King Creosote
I DES
In Schotland woont een ongelooflijk creatieve singer-songwriter, die wel nog voor veel te velen onder de radar zingt. Dit ondanks de kwaliteit en de omvang van zijn oeuvre en ondanks dat grote namen al met hem samenwerkten en zijn liedjes zongen. King Creosote luidt zijn wat vreemde artiestennaam. Daar in zijn vissersdorp in Fife heet hij gewoon Kenny, Kenny Anderson. Je houdt het in deze tijden haast niet voor mogelijk, maar met zijn nieuwste album I DES brengt hij je mogelijks in een hoogst angelieke stemming, ga je straks welhaast breed glimlachend met hem meemediteren, meezweven, terwijl hij het toch vrijwel voortdurend over de moeilijkste thema’s des levens heeft, tot en met vooral die van het levenseinde. Want ja dus, vanaf de hoes glimt een en al het marmer van een grafsteen, met dat cryptisch I DES MMXXIII als inscriptie. We komen er straks nog even op terug.
Eigenlijk vertrekt King Creosote’s plaat vanuit zijn voorliefde voor de neo-klassieke componist Nils Frahm en tegelijk sluit ze ook aan bij zijn succesvolle Diamond Mine-samenwerking in 2011 met de even befaamde elektronicacomponist Jon Hopkins, een album dat toen overigens werd genomineerd voor de Mercury Prize. Met dit I DES word je omstandig ondergedompeld in rijke, traag aanschrijdende en als highlandnevels weer uitzwermende klanktapijten, gelardeerd met raadselachtig zachte Schotse zang van Z.K.H. Creosote, zijn unieke stem vol warme, emotionele breekbaarheid. Een bonte wirwar guitig als wolken transformerende liedjes waar zijn fragiele Schotse ziel weifelend in rondzweeft. Zigzaggend met wonderlijke synthesizers, aanhoudende drones, samplers en housemuziekbeats brengt hij alles mooi in de maat met zijn fysieke instrumenten als accordeons, vibrafoons, violen, elektrische strijkgeluiden. Hij zorgt op een groot deel van het album en zeker in de twee laatste lange composities voor schitterende mysterieuze ambient-geheimzinnigheid die we bijvoorbeeld ook al op Long Lost, Lord Huron’s meesterwerk terughoorden of laatst ook nog bij Melanie Di Biassio’s Il Viaggio. Maar altijd heeft King Creosote, zelfs in zijn ambient, een heel groot oor voor melodie.
Het is It’s Sin That’s Got Its Hold Upon Us dat het album inleidt met achtergrondgeluiden en zwevende strijkers. Een roffelend en snerpende start, The Flaming Lips van Yoshimi… wel. De zonde krijgt je in zijn greep net zoals drugs dat doen, oreert een grafstem afsluitend in een sample. Voorspel voor een drietal songs over de dood.
Het opzwepend speelse Blue Marbled Elm Trees, een persoonlijke song vol harmoniums, zang, ritme en nog veel meer, groots maar luchtig reflecterend over leven, dood, universum, kunst, gezin en liefde. Een hartelijke terugblik die raakt dat het pijn doet. Met zeker ook een heerlijk bijpassende Kubrickiaanse video.
Ontroerend schoon hoogtepunt is zeker Burial Bleak. Met de rustige kadans van een minimalistisch Michael Nyman-hymne. King Creosote’s opwekkend stemgeluid beschouwt weer over sterven en liever nog over hang naar het leven. Een weemoedige burial die met zijn wijdse cello, accordeons, orgel, synths, koorzang en aanzwellende strijkers in fraaie harmonie vertrekt, recht naar een hemels Schots hoogtepunt. Net zo is de psychedelische ambient van Dust balsem voor het hart. Als dit dan de hemel is, prima zo.
Ook de statige ballade Walter de la Nightmare blijft ingetogen en gevoelig in zijn langzame beat, mijmerende synths, pianoakkoordenwisselingen en begeleidende folky strijksounds en in zich die zweverig Schotse feel. Begrafenisstemming? Ja, maar ook hier weer: bemoedigend, opmonterend.
Daar dan ineens, zo tussenin, snel en luid, het krautrock-popnummer Susie Mullen. Een verrassend hitnummer zowaar waarop het even dansen en springen is. Het kleine, zachtaardige Love Is a Curse hervalt vervolgens al vlug in treurige klaagzang in een notendop. Het sterke titelnummer I DES is stralend en sereen tegelijk, een onvergetelijke folkballade op piano, door de King grandioos ingezongen.
Laat je dan na I DES vervolgens niet afschrikken door de twee afsluitende composities. De prachtige suite Please Come Back I Will Listen, I Will Behave, I Will Toe the Line luistert als hypnotiserende, verstilde schittering uit een parallel universum. Vocaal hoogstandje met het weidse geluid als van topkunstenaars als Vangelis en I Muvrini.
Het monumentale Drone in B# tenslotte, een meer dan 36 minuten verre van onaangename of vermoeiende ambient-luisterervaring. Compositie in één langgerekte noot gemengd met orkest en effecten, waarmee alles in golven wordt opgebouwd tot op en top lenigende psychedelica.
I DES, duidelijk een album waaraan hard is gewerkt. Een groots, dramatisch geluid met intrinsiek de sporen van traditionele Schotse folkmuziek. Op één na allemaal uitgestrekte nummers die je met hun instrumentatie wegblazen en die het perfecte kader zijn voor King Creosote’s verheven stem.
En ja, nu ook nog die raadselachtige Romeins aandoende titel en albumcover. De iden van maart, verwijzing naar de dag dat Julius Caesar werd vermoord. Al werd de albumtitel opzettelijk van elkaar geschreven als knipoogje naar co-producer Des Lawson, zijn belangrijkste muzikale medewerker, de sublieme video van de song ‘<span; I DES maakt toch wel wat meer duidelijk: het hoofd van Kenny Anderson als een totaal afbrokkelende Caesar. Op de grafsteen ‘2023‘ in Romeinse cijfers. Wordt dit de laatste plaat onder het alter ego King Creosote, is de tijd voor een wedergeboorte van Kenny Anderson aangebroken? Zo wordt het minstens gefluisterd. Hoe dan ook, King Creosote staat er met dit I DES helemaal. Dit is een uitstekende avondplaat voor avontuurlijke genieters!
Suggestie, begin met Burial Bleak, I DES en Please Come Back I Will Listen, I Will Behave, I Will Toe the Line…