Garland Jeffreys
14 Steps To Harlem
In de jaren zeventig scoorde Garland Jeffreys een hit in de lage landen met het uit American Boy, een conceptplaat over het leven van twee in New York opgroeiende straatkinderen, gelichte Matador. Dat was eerder uitzonderlijk voor zijn thuisland klonk Jeffreys sterk sociaal geëngageerde repertoire wellicht te multicultureel en vooral te expliciet.
Echt memorabel blijft het twee jaar eerder geleden uitgebrachte Ghost Writer, opgebouwd met sociale en raciale thematiek, inherent aan Jeffreys Afro Amerikaanse en Puertoricaanse roots, die gedijt in een muzikale smeltkroes van soul, rock en jazz en verwerkt in een strakke aanstekelijke reggaebeat. Ghostwriter vormt een over een lange periode uitgesmeerde sterke trilogie met het uit de jaren daterende tachtig daterende Escape Artist, dat met muzikanten van Springsteens E-Street Band en The Rumour, de backing band van Graham Parker, tot stand komt en het ruim tien jaar later opduikende sluitstuk Don’t Call Me Buckwheat.
We zijn de ‘Rock’n Roll Matador’ eerlijk gezegd een beetje vergeten als hij i n 2006 opnieuw teken van leven geeft met de compilatie I’m Alive. Geen loze strijkreet, getuige sterke passages op de podia, enkele nieuwe nummers doen ons reikhalzend uitkijken naar nieuw werk. Dat komt er uiteindelijk met het lichtjes fantastische The King Of In Between en het wat mindere Truth Serum.
Op de nieuwe langspeler komen de vertrouwde raciale thema’s slechts sporadisch aan bod. “I got a president who looks like me”, zo gaat het in de rap-intro van Colored Boy Said. Jeffreys is ondertussen bijna 73, de hoogste tijd om eens terug te blikken op zijn jeugdjaren in New York. Dat gebeurt hier uitgebreid instrumentaal ondersteund door producer James Maddock en voortreffelijke kompanen als Brian Mitchell en Ben Stivers.
In een nerveus rockend Schoolyard Blues weerklinkt een rauwe bluesharp op een stomende Diddley beat. Venus is flamboyante grootstad pop van tijdloos allure. Met hulp van Dennis Bovell wordt een aanstekelijke dub beat sound gecreëerd in Reggae On Broadway, de ideale achtergrond om dierbare herinneringen op te halen aan het bezoek van Joe Strummer en andere Clashleden op een concertje van Jeffreys in zijn thuistad New York. “Time goes away till you don’t have many”, mijmert Jeffreys in het bijzonder fraaie duet met dochter Savannah. In het luchtige door accordeon aangestuurde Spanish Heart, eveneens naar onverwoestbare familiebanden refererend haalt de zanger nog moeiteloos de hoogste noten.
Uiteraard wordt ook goede oude en betreurde vriend Lou Reed niet vergeten, naast het nostalgische Help van The Beatles is er een gloedvolle, respectvolle versie van Waiting For The Man. De viool die het afsluitende piano-epos Luna Park Love Theme kleurt is die van Laurie Anderson, de weduwe van Lou. Je zou tussen al dit fraais bijna de magistrale titeltrack vergeten, 14 Steps To Harlem een indringende ode aan zijn ploeterende ouders en absolute hoogtepunt van een sterke langspeler van een nog steeds straffe Mijnheer.