Public Image Ltd.
End of World
Het plaatwerk van Public Image Limited (PiL) is sinds de terugkeer aan het releasefront in 2012 vrij spaarzaam gebleven. End of World is het derde album in elf jaar tijd. Net als de voorgangers This-Is en What the World Needs Now is het echter ook weer een prima plaat die zeker niet hoeft onder te doen voor een aantal albums uit de jaren tachtig en negentig. Lydon en band blijven qua opwinding en intensiteit nog ver verwijderd van hun eerste jaren maar het luistervoer dat wordt geserveerd is zeker onderhoudend. Mét het broodnodige Lydon gif op gepaste momenten.
PiL opent dreigend en theatraal: ‘Welcome to Penge’, klinkt het omineus in deze bombastische track. Alsof je getuige dreigt te worden van een veldslag in deze Zuid-Londense wijk. Lydons penetrante zang is terug op End of the World, een song met een heerlijk dikke ritmetandem en zagende en klimmende gitaren. Een track die het stevige Album uit 1986 in herinnering roept.
John Lydon bracht de afgelopen tien jaar veel tijd door als verzorger van zijn vrouw Nora, die leed aan Alzheimer en eerder dit jaar overleed. Hij wilde haar absoluut niet in een verzorgingshuis voor ouderen laten opnemen. ‘Nobody should die unhappy’, aldus Lydon onlangs in Uncut. Dit sentiment leverde de song Car Chase op, een groovy, licht industriële track. De single Hawaii komt ook voort uit de jaren die Lydon thuis als zorgverlener doorbracht. Het is de opvallendste song van het album – het nummer werd nota bene ingezonden voor de Ierse songfestivalselectie (!). ‘All journeys end / Some begin again’, aldus een bijzonder ingetogen Lydon op deze dromerige ‘zucht-track’, waaruit een vermogen tot accepteren straalt. ‘Remember me… all those good times’.
Op Walls laat Lydon temidden van puntige vleugjes funk weten dat barrières en restricties ook weleens goed kunnen zijn, al is het alleen maar voor je eigen veiligheid. Hier lijken we een relatief behoudende Lydon te horen, iets wat opvalt natuurlijk, al heeft hij de afgelopen jaren wel vaker een reactionair geluid (over Trump en Brexit) laten horen. Op Being Stupid komen studenten en academici die als social justice warriors de vrijheid van meningsuiting aantasten aan de beurt: ‘You’re being minges again’ en ‘How much money for that education? I’m not paying for that. I’m not gonna be stupid again’. Het stuiterende The Do That is vergelijkbaar: man op leeftijd ageert tegen sociale tendensen die hem niet aanstaan.
Het hart van de plaat laat met Pretty Awful en Strange enkele mildere songs horen die zeker in orde zijn. Zonder Lydons soms vileine maar altijd dwingende praatzang en pittige teksten zouden ze echter nauwelijks beklijven. Een stuk interessanter is Down on the Clown, een tribale strack met een noeste basis, en echo’s en schaduwen op de zang. De tijden van atmosferische (punk)funk lijken weer terug. De experimentele postpunksferen houden nog even aan, onder meer met het fragmentarische, funky Dirty Murky Delight. Lydon is hier de verraderlijk innemende master of ceremony.
Voordat PiL met het eerdergenoemde Hawaii afsluit deelt het kwartet nog even lekker uit middels North West Passage. Een intro met dikke bassen, vurige gitaren en een howling Lydon. Hier tikt de band het verre verleden weer even aan, al blijft de productie van het recentere werk wat minder gedurfd (of gewoon meer high end en toegeeflijk) dan de albums van 35-45 jaar geleden. Hoe dan ook, PiL is alweer vijftien jaar en drie albums lang op een dwarse manier onderhoudend. Daar komt bij dat dit End of the World door Lydons privé-beslommeringen een gevarieerder emotioneel palet bestrijkt dan zijn voorgangers.
PiL speelt op 4 oktober in Paradiso.