Let’s march in style, let’s march for a while, Heaven can wait… Deze bewerking van de beginregels van Alphaville’s Forever Young zijn het perfecte motto van het album Semper Iuvenalis van de Marinierskapel van de Koninklijke Marine, een plaat gevuld met marsmuziek. Ook het meer existentiële gevolg van Alphaville’s song – met metaforen uit de militaire wereld – sluit aan bij dit programma, want de marsen mogen onbezorgd klinken, ze zijn ontstaan om het marcheren, het roeien en andere gevechtsbewegingen te coördineren. Met hun bijdrage roepen de Tamboers en Pijpers van het Corps Mariniers – nog steeds de officiële benaming – de sfeer van het strijdtoneel helemaal op.

Het 70-jarig bestaan van de kapel in 2015 valt misschien niet toevallig samen met 350 jaar Korps Mariniers. De belegen blik van Michiel A. de Ruyter – de oprichter van het Korps Mariniers – op het hoesje moet de rijke en lange traditie van beide gelieerde units onderstrepen. Met een klein aantal negentiende eeuwse werken op het programma, is de meeste muziek op dit album gecomponeerd tijdens het bestaan van de kapel. Mars 1488 werd door Eric Swiggers in 2010 speciaal voor het ensemble geschreven.

De musici – op hout en koper – worden gedirigeerd door Peter Kleine Schaars en spelen met veel bravoure deze muziek over mannen van staal. De plotselinge wisselingen in tempo worden haarfijn uitgevoerd en wat imponeert zijn de snerpende trompetinzetten, de gillende fluiten en de daverende crescendi. Aliuds bemoeienis om het geluid van de Marinierskapel vast te leggen is geslaagd.