tevens ook zonder Miles Davis tot grote daden in staat te zijn.