The Deslondes
The Deslondes
De naam van dit debuut werd ontleent aan een straat in New Orleans in de zogenaamde Holy Cross sector. Deze buurt is de uitvalsbasis van de gitaristen Sam Doores, Riley Downing en bassist Dan Cutler, eveneens met een verleden bij The Tumbleweeds en samen met Doores actief bij Hurray For The Riff Raff. Met gelijkgestemde muzikanten zoals pedalsteelman en fiddler John James Tourville en percussionist Cameron Snyder wordt de troubadourstraditie van Woody Guthrie verder gezet terwijl Hank Williams , John Prine , Blaze Foley en Bobby Charles eveneens tot de aangeboorde inspiratiebronnen behoren.
Doores en Downing zijn actief als songleveranciers en in wisselende combinaties dragen de overige muzikanten als songwriter bij terwijl ze beurtelings op het vocale voorplan komen, enigszins vergelijkbaar met de verrichtingen van The Band. Het is niet alleen de harmonische zang, in de arrangementen zijn onmiskenbaar invloeden van Allen Toussaint te bespeuren. Met name de openingssong I Fight The Blues And Won, een slijper met de karakteristieke baslijnen van een rock’n roll piano ademt de sfeer van The Crescent City uit evenals The Real Deal, een huppelende sing-along- song en de fraaie afsluitende pianoballade.
Met het door fiddle aangedreven Those Were (Could’ve Been) The Days verzeilen we in bluegrassland en de prairie is nooit ver weg in nummers als Heavenly Home, Low Down Soul en vooral het door harmonica pedalsteel en Western Whistle aangestuurde Time To Believe In. Het pretentieloze niemendalletje Less Honkin’More Tonkin refereert naar een nog jonge George Jones terwijl het countryneske Louise evenmin te versmaden is. The Deslondes graven op hun debuut diep in een lang vervlogen verleden maar blijken tegelijkertijd springlevend, dat kan je binnenkort vaststellen tijdens hun passage in de Lage Landen eind augustus en in september.