The Autumn Defense
Fifth
Naast hun ‘hoofdbaan’ als leden van Wilco vinden Patrick Sansone en John Stirratt al dertien jaar tijd voor een parallelle carrière als leidsmannen van The Autumn Defense. Daarmee bewegen ze zich op het terrein van de Power Pop. Lees: Big Star, Badfinger, The Raspberries en andere veel te onbekend gebleven bands uit begin jaren zeventig, die alle doorgingen waar The Beatles als band in 1969 waren opgehouden. Het genre ontwikkelde zich in een richting waar diezelfde vier ex-Beatles kennelijk ook niet zoveel trek meer in hadden.
Multi-instrumentalist Sansone en bassist Stirratt zijn gewend om bij Wilco te werken in de schaduw van Jeff Tweedy. Dat wil niet automatisch zeggen dat ze in hun eigen band gretig gebruikmaken van de extra vrijheid. De mannen klonken tot nu toe het meest overtuigend op hun derde, titelloze album uit 2007. Daar werden het geluid en de songstructuren van rond 1970 gebruikt om er nieuwe, frisse, maar tegelijk tijdloze muziek mee te maken.
Op de nieuwe, vijfde plaat, getiteld Fifth, werkt het tweetal samen met drie muzikanten die hen ook op het podium hebben begeleid de afgelopen jaren. Fifth is dan ook het meest een bandalbum geworden, aldus Sansone.
Dat mag zo zijn, feit is wel dat die bandprestatie niet leidt tot veel variatie. Van de twaalf songs is het overgrote deel ‘mellow’, de paar songs die daarvan afwijken, zoals Things On My Mind en This Thing That I Found, zijn aan het begin en het slot van het album geplaatst, zodat met name het middelstuk een wat te eentonige opeenvolging van ballads wordt. De songs zijn over het algemeen in orde, het is allemaal retestrak gespeeld, maar er zit dan ook geen nootje scheef. Het geheel klinkt daardoor iets teveel als sessiewerk van uiterst bekwame, maar tegelijk wat anonieme inhuurkrachten. Dus als Tweedy nog eens een paar begeleiders zoekt…