The Beach Boys
Sail On Sailor – The Beach Boys 1972 (Box Set)
Schrijven over de verschillende episodes in de carrière van The Beach Boys betekent schrijven over de onderlinge verhoudingen tussen vijf kernleden en de aanhang die er in de loop van de jaren bij kwam of al dan niet tijdelijk afviel. Het jaar 1972 is wat dat betreft een schakelpunt, het eerste jaar waarin bandleider Brian Wilson definitief kiest voor, of wordt gemanoeuvreerd in, een plek op het tweede plan, zowel in persoonlijk als creatief opzicht. Zodoende werden de twee platen die de groep in dat jaar maakte, lange tijd beschouwd als de minder interessante. Dat het tijd is daar genuanceerder tegen aan te kijken, blijkt uit de recent verschenen box set Sail On Sailor – 1972, samengesteld rond de ‘output’ van The Beach Boys exact vijftig jaar geleden.
Een groot deel van 1972 wonen en werken The Beach Boys in Nederland. In het dorpje Baambrugge in de provincie Utrecht of all places. Het idee is dat ze na ruim tien jaar werken onder de zon van Californië wel eens wat nieuwe inspiratie kunnen gebruiken. Ze hadden natuurlijk voor Engeland kunnen kiezen – daar zijn ze na 1966 populairder dan in hun thuisland en ze nemen er in 1968 een liveplaat op – maar het wórdt het land van de koeien en de grachten.
De vijf Beach Boys zijn er allemaal, broers Brian, Carl en Dennis Wilson, mede-oerleden Mike Love en Al Jardine en twee Zuidafrikaanse muzikanten die sinds een paar maanden aan de groep zijn toegevoegd, gitarist Blondie Chaplin en drummer Ricky Fataar. Deze twee geven The Beach Boys een wat steviger geluid, wat de groep zowel in de studio als tijdens de live-concerten meer mogelijkheden geeft.
Een volledig concert uit 1972 in die grote bezetting, met iedereen die hierboven is genoemd behalve Brian, is opgenomen in de uit zes cd’s of vijf LP’s tellende box set. Naast de Nederlandse periode zélf bevat de box ook de aanloop daar naartoe middels het album Carl & the Passions-So Tough dat begin 1972 is verschenen en waar Fataar en Chaplin voor het eerst aan meedoen. De concertopnamen in deze box dateren van eind 1972, net voordat het album Holland in de eerste week van 1973 verschijnt en zijn gemaakt in New York als de groep alweer thuis is.
Dat Carl & the Passions-album laat dankzij de toevoeging van de nieuwe leden een stevig rockgeluid horen in Carl’s You Need A Mess Of Help en blues in Here She Comes. Brian helpt de groep vanaf de zijlijn aan een ouderwets prachtige single met Marcella. Dat ‘vanaf de zijlijn’ mag letterlijk worden genomen: op de groepsfoto achterop de hoes van So Tough stáát hij wel, maar dat is een gevalletje photoshop avant la lettre. Ook Cuddle Up van Dennis is een eersteklas beauty op deze plaat. Niet dat de platenmaatschappij er blij mee is: ze durven Carl & the Passions in Amerika niet eens als zelfstandig album uit te brengen: in de VS verschijnt het alleen als dubbel-LP gecombineerd met Pet Sounds: die plaat zag de platenbaas in 1966 óók niet zitten, maar geldt in 1972 inmiddels als de klassieker die het natuurlijk is.
Met Carl & the Passions in de winkel volgt de tijdelijke verhuizing naar Nederland. Als alle drie de Wilsonbroers voor het plan van manager Jack Riley zijn, wordt de oversteek gemaakt. Het huisvesten van zeven bandleden plus entourage en alle vrouwen en kinderen blijkt ingewikkelder dan gedacht. In plaats van op een steenworp afstand van elkaar in Amsterdam wonen ze verspreid in Laren, Heemstede, Amsterdam, Haarlem en Hilversum. Alle goede studio’s zijn volgeboekt en een demostudio in Baambrugge die wél beschikbaar is, voldoet pas als de groep alle apparatuur heeft vervangen door eigen spullen. Daar gaan maanden overheen en het is al hoog zomer als de opnamen starten. Met name Carl en Blondie voelen zich wel thuis in Nederland. Mike en Dennis hebben heimwee – Mike verwerkt zijn gevoelens in de suite California Saga die op het album verschijnt, Dennis mist het surfen – Brian trekt zich terug in zijn huis in Laren en schijnt de hele dag de nieuwe LP van Randy Newman, Sail Away, te draaien.
