The Black Keys
Turn Blue
Wanneer een band eindelijk succesvol is na jarenlang ploeteren en afzien, dan is bij het verschijnen van eerstvolgende album na die grote doorbraak veelal het zure commentaar van die paar gelukkigen die samen met nog hooguit tien anderen de band in kwestie in dat kleine achterafzaaltje hebben gezien, dat dat nieuwe album toch vooral hé-lè-máál niks is en véél te commercieel is. Wat daar nu precies mee wordt bedoeld blijft echter vaak onduidelijk. The Black Keys is typisch zo’n band die kans heeft op dergelijke uitingen van ontevredenheid door Mensen Die Het Kunnen Weten. Want The Black Keys is al lang die rammelfase ontgroeid en tellen meer dan mee. Zeker nu er een nieuw album in de schappen ligt. Dat zo commercieel zou zijn.
Turn Blue is inmiddels alweer het achtste album en tegenwoordig is dat een unicum. Waar het meer regel dan uitzondering is om meteen al bij het debuutalbum al het kruit te verschieten, laten The Black Keys het tegenovergestelde zien: lekker vanuit die underground begonnen met zompige en modderige 70’s garagerock en bracht ieder nieuw album voldoende doorontwikkeling en ontving het duo uit Akron, Ohio steeds meer erkenning. Totdat eindelijk de tijd en de muziek rijp is en die doorbraak dan ook een meer dan logische stap is. Geleidelijk aan, geen al te overhaaste acties en vooral: constante kwaliteit blijven afleveren. En dan sta je opeens als headliner op allerlei coole festivals. De kunst is dan ook om zelf het hoofd koel te houden. En alert te blijven op valkuilen.
Turn Blue is het logische vervolg op El Camino, dat op zijn beurt weer een duidelijke follow-up was op Brothers. En ook wordt steeds duidelijker dat er een Black Keys is vóór Brothers en een Black Keys na Brothers. Of is er een Black Keys vóór producer Dangermouse en een Black Keys mét Dangermouse? In elk geval zijn The Black Keys nog steeds een band die er toe doet. En waar weer over wordt gesproken. Vanwege Turn Blue.
Zoals bij ieder nieuw album is er ook hier een eerste indruk. Die veelal steeds moet worden bijgesteld. Vanwege de gewenning aan al die nieuwe nummers en een oordeel nu eenmaal pas gefundeerd kan worden gegeven als er een paar keer scherp en aandachtig naar is geluisterd. En dan blijkt Turn Blue alras een erg waardige opvolger van het zo succesvolle en zeker niet verkeerde El Camino. Minder succesvol was echter het huwelijk van Dan Auerbach en heeft die nare gebeurtenis vooral tekstueel zijn weerslag gehad op het album. Maar ellende is blijkbaar een goede voedingsbodem voor creativiteit, want als de heer en mevrouw Auerbach geen sores hadden gehad dan had dat waarschijnlijk een ander album geleverd. Waarschijnlijk. Wat er daadwerkelijk voor ligt is Turn Blue zoals het klinkt zoals het klinkt: een gedragen en evenwichtig album.
Turn Blue start gewichtig met het voor Black Keys begrippen lange Weight Of Love. De sfeer is niet al te vrolijk en klinkt bij tijden zelf enigszins zwaarmoedig. Hier is dus blijkbaar wat aan de hand. Opnieuw zat Dangermouse achter de knoppen en dat is meteen te horen: de sound klinkt nog uitgebalanceerder dan op El Camino, Brothers en Attack & Release, de albums waar Dangermouse ook aan mee heeft mogen sleutelen. Weight Of Love staat dan ook ver af van die rammelende songs van het debuutalbum The Big Come Up (2002) en geeft het in die speeltijd goed aan hoe volwassen The Black Keys zijn geworden. Een track waarin veel gebeurt en de tijd hard nodig is om het muzikale verhaal te vertellen. Ook In Time, Turn Blue, Waiting On Words en de afsluiter Gotta Get Away zijn uitermate geslaagde combinaties te horen van composities die een uitgesproken sfeer en tegelijkertijd verdraaid catchy en pakkend zijn. Goed in het gehoor liggend in combinatie met voldoende diepgang kenmerkt sowieso een groot deel van Turn Blue en dat is hét USP van The Black Keys. De eerste single Fever is daar een goed voorbeeld van. Een simpel, maar o zo effectief synthloopje dat maar in je hoofd blijft zitten. Year In Review laat ook al die baggervette sound horen, die Turn Blue ook audiofiel tot zo’n prettige gebeurtenis maken. Vooral de drums van Patrick Carney knallen uit de speakers. En die mooie sound verloochent de garage-afkomst van het duo echter niet en is dat gegeven ook een compliment waard.
Turn Blue is niet alleen een album dat groeit en groeit, maar is ook nog eens een keer vernuftig is geproduceerd. Zonder dat het gepolijst of te glad klinkt: de oefenhoksound, die de eerste albums kenmerkte klonk ook sympathiek, maar ook innovatieve aandacht voor hoe het allemaal moet klinken hoort ook bij de lifecycle van een band. En bij The Black Keys is dat allemaal mooi in evenwicht en dat maakt Turn Blue dan ook tot zo’n avontuurlijke en uitgebalanceerde luisterbelevenis. El Camino was 2011 en Turn Blue is 2014 en is het natuurlijke vervolg op de zeven voorgangers. En wie een duplicaat van El Camino verwacht komt bedrogen uit. Het is weliswaar een onvervalst Black Keys album, maar wordt nergens gemakzuchtig met het verleden omgegaan, maar wordt de aanwezige kennis en ervaring gebruikt om muzikaal een stap verder te komen. De enige en juiste manier die garant staat voor continuïteit en aanhoudende kwaliteit. Turn Blue is er van begin tot eind mee gevuld en voldoen The Black Keys ruimschoots aan de verwachtingen. Een meer dan plezierige constatering dus.