Tori Amos
Night Of Hunters
Het was een kwestie van tijd dat Tori Amos een ode zou brengen aan haar roots: klassieke muziek. Haar liefde voor componisten als Bach, Debussy, Satie, Schubert en Granados, waar ze als jong meisje al naar luisterde, heeft ze prachtig vertaald naar een eigen songcyclus.
De singer-songwriter is met haar twaalfde studioalbum, Night of Hunters, voor het eerst te horen zonder elektrische bezetting en zonder drums, evenals haar eerste release op het legendarische label Deutsche Grammophone. En dat heeft een zeer fraai resultaat opgeleverd. Het conceptalbum vertelt het verhaal van een vrouw die een relatie ziet uitdoven. De luisteraar volgt Amos’ personage in één nacht waarin ze een wedergeboorte ondergaat en de ‘jager’ in zichzelf ontdekt. De sfeer is daarom soms wat somber, maar tegelijk theatraal, mysterieus, hoopvol en warm tegelijk. Een soort modern sprookje, dat vol zit met symboliek en dubbele tekstlagen – zoals we gewend zijn van la Amos.
Het samenspel tussen de vocaliste annex pianiste en het Poolse Apollon Musagete String Quartet en het Berlijnse Philharmonisch orkest is perfect in balans. Overigens is er een glansrol weggelegd voor clarinettist Andreas Ottensamer, bijvoorbeeld in het instrumentale stuk Seven Sisters. Ook de dialogen die Amos met haar 11-jarige dochter, Natasha Hawley (in onder andere Snowblind en The Chase) en nichtje Kelsey Dobyns (Night of Hunters) voert zijn zeer verrassend en fris. De arrangementen van John Philip Shenale zijn eveneens zeer kundig uitgewerkt, de ene keer ligt het orkest wat meer op de voorgrond, de andere keer ligt de focus volledig op het (muzikale) verhaal van Amos.
Dat geldt ook voor de open klank van de opname, wat een intimiteit schept alsof je zelf in de studio zit. Ondanks dat er weinig tempowisselingen zijn, zit Night of Hunters vol met pareltjes als Fearlessness, Nautical Twilight, Seven Sisters en Edge of the Moon. De kracht hiervan ligt naast de verfijnde arrangementen in de hele herkenbare ‘Amos sound’, die tot uiting komt door de meerstemmige zang en de specifieke romantische en soms donkere harmonieën en pianomotieven die op eerdere albums te horen zijn. De singer-songwriter toont zowel haar vocale als instrumentale klasse – die haar live tot zo’n goede artiest maakt-, als de kracht van haar liedjes en teksten die de laatste jaren niet op al haar albums even sterk tot uiting kwamen. Het enige wat ontbreekt is het rauwe (zang)randje, de edgy klank. Wellicht komt er een vervolg met ons eigen Metropole Orkest, waarmee de Amerikaanse ook de studio heeft gedeeld. Hoe dan ook, Tori Amos heeft nu in ieder geval zelf een kleine wedergeboorte ondergaan, waarmee ze ongetwijfeld vriend en vijand verrast.