Brian schudt, als de groep allang terug is in Californië en de platenmaatschappij een hit mist, nog even Sail On Sailor uit zijn mouw. Het door Blondie Chaplin gezongen nummer wordt de laatste hit voor de groep in ruim drie jaar tijd. Aan de LP Holland als zodanig voegt Brian verder niet echt veel toe. Carl heeft de producersrol van hem overgenomen, Brian draaft plichtmatig op als er een zang- of pianolijntje van hem wordt verwacht en is weer weg. In afzondering werkt hij aan Mt. Vernon and Fairway, een sprookje voorgelezen door manager Riley. Muzikaal is het wonderschoon, tekstueel verraadt het net iets teveel over de schijnwereld waarin Brian inmiddels verkeert. Het past niet bij de rest van de plaat en verschijnt apart op een 33-toerensingle die los bij de LP wordt gevoegd. Iets minder confronterend dan het botweg weigeren van het werkstuk waaraan Brian in Nederland kennelijk zijn meeste tijd spendeerde.
De Sail On Sailor-box set is de feitelijke opvolger van de Feel Flows-box uit 2020, waarop de output uit de periode 1969-1971 werd samengebracht, om precies te zijn de albums Sunflower (1970) en Surf’s Up (1971). Daar zat werkelijk een wagonlading aan outtakes bij, mede doordat alle leden op een creatieve piek zaten. Oók Brian, maar het was voor het eerst dat de vijf anderen – Bruce Johnston was er toen nog bij – in gelijke mate bijdroegen. Bovendien duurde het toen een hele tijd voordat de platenmaatschappij het Sunflower-album goedkeurde. De nummers die toen over de rand vielen en een halve eeuw later op de Feel Flows box verschenen, behoren in sommige gevallen tot het beste werk van The Beach Boys.
Ook Sail On Sailor bevat wat ‘nieuwe oude’ nummers, maar lang niet zo veel als Feel Flows. Carry Me Home van Dennis is net zo mooi, zo niet mooier dan Cuddle Up van het So Tough– album. Geen idee waarom dit Holland niet haalde. Dat geldt zeker ook voor Hard Time dat Blondie Chaplin schreef met zijn land- en bandgenoot Ricky Fataar en dat Blondie heel soulvol zingt. Beide nummers hadden Holland een flinke kwalitatieve boost kunnen geven. Het door Al gezongen Out In The Country haalt dat niveau niet en viel terecht af. De box bevat een demo-achtige versie met de vocalen en een ‘all band’- versie met alleen de muziek. Kennelijk is het nummers destijds niet afgemaakt, maar waarom niet in ’78 of ’79, toen er materiaal van veel mindere kwaliteit wél op de platen verscheen? Van Body Talk, Spark In The Dark en Rooftop Harry zijn halffabrikaten opgenomen, dus ook die zijn kennelijk halverwege het maakproces terzijde gelegd.
Hoewel Holland in 1973 goede kritieken krijgt, zijn de verkoopcijfers, zoals al sinds 1967 gebruikelijk, teleurstellend. Het is voer voor de tweespalt binnen de Beach Boys: de Wilson-broers zijn trots op de ‘credibility’ die na een aantal jaren hard werken eindelijk is opgebouwd onder het rock- en festivalpubliek. De bijdragen van Ricky en Blondie sluiten daarop aan. Mike Love en Al Jardine spelen het liefst de oude hits uit de sixties. Het muntje kantelt in 1974 in het voordeel van Mike en Al, als een compilatie van de grootste hits een enorm succes wordt en ook de fans van de oude hits weer in toenemende mate naar de concerten komen. Blondie en Ricky haken af en Carl kan niet voorkomen dat The Beach Boys in toenemende mate een oldiesband wordt. Drie jaar lang wordt er, los van een zeer middelmatige kerstsingle in 1974, geen nieuw materiaal uitgebracht en teert de groep al tourend op oude roem.
De box bevat met een solo door Brian in Nederland thuis ingezongen demo, Little Child (Daddy Dear). Een niemendalletje dat de plaat terecht niet haalde. Het toont wel aan dat zijn vocale bereik en zuiverheid in 1972 nog in optima forma waren. Wat volgen, zijn drie jaren waarin Brian zich te buiten gaat aan eten, drank en drugs. Als hij in 1976 zijn ‘comeback’ maakt bij de groep, is hij geestelijk en fysiek (en als vocalist) een schim van wie hij ooit was.