Camera
Phantom of Liberty
Hollen, rennen, vliegen; alles behalve stilstaan… De motorik beat kent maar één puls: voort. Jakkerend voort. Manisch hollen. En gek genoeg daardoor ook een beetje stilstaan. De Camera-hartslag levert geen gekkenhuis aan paniek op, maar een kabbelend substraat waar overheen dwarrelende analoge synthesizers en orgels vol textuur gedrapeerd kunnen worden; waar omheen elastische basgitaar zich wikkelt als een pluizige boa.
Camera lijkt dit hele album op zoek naar een zekere illusie; het fantoom van een ongewisse vrijheid. Die ontglipt steeds. De kletterende cascades aan krautrock dartelen daarvoor teveel rond als gekooide tijgers. Of is het de cyclische natuur van hun idioom dat zich niet eens zozeer wreekt, maar duchtig wordt uitgeleefd en onderstreept?
Eigenlijk speelt Camera kraut volgens de methode van de hauntology; hongerig grijpen uit de grabbelton van wat was, levend en werkend voor een toekomst van toen die nu niet is en misschien nooit wordt, maar het toch waard is om naar te reiken?! Phantom of Liberty staat namelijk bol van peilloos optimistische diepte en de drie heren spelen met een omfloerste scherpte die onverwoestbaar blijkt. Spielerei zonder uitgestreken smoelwerken dus; verplichte kost voor liefhebbers van La Düsseldorf, Tangerine Dream en Neu!.