×

Recensie

Alternative

28 augustus 2024

Nick Cave & The Bad Seeds

Wild God

Geschreven door:

Uitgebracht door: Bad Seed

Wild God Nick Cave The Bad Seeds Alternative 4.5 Nick Cave & The Bad Seeds – Wild God Written in Music https://writteninmusic.com

Wat als je de geschiedenis kan herschrijven en je instapmoment ergens in de verlichte slaapkamer van de albumhoes van Push the Sky Away ligt. Stel je voor dat dit uitgangspunt het startsein van Wild God is, en je de daarop aansluitende tien jaar eenvoudig simpel kan wegfilteren. De afgelopen periode zonderde Nick Cave zich met Warren Ellis meer van The Bad Seeds af, en zetten samen rouwende lijnen uit om verdriet een plek te geven. Live vindt de zanger zichzelf opnieuw uit, doopt zich onder in gospel en soul en zijn contact met het nieuwwassen publiek lijkt intenser dan ooit te zijn. God is in the House, het boetekleed wappert als een op maat gesneden zwarte mantel om het graatmagere lichaam heen.

Bij het intieme Song of the Lake valt alles op zijn plek. Het stiekeme genot van een badende vrouw in de buitenwereld, niet als een gluurder, maar het ultieme plezier van zoveel pure schoonheid. Soms moet het niet moeilijk zijn, soms zit de schoonheid in de kleine dingen. Hij is niet alleen een priester, maar nog steeds een vrouwenverslinder, die met zijn prekende vinger een versierende uitwerking heeft. Ja, hij heeft het nog steeds in zich. Het koor draagt Nick Cave, die tevens het sterke verhalende stemgeluid nog steeds bezit. Geen verbittering, maar het gelukzalige gevoel van het stille genieten. Nick Cave zingt alle vrouwen in zijn leven toe, zoals alleen hij dat kan, liefkozend zelfverzekerd. Het aardse paradijs ligt voor het oprapen, je moet het enkel beseffen.

Dan bemerk je dat hij in het prachtige tot soulclimax opwerkende Wild God titelstuk op het verval neerkijkt, en zijn positieve beeld afdrupt afgebroken wordt. Er zijn verwijzingen naar het moeizame opnameproces van Let Love In, de prostituees van Jubilee Street, de wederopstanding en de bijna kitscherige profetische voorspellingen. Een verrijzing vanuit de duisternis. Het lijmt de scherven van het Jubilee Street nachtleven tot glinsterend mozaïek aan elkaar. Geen spanningsbogen deze keer, wel dat uitbundige soulkoor. Het wekt de indruk dat maestro Warren Ellis slechts in de rol van dirigent treedt, en meer op de achtergrond aanwezig is. En toch gebeurt er ook nu weer iets bijzonders. Elke luisterbeurt wint het Wild God nummer aan kracht, elke keer weet hij je nog meer te raken, zoals alleen Nick Cave dat kan.

Zou Nick Cave zich niet zozeer door zijn compagnon laten leiden en zelf de uitgestippelde koers bepalen? Deze vriendschap met de violist overstijgt het verraad van vroegere bandleden die plotseling afhaakten. Moet ik voorzichtig concluderen dat de grootmeester hier in herhaling valt, en zo ja, is dit dan een vervelende bijkomstigheid? Hij citeert absoluut uit zijn eigen werk, en voegt geen nieuw hoofdstuk toe, het is slechts essentiële verfijning die hij de luisteraar schenkt.

De aanwezigheid van Warren Ellis is stukken bepalender in de natuur belevende, vintage musicalsfeer van Frogs. Natuurlijk is het theatrale kitsch, Nick Cave is altijd al een groot liefhebber van dit soort goedkope prullaria geweest. Ook hier een overvloed aan verwijzingen naar God, en de duivelse handelingen van de volgelingen. Hoe luguber kan de liefde zijn, hoe dwaas gaat men met pijn om. Natuurlijk is dat verdriet er nog steeds, natuurlijk reikt zijn hand naar de hemel uit om de twee zoons te bereiken. In het reine komen met het omkeerbare verleden. Is het opgewekte geluksgevoel wel zo puur en de hoera-stemming wel zo gemeend?

Hoe eenzaam kan een huiskamerpiano zijn als het onverwachte afscheid slechts pijnlijke bluessongs oplevert. Hoe kil is het dagelijkse ontwaken als de eerste gedachtes vanzelf naar het verlies toegaan. Joy is de moeizame start, de strijd tegen de ochtenddepressies. De nummers die vrijwel solo achter de piano tot stand komen staan bij het eeuwigdurende verlies stil, de tegenpool van de bijna hysterische uitbarstingen van begeleidingsband The Bad Seeds. Je bemerkt in Joy de aanwezigheid van Warren Ellis die in de schaduw wurgend aan de touwtjes trekt. Joy ademt de concertregistratie Idiot Prayer uit, en misschien wordt daar in die afwezigheid van The Bad Seeds het zaadje wel gepland.

Nick Cave verlaat zijn piano niet, de complexe experimentele begeleiding van Warren Ellis drukt wel de stempel op het gure Final Rescue Attempt, waar de toetsenaanrakingen als verpletterende regendruppels hun werk doen. Een wervelwind aan soft noise vervult de ruimtes, botst tegen de muren en zoekt naar de uitweg, de geopende slaapkamerraam van Push the Sky Away, waar het gezinsgeluk nog geen zichtbare deuk heeft opgelopen. De begrafenisstemming zit diep in het aan Ghosteen gelinkte Cinnamon Horses verweven. Vrienden doen hun best om troost te bieden, de zilvergrijze Cinnamon Horses zijn exact dezelfde Bright Horses die galopperend de Galleon Ship passagiers op hun heldentocht naar het hemelrijk begeleiden.

Conversion is het afgesloten zolderkamertje in de ziel, waar problemen zich opstapelen en zich onder een isolerende stoflaag bedekken. Liefde overwint het verlies niet, het is een helend hulpmiddel dat tevens het bijna kinderlijke lieve O Wow O Wow (How Wonderful She Is) siert. Het is wel even schrikken dat Nick Cave het toelaat dat een vocoder zijn repertoire binnendringt. Dit en het gefluit had van mij niet gehoeven, Warren Ellis moet in het vervolg met zijn tengels van dat onbezielde speeltje afblijven. Ook het gebruik van het onbevangen vrolijke telefoongesprek met de alweer drie jaar geleden overleden Anita Lane in de track is niet de Nick Cave die we kennen. Een mooi eerbetoon, maar niet meer dan dat. Ik vergeef hem deze kleine misstap.

De pianoballad Long Dark Night koppelt zich van de jarenlange verdovende sluimertoestand los. Zelfs het kwaad vindt zijn oorsprong bij God, de duivel is slechts zijn nachtelijke metgezel die in het ontwakende daglicht gepast naar het innerlijke rustpunt van de Heer terugkeert. Een tiran, een parasiet, onderhuids voedend voortlevend, minder aan de oppervlakte aanwezig. De demonische dreiging van het oude werk is geheel verdwenen, maar moet je dit van een artiest die de pensioenleeftijd aantikt wel verwachten? Nick Cave blijft echter Nick Cave, en de behoefte om nogmaals zijn innerlijke kwellingen publiekelijk te etaleren is minder aanwezig, al wordt hij continu op dit gegeven gewezen. Dan toch maar nogmaals die oprechte overgave.

As the Waters Cover the Sea bedekt, en grijpt op het houden van terug. Het besef dat de liefde niet op het juiste moment de juiste personen bereikt. Wild God is overduidelijk de opvolger van het confronterende persoonlijke Ghosteen en niet de gehoopte doorstap die Nick Cave met Push the Sky Away inzet. Het sentiment van The Good Son ligt op de loer, en uiteraard is er de verwelkoming naar de bijna nog evangelischer plaat No More Shall We Part. Wild God is geen meesterwerk, wel een meesterzet. Wild God past bij de gemoedstoestand en gepensioneerde leeftijd van de actieve zanger, die duidelijk op dit moment live op een soort een succesvolle tweede jeugd functioneert en populairder dan ooit is. Het titelstuk Wild God zal terecht in de toekomst tot een publieksfavoriet uitgroeien.



  1. Song of the Lake
  2. Wild God
  3. Frogs
  4. Joy
  5. Final Rescue Attempt
  6. Conversion
  7. Cinnamon Horses
  8. Long Dark Night
  9. O Wow O Wow (How Wonderful She Is)
  10. As the Waters Cover the Sea